Een boos en overspelig geslacht. Moderne literatuur als teken des tijds
(1975)–Gert Slings– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 228]
| |
XI. Beoordeling van de moderne literatuur1. Onze jongeren en de moderne literatuurHet belang van de puberteitsfase.Onze jongeren verkeren in de puberteit in een leeftijdsfase die beslissend kan zijn voor hun verdere leven. In hun rijpingsjaren ontplooien ze zich tot een eigen karakteristieke persoonlijkheid. Hierbij oriënteren ze zich aan de ouderen die door de HEERE op hun weg zijn geplaatst. Ze zijn op weg naar de volwassenheid, waarin ze hun taak als ambtsdragers hebben te vervullen. Ze zijn geroepen tot profeet, priester en koning in kerk, gezin, staat en maatschappij. Deze weg naar de volwassenheid gaat gepaard met de ontwikkeling van sterke en voor hen totaal nieuwe gevoelens. Daardoor is de puberteit een uiterst ingewikkelde fase, waarin niet alleen de sexualiteit moet worden geïntegreerd, maar ook tal van andere gevoelens. Het is in de eerste plaats de periode van het ontdekken van het eigen ‘ik’, waarbij de jonge mens zich losmaakt uit de kinderlijke gebondenheid aan zijn ouders. Vragen als: wie ben ik, wie moet ik zijn, wat moet ik met mijn studie beginnen, wat moet ik met mijn kinderlijk geloof dat achter mij ligt, is er voor mij een volwassen geloof, wat is de zin van mijn leven, zijn kenmerkend voor deze fase. Vervolgens ontwikkelen zich de sociale gevoelens, waardoor het ‘ik’ geconfronteerd wordt met zijn verhouding tot zijn medemensen. Er openbaren zich gevoelens van sympathie en antipathie, zowel voor personen als voor meningen en ideeën. De jonge mens ervaart zijn verbondenheid met het gezin, zijn familie, de kerk, de geboorteplaats en met het vaderland. Daarmee hangen samen de gevoelens van eerbied en van hoogachting, maar ook van afkeer | |
[pagina 229]
| |
en minachting. Zijn emoties kunnen zo sterk zijn, dat hij ze niet heeft, maar dat ze hem hebben. Zeer belangrijk in de puberteit is het ontwaken van gevoelens voor één medemens, gevoelens van liefde en vriendschap die samenhangen met de zich openbarende geslachtsdrift. De gevoelens van liefde zijn verbonden met belangrijke waarden als trouw en verantwoordelijkheid. De relatie tot een ander kan ook negatief zijn en zich uiten in haat en vijandschap. Het zal duidelijk zijn, dat juist deze gevoelens in hoge mate gericht zullen worden door de onderlinge verhouding tussen de vader en de moeder. Tenslotte willen we de ontwikkeling van de religieuze gevoelens noemen. De puberteit is door Rümke genoemd, de fase van de eerste persoonlijke religieuze ervaringen. Merkwaardig is, dat hij in dit verband wijst op het grote belang van het uit het hoofd kennen van b.v. psalmen, schriftgedeelten en catechismus. Hij zegt namelijk, dat godsdienstonderwijs tussen 7 en 12 jaar alleen waarde heeft als de woorden worden geleerd. In de loop van het leven krijgen ze dan hun betekenis. Al deze nog veelal onbegrepen woorden worden later meer en meer gevuld. Het denken richt zich erop en houdt er zich mee bezig. In de ontwikkeling van de godsdienstige gevoelens worden het geweten, berouw, zondebesef, ook deemoed, eerbied, plichtsgetrouwheid en godsvrucht opnieuw inhoud gegeven. Van geweten, gebod, gehoorzaamheid en geloof kan alleen gesproken worden bij een persoonlijke relatie met God. De hier in het kort aangeduide ontwikkeling is essentieel voor het komen tot volwassenheid. Deze volwassenheid kan getypeerd worden als innerlijk-ja-zeggen, als zelfaanvaarding.Ga naar eindnoot1) Hierbij bestaat de innerlijke bereidheid zich te onderwerpen aan het gezag, verantwoordelijkheid te dragen, te buigen voor Gods woord en het leven daarnaar te richten. Wanneer de mens heeft geleerd zichzelf te aanvaarden en kennen, is de volwassenheid bereikt. Hij is dan in staat zichzelf te beheersen in de verschillende relaties die hij onderhoudt. Hij kan dan echte gehoorzaamheid betonen door innerlijke overgave aan de leiding van God in zijn leven. Als geestelijk en lichamelijk volwassene aanvaardt hij ook de strijd tegen de | |
