[Heulen]
HEULEN; een Hollandsse gewoonte, onder de jonge lieden, met de wagen ergens om een plaisiertje rydende. Siet hier een uittreksel uit de Batav. Arkad. van meergenoemden Heemskerk.
Zedert seker jongman (verteld hy, 128 bl) nevens syn vryster, in de Veenen, ontrent den Leidssen Dam, op een bruggetje, met een overdekte wagen verongelukte, is het in Holland de gewoonte geworden, op een brug met de wagen komende, malkanderen om te hals te vatten en te kussen; onder het roepen, heul! heul! dat is te seggen; hulp! hulp vrees ik van noden te hebben!