van Luik en Keulen. Nam veel kooplieden gevangen. Syn vyanden vervolgden hem en quamen, onder de markgraaf van Brandenburg, voor de stad. Noch meer, met verraad raakten sy binnen. Doch de graaf ook, en men vocht selfin de nacht. Hy won en de Overlanders liepen wegh of se verstaken sich. 'S morgens wilde Diderik sich wat vertreden, maar onder het wandelen word hy, in een nauw straatje, in syn heup gequetst, met een pyl, ergens uit een venster komende; A. 1048, na 9 jaaren regeerens. Het straatje heet noch heden het Grave-straatje. Oudaan, in deeser voegen:
Des bisschops ban en 't veld behouden hecht en heldigh
By vader, brengt weer af den keiser ruim soo weldigh,
Hy neem vry Fladirting; graaf Didrik werd vermaard
In watermagt en slaat den vyand in den staart.
En werd myn Thuredrecht door troubreuk overrompeld,
Dat 's voor een kleene tyd. Word hier een pyl gedompeld
In 's vierden Didriks bloed, dat brokt my de oude veet
Die van de manslacht niet van 's bisschops broeder weet.
Maar hier is een maar! Hermanus Contractus (een goed schryver) verhaald dat hy in een fellen winter, door 3 biskoppen aangerand, in een veldslagh sneuvelde, in het land van Flardingen. Sie hem, by Scotanus, Friese G. 84 bl. alwaar ook Diderik geen graaf van Holland maar markgraaf van Flardinge word genoemd.
Niet te min men houd sich aan het algemeen gevoelen; gelyk voornaamlyk Balen, Dordr. 699 bl. nevens een onbesuysde en wilde konstplaat, vol onwaarheden, van Romein de Hooge; behalven Melis Stoke, Scriverius, Goudhoeve, de Gouwenaar, en andere meer als eenmaal aangetogen, en Samuel van Hoogstraten, in syn Treurspel, Dieryk en Dorothée ofde Verlossinge van Dordrecht, A. 1666 uitgegeven.
Maar eer ik aftree van deesen Diderik, siet hier noch een uitgelesen aanmerkinge, meergenoemde Alkemade ontleend.
1 | Alle de graven, op de Stads-huys saal van Haarlem, die door Alkemade nevens Melis Stoke syn geplaatst, rustende op haare swaarden, syn ook gerustelyk op haar bed gestorven; als de Diderikken, de I, II, III, V, VI, en VII, &c. |
2 | Die in het harnas sich vertoonen, met opgeheven swaarde, syn in den oorlogh of gewaapenderhand gesneuveld; als Arnout, Floris de I, Willem de II, Floris de V, &c. |
3 | Floris de IV heeft over syn aansicht een toegesloten helm; om dat hy in een steekspel is omgekoomen. |