[Diderik de Vyfde]
DIDERIK de Vyfde; van welken dus Oudaan.
De Trechtsse myterdrigh, op 't slot van Ysselmonde,
Dat met syn nederlaag stort plotseling te gronde,
My opent dus de poort, en een geruyme baan,
Om segepralende eens myn vaders erv' te ontfâan.
Veel slagen uitgestaan leert harden, het verliesen
Verwonnen streeld de smaak des vyfden Dirks. ô Friesen!
Uw' wederspannigheid wierd eindlyk, met veel bloed
En Silver, na 't beleg van Stavoren geboet.
Deese is de tiende graaf en wel de allereerste, die den titel van Graaf van Holland heeft aangenoomen. Dousa, 10 lib. Annal. Scriverius, by Goudhoeve, 268 bl. Vronens opg. en onderg. 2 B. 36 bl. Matheus, ad Egmondens. Chron. 189 pag.
De soon van graaf Floris de I en vrouw Geertruid van Saxen, naderhand aan Robbert de Fries hertroud.
Onder syn daaden munt uit het belegh van Ysselmonde, A. 1076, gebeeten op Koenraad, de 22ste biskop van Uitrecht, quam hy, met Robbert syn stiefvader, voor dit slot. De biskop riep om bystand. Daar quamen hulptroupen uit het Sticht. Daar wierd gevochten. Ieder dêe syn best, doch de Stichtse weeken. Hier op ging men 't slot te keer. Maar Koenraad gaf sich aan Diderik over, en de graaf sond den gevangenen biskop weder naar Uitrecht. Melis Stoke, 39 bl. noch daar by voegende, dat Diderik noch eens met Koenraad op de Merve een scheepstryd heeft ingegaan; het geen, buiten hem, niemand anders is schryvende. Scriverius, by Goudhoeven, 265, bl.
Van Ysselmonde siet verder, in de letter I. Voegh hier by syn optogt tegens de Friesen, hem weigerende te erkennen. Niet alleen versloeg hy deese, maar hy dwong hen ook, door een belegh, de stad Stavoren aan hem over te geven. En soo wierd hy ook heer van Friesland. Eindlyk stierf hy, A. 1092;