| |
2. De ouders en de moderne literatuur
De roeping van de ouders in deze tijd.
Het wezen van het ouderschap is het onderrichten en onderwijzen in de Schriften en hun kinderen leren het zwaard van het Woord te hanteren in de concrete situatie van elke dag. Zo hebben ze gezworen bij het doopvont: naar hun vermogen te onderwijzen en te doen onderwijzen. Dat is de hoge roeping van het ouderambt.
Deze roeping is vanuit menselijk standpunt bezien moeilijk en bijna niet te volbrengen in deze wereld van verleiding en goddeloosheid. Maar het is een roeping van Godswege. Hij heeft beloofd de ouders bekwaam te maken die in gehoorzaamheid aan Zijn Woord hun kinderen ook bij het opgroeien willen laten zien hoe rijk de dienst des HEEREN is en hoe arm de wereld buiten Hem.
Deze opvoeding is afhankelijk van vele factoren. Iedere ontwik- | |
| |
kelingsfase vraagt een aparte begeleiding. Een jongen of meisje midden in de puberteit vraagt een andere benadering dan een jongere aan het eind van deze puberteitsontwikkeling. Verder spelen natuurlijk de aanleg en de interesse een grote rol. Wanneer een kind helemaal niet van lezen houdt, zal de moderne literatuur waarschijnlijk niet het grootste probleem vormen. Wat voor iedere jongere hetzelfde blijft is de tijd, waarin we leven. De taak van de ouders bestaat ook hierin, dat ze hun kinderen voorbereiden op het leven na de schoolperiode.
| |
De wereld is geen paradijs, maar een hel.
Regelmatig wordt de klacht gehoord, dat zoveel gereformeerde jongeren de confrontatie met de wereld niet aankunnen. Zodra ze hun beschermde omgeving verlaten en op eigen been moeten staan, vallen velen als ontwortelde bomen om.
Hieruit kan men afleiden, dat er van de wereld een grote zuigkracht uitgaat. De Schrift leert ons, dat de wereld aansluiting zoekt en vaak ook vindt bij ons eigen zwakke vlees. Immers ‘de begeerte des vlezes, de begeerte der ogen en een hovaardig leven’ (1 Joh. 2:16) zijn niemand vreemd. In Gods Woord wordt daarom terecht gewaarschuwd voor die wereld. Johannes schrijft in hetzelfde hoofdstuk: Hebt de wereld niet lief en hetgeen in de wereld is. (Vs. 15)
Op grond van de Schrift moeten de ouders hun kinderen dus waarschuwen tegen de verleidingen van deze wereld. Daarbij mag het echter niet blijven. Het komt ons voor, dat de ouders en opvoeders iedere mogelijkheid moeten aangrijpen om onze jeugd te laten zien, dat achter die verleiding en achter die schijnbare paradijswereld, de dood ons met holle ogen aankijkt. Veel meer dan tot nu toe gebeurd is, moet de jeugd worden ingeprent, dat de wereld geen paradijs is, maar een hel.
Wellicht kan hierbij de moderne literatuur de ouders uitstekende diensten bewijzen. Waar wordt vandaag duidelijker en openhartiger de zinloosheid van het bestaan zonder God geopenbaard dan in de werken van onze moderne schrijvers? Waar horen we indringender de roep om verlossing uit dit lege, ellendige bestaan?
| |
| |
Waar treffen we een betere tekening aan van de eenzaamheid en wanhoop, waarvan de wereld vol is?
Wanneer onze jongeren op eigen benen moeten staan en de beschutte omgeving van hun ouderlijk huis gaan verlaten, moeten ze weten, wat hen te wachten staat. Ze zullen in aanraking komen met verleidingen die veel sterker zijn dan ze zelf hadden verwacht. De satan laat geen middel ongebruikt om de kinderen van de Kerk te vergiftigen. Maar ze moeten weten waar de wegen van deze wereld uitkomen. Ze moeten weten, dat achter al dat mooie, dat aantrekkelijke, dat verlokkelijke de dood te vinden is. Het is alles schijn en schittering van de hel. Het moet zo zijn, dat ze zeggen: ‘Het is allemaal verrassend mooi, aantrekkelijk en lekker, maar mij maken ze niets meer wijs. Ik laat me geen rad voor de ogen draaien. Jullie paradijs is in wezen een hel. Jullie liefde is in werkelijkheid één grote leugen. Jullie sport is tijdverdrijf in het voorportaal van de hel. Jullie vrijheid is ten diepste slavernij in dienst van de satan. Jullie leven is eigenlijk jullie dood’.
| |
De betekenis van de moderne literatuur in de confrontatie met de wereld.