[pagina 230]
| |
zonde in zijn leven, opdat Christus in hem gestalte krijgt. (Galaten 4:19). | |
De moderne literatuur als bedreiging.In de voorafgaande hoofdstukken hebben we geprobeerd aan te tonen, dat de moderne literatuur beschouwd kan worden als een teken des tijds, doordat er sprake is van een doorbraak van zonde en ongerechtigheid, zoals in de geschiedenis van de literatuur nog niet eerder is voorgekomen. Juist in verband met deze uitbarsting van wetteloosheid vormt de moderne literatuur voor de jeugd van het Verbond een groot gevaar, wanneer ze zonder verantwoorde begeleiding van ouders en leraren met deze literatuur in aanraking komt. Dit laatste willen we nadrukkelijk naar voren brengen. Ten overvloede willen we wijzen op het feit dat lezen geen vrijblijvende bezigheid is. Uit talrijke uitlatingen van schrijvers en wetenschapsmensen hebben we dit trachten aan te tonen. Van elk van deze groepen willen we nog een voorbeeld geven. Zo merkt de auteur Marnix Gijsen op: ‘Ik heb weleens gezegd dat het mijn taak was al wat men als vast beschouwde, religieus, sociaal, enz. los te schroeven. De lezer moet zelf bepalen wat weer vastgeschroefd dient te worden. Ik meen dat wanneer men de lezer tot nadenken dwingt, door twijfel in zijn geest te zaaien, hem een dienst wordt bewezen. Het is goed de mensen “in de war” te brengen’.Ga naar eindnoot2 De hoogleraar Bomhoff laat over de invloed van het lezen eveneens geen twijfel bestaan. ‘Als het boek vraagt om gelezen te worden, dan wil dat zeggen, dat het boek er aanspraak op maakt mij te veranderen: mijn inzicht in mijzelf, de anderen, de wereld. Het wil mij aansporen of ervan afhouden de wereld te veranderen; het wil mijn geweten beïnvloeden door mijn wils- en gevoelsleven te veranderen’.Ga naar eindnoot3 We hebben aan de rijpingsperiode opzettelijk enige aandacht geschonken om te accentueren, hoe essentieel deze fase is in de ontwikkeling van de mens. Confrontatie met de moderne literatuur kan in deze periode een verwoestende uitwerking hebben, zoals we | |
[pagina 231]
| |
in het vervolg van dit hoofdstuk hopen aan te tonen. We achten het van het hoogste belang, dat onze jongeren na lezing en overweging van wat in de voorafgaande hoofdstukken over de moderne literatuur werd gezegd, zich niet zonder medeweten van hun ouders of hun leraren met de moderne literatuur inlaten. Ze hebben er recht op te weten, dat door een verantwoorde begeleiding zij er voor bewaard kunnen worden, dat misschien ongemerkt veel wordt stukgemaakt, waarvan de gevolgen zich in hun verdere leven kunnen doen gevoelen. | |
De moderne literatuur als bedreiging van hun verhouding tot God.Onze jongeren mogen behoren tot het ‘heilig zaad’, dat door de HEERE is afgezonderd van de wereld om Zijn lof te verkondigen en tot Zijn eer te leven. Zij hebben het onuitsprekelijke voorrecht in verbondsgemeenschap met de levende God te zijn geboren en gedoopt in de naam van de Drieënige God. Een ongekende rijkdom aan beloften is aan hen als verbondskinderen ten deel gevallen: een eeuwig verbond der genade met God als hun Vader die het kwade van hen wil weren; afwassing van hun zonden door het bloed van onze Here Jezus Christus; dagelijkse vernieuwing van hun leven door de Heilige Geest. Door de opvoeding van hun ouders moeten de kinderen van de Kerk bij het opgroeien steeds meer zelfstandig leren leven naar de wet van het Verbond. Ze moeten leren beseffen, dat christelijke vrijheid niet betekent, dat men onbelemmerd mag genieten, wat er te genieten valt. ‘Want christelijke vrijheid is niet, dat ik van Hem alles mág, maar het is, dat ik buiten Hem niets meer kán’.Ga naar eindnoot4 Aan de vaders en moeders heeft de HEERE inzake de opvoeding van hun kinderen duidelijke opdrachten gegeven, waaraan vooral in deze tijd niet vaak genoeg herinnerd kan worden. ‘Hoor Israël: de HERE is onze God; de HERE is één!
