Samuel Coster, ethicus-didacticus
(1986)–Mieke B. Smits-Veldt– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 10]
| |
[pagina 11]
| |
II Het Nederlandse renaissancedrama: Het woord is aan de didactici1 Costers classiciserende drama's als ‘humanistentragedies’De drie classiciserende tragedies van Samuel CosterGa naar voetnoot1 behoren tot een type drama dat qua doelstelling als ‘humanistisch’ kan worden aangeduid.Ga naar voetnoot2 In deze kwaliteit zijn ze kenmerkend voor het Amsterdamse toneel zoals zich dat, vooral binnen de rederijkerskamer ‘D'Eglentier, in liefd' bloeyende’, aan het begin van de zeventiende eeuw ontwikkelde. De schrijver van een ‘humanistentragedie’ wil met zijn werk allereerst het algemeen welzijn van de gemeenschap waartoe hij behoort dienen en bevorderen. Daarin onderscheiden auteurs als Hooft, Bredero en Coster zich echter nog niet werkelijk van hun vroegere kamerbroeders, in wier spelen morele instructie over actuele problematiek altijd al centraal had gestaan.Ga naar voetnoot3 De term ‘humanistisch’ is op hun dramatisch werk vooral van toepassing wegens de aard van de spiegel die zij hun publiek voorhouden. Evenals Hooft treedt Coster in het voetspoor van de wijze leermeester der Eglentier, Hendrik Laurensz Spiegel; evenals Hooft is hij tevens gevormd in het Leidse bolwerk van de nieuwe renaissancecultuur. Als vertegenwoordiger van de nieuwe intellectuele elite laat hij zich leiden door aan de klassieke teksten ontleende idealen over de mogelijkheden van de redelijke mens om in deze wereld tot een zinvol, deugdzaam leven te komen. En ook: hij acht het zijn maatschappelijke plicht om deze idealen, hergewaardeerd vanuit de behoeften van zijn eigen tijd, door middel van op de klassieken geënte dramavormen in de moedertaal over te dragen.Ga naar voetnoot4 Deze pedagogisch-didactische instelling bepaalt, | |
[pagina 12]
| |
naar zal blijken, voor een belangrijk deel de wijze waarop Coster zijn dramatische werk opbouwt. Costers drama-opvattingen, die zowel in de structuur als in de thematiek en strekking van zijn tragedies tot uitdrukking komen, moeten allereerst begrepen worden binnen hun literairtheoretische en literairhistorische context. Dat wil zeggen: binnen de context van het renaissancedrama, zoals zich dat eerst in Italië en daarna, in de loop van de zestiende eeuw, in Frankrijk en Engeland en vanaf het begin der zeventiende eeuw ook in Nederland heeft ontwikkeld. Inzicht in de doelstellingen en preoccupaties van de auteurs van dit drama zal de invalshoek bepalen van waaruit opzet en uitwerking van Costers tragedies geanalyseerd kunnen worden. Hierop wil ik in dit hoofdstuk ingaan. |
|