Inleiding
Dit geschrift bedoelt een praktische vraagbaak te zijn voor allen die zich bezig houden met de verwerking van natuursteen aan onze monumenten, zowel in het verleden als in het heden. Het heeft niet de pretentie van volledigheid, noch van het laatste woord te zijn. De geologische achtergrondinformatie is bewust beknopt gehouden.
Voor de hoofdindeling van de te behandelen steensoorten is de bekende geologische indeling naar ontstaanswijze gevolgd; voor de nadere indeling is een meer praktische gezocht. Bij dit alles is meer van het spraakgebruik uitgegaan dan van de theorie: de gebruikelijke benamingen zijn aangehouden, ook als zij de geologische inhoud niet dekken. Zo kan men bij de metamorfe gesteenten ook goed polijstbare kalkstenen aantreffen die geologisch gezien geen marmers zijn, maar wel zo plegen te worden genoemd.
Bij de bespreking van de afzonderlijke steensoorten worden zowel de eigenschappen en de bruikbaarheid als historische bijzonderheden behandeld. Van een verantwoording van de historische bijzonderheden is om praktische redenen afgezien.
Leisteensoorten worden niet besproken. Daaraan zou een aparte publikatie gewijd dienen te worden. Ook wordt voorbijgegaan aan elementen in de open ruimte, zoals bestratingen, stoep-, lantaarn- en grenspalen, pompen, bruggen en terreinafscheidingen, al komen deze soms wel terloops aan de orde. Tenslotte volgt nog een hoofdstuk over de behandeling van zowel nieuwe steen (uit de groeve) als oude steen (bij restauraties).
Twee bijlagen completeren de tekst. De eerste is een vertaling van de lezenswaardige beschouwing over natuursteen van Viollet-le-Duc uit diens Dictionnaire raisonné (1864) en de tweede een Italiaanse publikatie over de Peperino, een steensoort die nog maar enkele jaren in ons land als restauratiesteen gebruikt wordt.
Een literatuurlijst is toegevoegd (blz. 109). Ook deze heeft niet de pretentie van volledigheid. De publikaties zijn genummerd. In de tekst wordt d.m.v. dit nummer naar de bedoelde publikatie verwezen; na een dubbele punt volgen na het nummer eventueel de bladzijdenummers. De nummers van opvolgende publikaties worden gescheiden door een punt-komma.