De vraag moet nu beantwoord worden, hoe we de moderne literatuur kunnen gebruiken als een middel om onze jongeren toe te rusten als ambtsdragers van onze Here Jezus Christus, als mensen Gods die tot alle goed werk volkomen zijn toegerust (2 Tim. 3:17).
We zullen hierbij proberen zo praktisch mogelijk te zijn en ons niet verliezen in theoretische beschouwingen. Opvoeden is immers een uitermate praktische bezigheid die alle ouders aangaat. Uit de praktijk blijkt, dat het gros van de ouders ten aanzien van de moderne literatuur met problemen worstelt. Waarschijnlijk is het maar een kleine groep die hun opgroeiende kinderen op dit gevaarlijke terrein de vrije teugel laat. Wanneer deze ouders de voorafgaande hoofdstukken gelezen hebben, zullen ze naar we hopen deze verkeerde methode laten varen. Het betekent, dat ze zondermeer hun kinderen voor de leeuwen gooien, in dit geval voor de briesende leeuw.
We willen er nogmaals met grote nadruk op wijzen, dat de ou- | |
| |
ders er scherp op moeten toezien, dat de jongeren zich niet zelfstandig, dus zonder een vorm van begeleiding, met de moderne literatuur gaan bezighouden. Hun wapenrusting is nog niet voltooid. Ze moeten nog geoefend worden in het hanteren van het zwaard van het Woord. Ze moeten nog leren hun schilden goed te gebruiken om de vurige pijlen van de boze te doven. Ze moeten zich nog leren bewegen in het pantser der gerechtigheid. We hebben dit al eerder ter sprake gebracht. Onze jongelui zijn nog in opleiding, ze zijn nog rekruut. En welke generaal stuurt deze ongeoefenden naar het front? Wel is het waar dat de HEERE soms aan kinderen een bijzondere taak toekent bv. aan Daniël en zijn vrienden of aan een jonge martelaar die voor Christus mag sterven, maar regel is dat niet.
Tot de opleiding tot strijder in het leger van Christus behoort niet alleen de oefening in het hanteren van eigen wapens, maar ook kennis van de wapens en de strategie van de vijand. We hebben proberen aan te tonen dat ook de moderne literatuur een wapen kan zijn in de handen van de satan. In de christelijke opvoeding moet dus plaats worden ingeruimd om de jongeren de aard, de werking en de gevaren van dat wapen bij te brengen.
We weten, dat de meeste gereformeerde ouders ten aanzien van de moderne literatuur een schriftuurlijke waakzaamheid aan de dag leggen. We menen ook te weten, dat vele ouders met hun kinderen over die moderne literatuur proberen te spreken, maar dat ze zich meestal op dit terrein onzeker voelen. Vandaar dat we in dit boek hen een handreiking in dezen proberen te geven.
Het komt ons namelijk voor, dat het van levensbelang is, dat het gesprek over de moderne literatuur tussen ouders en hun kinderen wordt geïntensiveerd. Waar kan dat gesprek beter plaats vinden, dan in de gezinnen. Het blijkt vaak, dat de moderne literatuur een aanzet kan geven tot een persoonlijk gesprek, waarbij de essentiële vraagstukken van de jongeren naar voren komen. Hun verhouding tot God, hun rijkdom als kinderen van het Verbond, de ontstellende leegheid en armoede van het leven buiten God in de wereld, hun plaats in het leven, wanneer ze uitgevlogen zijn.
Dat gesprek kan plaatsvinden naar aanleiding van een werk uit
| |
| |
de moderne literatuur. De mogelijkheid bestaat, dat de ouders zelf een bepaald werk hun kinderen in handen geven, nadat ze het eerst gelezen hebben. De jongelui ervaren dan, dat ook ten aanzien van de moderne literatuur door hun ouders leiding wordt gegeven. Het is ook mogelijk, dat de jongeren zelf met een boek op de proppen komen. Laten de ouders dan niet te gauw hun afkeuring uitspreken over het feit dat ze daarvoor belangstelling blijken te hebben. Laten ze het veel meer op hoge prijs stellen, dat hun kind zich tot hen wendt. Hier ligt voor de ouders een prachtige mogelijkheid om hun kind te laten zien wat er aan eenzaamheid, aan wanhoop en angst, aan zinloosheid, aan onwaarachtige liefde voor hen op tafel ligt. Dat is nu de wereld ten voeten uit. Hier is het masker van verleiding en verlokking afgetrokken, waardoor de hel van het leven zonder God openbaar wordt. Op deze wijze worden onze jongeren gewapend tegen de verleidingen die hen te wachten staan.