Gij zult den HERE, uw God, liefhebben met geheel uw hart
en met geheel uw ziel en met geheel uw kracht.
Wat ik u heden gebied, zal in uw hart zijn,
gij zult het uw kinderen inprenten en daarover spreken,
| |
[pagina 232]
| |
wanneer gij in uw huis zit, wanneer gij onderweg zijt,
wanneer gij nederligt en wanneer gij opstaat.
Gij zult het ook tot een teken op uw hand binden
en het zal u een voorhoofdband tussen uw ogen zijn,
en gij zult ze schrijven op de deurposten van uw huis
en aan uw poorten’ (Deuteronomium 6:4-9).
Zo moeten de ouders hun kinderen leren luisteren naar wat de HEERE in Zijn Woord hen te zeggen heeft. Ze moeten het hun kinderen niet alleen inprenten, maar ook daarover spreken. Hun onderwijs en opvoeding moet uiteindelijk hierin bestaan, dat ze hun kinderen de HEERE leren liefhebben en dienen. Dat houdt in, dat ze leren breken met de wereld, hun oude natuur doden en godvrezend leven. Nu maken onze jongeren inzake het geloof een ontwikkelingsproces door. We wezen erop, dat de puberteit zich kenmerkt door de eerste persoonlijke religieuze ervaringen. Door de werking van de Heilige Geest in hun harten zullen ze zich in dat bewustwordingsproces op een gegeven moment realiseren, wie ze zijn, dat ze gedoopt zijn, dat ze beloften ontvangen hebben, dat God ook hun Vader en dat Jezus ook hun Verlosser wil zijn. Allerlei termen en gedachten die zich door opvoeding en onderwijs in hun geheugen hebben vastgehecht zullen geleidelijk voor hen betekenis gaan krijgen en zich vullen met een persoonlijke inhoud. We weten ook, dat het zo nu en dan kan stormen in het gemoed van onze jongelui. Het kan er donker en benauwd zijn: zum Tode betrübt. Even later kan echter de zon weer schijnen en kunnen ze juichen van geluk. Vooral in het zoeken van hun plaats tegenover God en Zijn Woord is dit een normaal verschijnsel, dat niet verontrustend hoeft te zijn. Wat ontmoeten deze kinderen van het Verbond, zoekend en tastend op weg naar rust in hun God, in het stadium van de eerste persoonlijke religieuze ervaringen, wanneer ze zich zelfstandig in de moderne literatuur verdiepen? Het antwoord moet zijn: niets wat hen zou kunnen helpen en steunen, alleen maar alles wat hen in de grootste vertwijfeling kan brengen. | |
[pagina 233]
| |
Ze ontmoeten een autonome mens die op alle terreinen van het leven zijn eigen gang gaat en God niet nodig heeft. Ze komen in aanraking met een voorstelling van God als een machteloze die huilt om Zijn eigen onmacht. Ze worden geconfronteerd met de literaire uitwerking van de theorie van de projectie, die heel dicht bij hen wordt gebracht in beeldende taal. Ze lezen godslasterlijke woorden, godslasterlijke handelingen, verkrachting van het Woord van God, cynische spot, kortom alles wat er aan anti-goddelijke en anti-christelijke woorden en daden te bedenken valt, die elke ware christgelovige als een zwaard door de ziel gaan. Hierom achten we de moderne literatuur over het algemeen zeer schadelijk voor de jongeren van de Kerk, die met vallen en opstaan op zoek zijn naar een persoonlijke relatie met hun God en Vader, en hun Heiland en Verlosser. Het gunstigste wat men zich kan voorstellen, is dat ze schrikken van de hel zoals die in de literatuur wordt getekend en dat ze zich hun rijkdom sterker bewust worden. Het ergste is, dat de jonge lezers door intensieve contacten met de moderne schrijvers hun prille geloof kwijt raken. En dit gevaar is niet denkbeeldig, wanneer ze zonder begeleiding van hun ouders en leraren zich in de moderne werken verdiepen. | |
