Schatkamer der Nederlandsse oudheden. Of woordenboek, behelsende Nederlands steden en dorpen, kasteelen, sloten en heeren huysen, oude volkeren, rievieren, vermaarde luyden in staat en oorlogh, oudheden, gewoontens en lands wysen
(1711)–Ludolph Smids– Auteursrechtvrij
[pagina 387]
| |
Uit uwen bloede siet ge een ry van koninginnen:
Vorst Willem, die de naam nochtans van Goede draagd,
Hoewel van uw gerecht heel Nederland gewaagd.
I. Vader; Jan van Henegouw, de soon van Jan van Avennes en Aleidis, koning Willems suster; van welke graaf, de eerste uit het Huis van Henegouw, boven, 155 bl. II. Moeder; Philippa, dochter des graven van Lutzenburg; na haares mans dood overleden, en te Valencyn, nevens hem, begraven. Scriverius, by Goudhoeve, 374 en 360 bl III. Vrouw; Johanna de Valois, broeders dochter van Philip de VI, koning van Vrankryk; die, naa 's mans overlyden, de wereld verlaatende, is geworden een nonne van de Cisternienser order, overleden, A. 1341. Scriverius, by Goudhoeve, 375 bl. behalven Procurator, &c. IV. Kinderen; Jan, Willem, Lodewyk, Margriet, Johanna, Philippe. Beka, in 32 episcop. 105 pag. V. Bedryven; bestaande hier in; 1. Dat hy Ludewyk de X, koning van Vrankryk, A. 1315, willende de wilde Vlamingen, temmen, bystond, en op de Schelde sich ter nedersette, doch de koning, wegens het onvoordeelige weer, te rugge keerende, keerde hy mede naar huis; ondertussen ten platten lande, met het vuir, veel Vlaamsse dorpen vernielende. Mezeray, in Lud. Hutinus, 684 bl. behalven Beka, &c. 2. Dat hy Philippus de VI, koning van Vrankryk weder hielp, A. 1318, in de Vlamingen te beoorloogen; dat hy deese, den 24 van August. verwon in een veldslagh, doch niet sonder lyfsgevaar; van syn paard synde afgeworpen. Scriverius, by Goudhoeve, 372 bl. 3. Dat hy de Kennemers in hunne voorrechten strafte; toen sy (die van Holland en Zeeland gewilligh schietende) weigerden geld te geven, tot de bruiloften syner dochteren, en andere noodsaaklykheden. Procurator, by Matheus, 218 pag. 4. Dat hy den inlandschen tweespalt in Zeeland besliste. Deselve Procurator. 5. Dat hy, wegens de geroofde koe, de baljuw van Suid-Holland heeft doen onthoofden; doch over dit versierde rechtsgeding is boven gesprooken, 270 bl Maar, segt Goudhoeve, in een byvoegsel (374 bl.) gy siet het in een ou- | |
[pagina 388]
| |
de schildery op het stadhuis te Valencyn. Dat is het selve bewys als dat van Hamel, in Saxen, aan de Weser. De uitgang haarer kinderen, door den vreemden pyper saamen gelokt is immers waarachtigh; want, men siet het geval in de glaasen van haar hoofdkerk uitgeschilderd. Sie van deese glaasen bewysreden, omstandelyk schryvende, Schook, in Fabula Hamelensi. VI. Dood; A. 1337, den 7 Juny, aan de gigt overlydende, is hy, te Valencyn, in het graf geset. Beka, in 45 episc. 115 pag. na dat weinige tyd te vooren, door biskop Jan van Diest, in rang de 45ste, het slot van Vredeland, voor 11000 ponden aan hem was verpand. Boven, 371 bl. Ondertussen leefde, in syn tyd de Spaarwouwer reus; van welken boven, 174, 276 en 318 bl. |
|