[Helium]
HELIUM; dit is weder een harde quast by de Latynsse Schoolgeleerden. Boven, 44 bl. heb ik aangeteekend dat in de naam van den Briel, noch overblyfselen van dit woord worden bespeurd. Maar, Flud à Ghilde, in de Voorrede van syn aldaar aangehaalde Vertaalinge, brengt Junius, Eindius en Dousa by, gelovende Helium heden te syn de Wielingen. Andere weder spreeken van Helvoetsluis, op de Suyder zy gelegen; dat immers ook al schyn heeft. Andere, noch geleerder, meenen van Helium het wortelwoord te syn Ἓλος, haalende het uit Pausanias, in Laconic. of syn derde B. Nu is, Ἓλος een diepte of poel gesegt.
Ondertussen hou ik het met den Briel. Ieder kies wat hem lust en sie verdere redeneeringen by Ortelius, in Thesauro Geograph. in voce, Helium. Van Leeuwen, Batav. 53 bl.