De moderne literatuur als bedreiging van de zin van hun bestaan.De periode van de puberteit wordt tevens gekenmerkt door het zoeken naar de zin van het leven dat de jongeren zich steeds meer bewust worden. Uiteraard speelt de verhouding tot God daarin een centrale rol: ‘Want in Hem leven wij, bewegen wij en zijn wij’. (Hand. 17:28; zie verder Rom. 11:36; Coll. 1:15-16; Hebr. 2:10) Bij het zoeken naar een eigen identiteit, naar een eigen gezicht, naar een eigen plaats in het leven, naar een eigen gestalte, staan vragen centraal als: wie wil ik zijn, wat moet ik doen, wat zal ik worden, hoe kan ik mij als mens en christen het meest vruchtbaar maken? Bij de beschrijving van het identificatieproces in de opvoeding (Hoofdstuk VI, par. 3) hebben we geprobeerd aan te tonen, hoe belangrijk de ouders zijn bij de vorming van hun idealen. Wanneer deze ouders lijden aan plaatsloosheid, geen eigen gezicht bezitten en zelf geen oriëntatieschema's meer hebben, hoe zullen | |
[pagina 234]
| |
ze hun kinderen die dan kunnen verschaffen? Veelal zien we in dergelijke gevallen, dat de jeugd zich van de ouders afkeert en zich eigen identificatie-objecten zoekt, meestal onder vrienden of filmen pophelden. De kinderen van het Verbond verkeren vandaag veelal in de bevoorrechte positie, dat zij opgroeien in gereformeerde gezinnen, waarvan de ouders over het algemeen niet van die verwarring blijk geven die ontstaat als men de norm voor het handelen is kwijtgeraakt. Wanneer een vader en moeder dicht bij de Schrift leven en opgaan onder de getrouwe Woordverkondiging, hebben ze kennis aan de Norm bij uitnemendheid namelijk het betrouwbare en onfeilbare Woord van God. Daardoor weten de jongeren meestal heel goed, waar ze aan toe zijn, wat er van hen wordt verwacht en hoe ze hun leven hebben in te richten. Wanneer de jonge christenen van vandaag zich zelfstandig wenden tot de moderne literatuur vinden ze daar niets, wat hun leven zin kan geven. Op vele wijzen wordt de volstrekte zinloosheid van het bestaan en van al het menselijk handelen naar voren gebracht in vaak beklemmende en indringende schilderingen met het literaire woord. Alles is hopeloos en uitzichtloos. Het ontbreken van idealen waardoor het leven inhoud kan krijgen, is symptomatisch. In verregaande pessimistische en negatieve beschrijvingen van wreedheden en mensonterende handelingen wordt het beeld van de mens ontluisterd. Aan de bespreking van de zinloosheid in de moderne literatuur hebben we met opzet veel aandacht besteed, omdat daarin naar onze mening op fundamentele wijze het bankroet van het bestaan zonder God wordt gedemonstreerd. We achten deze tekening van de zinloosheid voor onze jongeren een even grote bedreiging als de openhartige en schokkende beschrijving van sexuele handelingen. De suggestieve tekening van de zinloosheid van het menselijk bestaan kan zelfs bij volwassenen met een grote levenservaring een gevoel van somberheid en depressie teweeg brengen. Hier blijft van het mooie, het goede, het schone, het hoopvolle niets over. Het enige positieve dat eventueel het gevolg zou kunnen zijn van de confrontatie met de zinloosheid en de absurditeit, is, dat | |
[pagina 235]
| |
