Eduard de III, koning van Engeland, tegens Philipp de VI, koning van Vrankryk, brengende syn krygsmagt voor Doornik, Kameryk en Amiens. Barlandus, in Wilb. IV. behalven Hocsemius, &c.
A. 1345, heeft hy de wapenen tegens het Sticht van Uitrecht opgevat; self de stad belegerd, en met 13 opgerechte magneelen (boven, 256 bl.) beschooten. Hy is hier ook, met een pyl, aan syn hiel gequetst; doch de saak wierd bygelegt; mits dat de borgers, bloods voets en met blooten hoofde, moesten koomen om genade bidden, en dat een deel van de ringmuir sou syn gelloopt. Beka, in de 47ste biskop, 118 pag.
VI. Dood; met veel dappre ridderen en vroome wapentuirs naar Oost-Friesland (boven, 93 bl.) overscheept synde, is hy, nevens veel Grooten, ontrent S. Olofs Klooster (boven, 252 bl.) op de Suidvenne, in den stryd gesneuveld; den 27 Sept. A. 1345. Beka, in gemelden bisk. behalven Scriverius, Wachtendorp, de Gouwenaar, &c.