de ogen worden geopend voor de leegte, de eenzaamheid, de angst en wanhoop in het leven van de moderne mens. Wanneer er jongeren zijn die zich hierop mochten verkijken en die nog niet door de schijn en schittering van het moderne leven kunnen heenkijken, dan kan de moderne literatuur hen met verbijsterende openhartigheid laten zien, wat er achter die schijn en schittering aan ellende en rampspoed schuil gaat. Misschien zien ze dan ook in, dat de slordige kleding en haardracht van de moderne mens en de grote belangstelling voor de popmuziek uitingen zijn van een mens die van het leven niets meer verwacht, voor wie alle hoop en idealen schipbreuk hebben geleden. Wanneer vandaag onder onze jeugd belangstelling voor de evangelisatie bestaat, dan kan kennismaking met de zinloosheid van het bestaan een stimulans zijn om met des te meer trouw en overtuiging het Woord van verlossing, vergeving en zingeving te verkondigen. Maar ook hier geldt, dat zij er zich voor moeten wachten op eigen houtje deze hel van eenzaamheid en zinloosheid te betreden. Goede, schriftuurlijke leiding, thuis en op school, is juist hier zonder meer van levensbelang. Vooral omdat de zinloosheid in literair gewaad op ons afkomt. En men verkijke zich niet op de kracht van dat literaire woord. Dat is hier een kracht van de afgrond met een demonische lading. Zou Sartre zoveel invloed hebben gehad op de moderne mens, wanneer hij zich alleen had beperkt tot het schrijven van dikke handboeken? Juist met de popularisering van zijn gedachten in romans, toneelstukken en films heeft hij zijn duizenden verslagen. | |
De moderne literatuur als bedreiging van hun liefde.De puberteit is wel genoemd de meest onrustige en gespannen periode van de zielsontwikkeling, met name om de ontwaking van de geslachtsdrift. In onze cultuur wordt de jonge mens eigenlijk te vroeg door de geslachtsrijpheid overvallen, omdat door de steeds langer wordende opleidingsperiode een huwelijk pas mogelijk is jaren, nadat die geslachtsdrift is ingetreden. Deze vroege rijpheid kan tot verwarring aanleiding geven, omdat integratie in het geheel van zijn | |
[pagina 236]
| |
bestaan aan de jonge mens hoge eisen stelt, waarbij de leiding van de ouders van grote betekenis is. In deze fase van lichamelijke rijping ontdekt de jongere zijn gevoelens voor het andere geslacht. Er gaat voor hem of haar een geheel nieuwe wereld open, een wereld van verliefdheid, van verering, van het ontdekken van de ander, kortom een wereld van de liefde. Ook de geslachtsdaad komt onvermijdelijk in zijn belangstellingskring. Er vormen zich idealen met betrekking tot het huwelijksleven, waarbij de jongeren het bijna altijd anders en beter zullen doen dan de ouders. Later komen ze vaak tot de conclusie, dat die ouders het nog niet zo slecht deden. Hoe het ook zij, de ontwaking van de liefdesgevoelens in de puberteit is van essentieel belang. Immers de innerlijke houding van de mens ten opzichte van de liefde bepaalt in hoofdzaak zijn standpunt ten aanzien van het leven. Juist in dit verband zijn de puberteitsjaren leerjaren van het gevoel, die veelal bepalend zijn voor de karaktervorming. We hebben er al eerder op gewezen, dat de liefde, met inbegrip van de lichamelijkheid een bij uitstek geestelijke zaak is. Dit vormt juist het probleem van de integratie in het geheel van de persoonlijkheid. Het sexuele, het lichamelijke staat niet los van het andere, maar het is er integraal, volledig mee verbonden. Sexuele overtredingen zijn in de eerste plaats een geestelijke aangelegenheid en ze kunnen leiden tot het scheeftrekken van het karakter. Verschillen tussen de aard en de beleving van de sexualiteit en de liefde bij jongens en meisjes laten we in dit verband buiten beschouwing. Vast staat dat liefde verbonden is met de diepste gevoelens en verlangens in de mens. Hierbij zijn trouw, zelfverloochening, verantwoordelijkheid voor zichzelf en de ander, zelfbeheersing en geloof in God van essentiële betekenis. Dat laatste hoort er zeker bij, want waarachtige liefde tussen twee mensen bestaat pas dan, wanneer die geheiligd is door de band aan Christus. Dit wil natuurlijk niet zeggen, dat er bij ongelovigen geen liefde voorkomt. De praktijk leert wel anders. Echter deze liefde mist de schriftuurlijke fundering en het schriftuurlijke perspectief. | |
[pagina 237]
| |
Wat onze jongeren in de moderne literatuur tegenkomen aan liefde en sexualiteit, heeft heel weinig met echte liefde te maken. Het is een uitleven van lichamelijke begeerten ten koste van de ander. Van trouw, geestelijke verbondenheid en verantwoordelijkheid voor elkaar is geen sprake. Het is de leugen van de liefde, alsof er niets anders bestaat dan sexualiteit die tot in details ons wordt uitgetekend. Het is een volkomen vertekend beeld van wat werkelijke liefde is en kan zijn. Het is een zich uitleven in het nu en het hier om tijdelijk de eenzaamheid en de angst te vergeten. Maar dat is niet het enige. De moderne schrijvers zijn verder gegaan door aandacht te vragen voor allerlei sexuele verhoudingen die tot de perversiteiten gerekend moeten worden. Uitvoerige en gedetailleerde beschrijvingen worden gegeven van homosexuele en lesbische verhoudingen, sexueel contact met dieren en met doden, knapenliefde, zelfs sexueel contact met God in de gestalte van een ezel. Het is één demonstratie van losbandigheid, onreinheid en zedeloosheid met een onbeschaamdheid en zogenaamde eerlijkheid, die tot nu toe ongekend is. In veel gevallen kan zelfs gesproken worden van literaire pornografie, waarbij geen middel wordt geschuwd om zo prikkelend mogelijk te schrijven. Het is metterdaad literatuur van een boos en overspelig geslacht. Het zal duidelijk zijn, dat voor onze jongeren met hun vaak nog zuivere idealen inzake de liefde deze vorm van literatuur niet bepaald van opvoedkundige waarde is. Vooral door het prikkelend karakter en het stimuleren van allerlei onreine fantasieën door uitvoerige en beeldende beschrijvingen van de geslachtsdaad en verschillende perversiteiten is deze literatuur zonder meer verwerpelijk. Waarschijnlijk zal het lezen ervan tot gevolg hebben, dat het sexuele voor hen een te grote rol gaat spelen door de over-accentuering. Dit kan funeste gevolgen hebben in deze leerjaren van het gevoel, waarin het op de juiste wijze verwerken van al die nieuwe gevoelens en ervaringen toch al heel moeilijk is. Verder kunnen hun idealen ten aanzien van de liefde de grond ingeboord worden, waardoor het heel moeilijk kan zijn hun geliefde met zuivere ogen te bezien en niet als lustobject. Voor jonge- | |
[pagina 238]
| |
lui die geen verantwoorde sexuele opvoeding hebben gehad, kan het kennisnemen van deze karikatuur van de echte liefde ernstige gevolgen hebben. Onze psychiaters kunnen daarover meepraten. We hebben al eerder opgemerkt, dat juist op dit terrein, waarop het mooie van Gods schepping zo duidelijk naar voren kan komen, de verwording ook het grootst is. In de beschrijving van obscene handelingen en het onbeschaamd openbaar maken van het intieme leven van de mens openbaart zich de zinloosheid van het bestaan. Het liefdesleven van de kroon van Gods schepping is verworden tot een poel van liederlijkheid en wellust. Voor de jonge christen in de periode van ontluikende liefde kan het kennisnemen van deze pornografie zonder verantwoorde leiding schokkend zijn en prikkelend en zelfs iets van het mooie van de liefde kapot maken. We willen in dit verband nog wijzen op het grote belang van sexuele opvoeding van de jongeren, waarbij niet alleen maar voorlichting wordt gegeven, maar hun door de ouders wordt voorgeleefd, wat ware liefde is. Ze zullen dan spoedig inzien, dat de relaties in de literatuur niets met liefde van doen hebben en het afwijzen als schunnig en vies. |
|