Zo kan de moderne literatuur een functie vervullen in de confrontatie met deze wereld. Dat wil niet zeggen, dat die confrontatie een onbeperkt karakter heeft. Bij een soldaat duurt de opleiding ook niet tot het oneindige. Hij moet de wapens kennen die de vijand gebruikt, ook wanneer deze vijand een nieuw wapen in de strijd werpt. Maar deze kennis moet in praktijk worden gebracht. Hij moet de wapenrusting Gods aandoen om te kunnen standhouden tegen de verleidingen des duivels. En deze strijd gaat tegen de krachten en machten van de hel. Wat de mens te wachten staat, wanneer hij zich aan deze machten gewonnen geeft, wordt ons getekend in de moderne literatuur.
Vaak zullen de ouders, wanneer ze kinderen hebben op gereformeerde scholen voor voortgezet onderwijs, kunnen aansluiten bij wat daar over de moderne literatuur wordt onderwezen. Het is noodzakelijk, dat door de daartoe geroepen leraren een overzicht wordt gegeven van de achtergronden en de verschillende aspecten van die literatuur. Zo mogelijk moet voor het onderwijs in de hogere klassen een verantwoorde keus gemaakt worden uit die moderne werken die representatief zijn en toch geschikt voor klassikale behandeling.
| |
| |
| |
De waarde van het gesprek over de moderne literatuur.
De ouders doen er goed aan deze werken ook te lezen en er verder met hun kinderen over door te spreken. Ze weten vaak beter dan de docenten met welke problemen hun kinderen zitten. En nogmaals: wat is er beter en opbouwender dan een persoonlijk gesprek van vader en moeder met hun kind? Zo heeft de HEERE het toch gewild? Dan kan het zijn dat de jongelui hun ouders de op school verworven kennis kunnen doorgeven en dat ze van hen heel wat kunnen opsteken. De ouders kunnen door hun grotere wijsheid en levenservaring, door hun volwassen geloof als geestelijke mensen hun kinderen helpen deze kennis te verwerken en te verdiepen.
Ze kunnen hun kinderen laten zien, wat het betekent, dat de moderne mens God heeft dood verklaard. Dat dit consequenties heeft voor het hele leven. Dat nu de mens zèlf, autonoom, zijn leven inhoud wil geven. Hoe godslasterlijk er vaak over God wordt gesproken en geschreven. Maar ook, dat deze dood van God een afschuwelijke leugen is, omdat hun God een levende God is, die hun Vader wil zijn. Een levende God die hun problemen beter kent dan ze zelf onder woorden kunnen brengen. Wat een prachtige woorden staan hierover in Psalm 139! ‘Gij onderzoekt mijn gaan en mijn liggen, met al mijn wegen zijt Gij vertrouwd. Want er is geen woord op mijn tong, of, zie, HERE, Gij kent het volkomen. Gij omgeeft mij van achteren en van voren en Gij legt uw hand op mij’ (vs. 3-5).
Ze kunnen hun kinderen laten zien, wat het betekent, dat de moderne mens het leven als zinloos ervaart, als een volstrekte chaos, waarin iedere handeling en ieder woord absurd is. Hoe daardoor alles vervuld is van een nameloze triestheid en hopeloosheid. Hoe alle offers zinloos worden geacht en ieder leven schipbreuk lijdt op de rotsen van het bestaan. Maar ook, dat hun leven daarentegen een doel heeft. Dat ze geroepen zijn in dienst van God te leven tot Zijn eer. God heeft een bedoeling met hun leven, wat hun bestaan diepte, rijkdom en perspectief geeft. De moderne literatuur kan hen leren achter de schermen van de wereld te kijken, waar de moderne mens wanhopig zoekt naar de zin van zijn bestaan zonder God.
| |
| |
Ze kunnen hun kinderen laten zien, wat het betekent, dat de moderne mens leeft in een hel van eenzaamheid, waarin deze walgt van het bestaan. Hoe het doorsnijden van de banden met God, heeft geleid tot een onvoorstelbare leegte, waarin de banden met de medemens eveneens zijn verbroken. Hoe men deze eenzaamheid probeert te vergeten door vluchtige sexuele verhoudingen, drugs of alcohol, en hoe na het uitwerken van de roes de leegte en verlatenheid nog groter is. Dat is de werkelijke wereld die achter de verleiding wacht op een ieder die zich laat verleiden. Maar ook, hoe zij daarentegen in een gemeenschap mogen leven. Hoe ze geboren zijn in de verbondsgemeenschap en mogen opgroeien in de gemeenschap der heiligen. Hoe door onze Heiland de verbroken verhouding weer is hersteld. Ook hoe ze een prachtige taak hebben binnen die gemeenschap der heiligen.
Ze kunnen hun kinderen laten zien, wat het betekent, dat de moderne mens leeft in angst en wanhoop. Angst voor de dood, angst voor het leven, angst voor de atoombom, angst voor de toekomst, de tegenwoordige wereld is vol van verschrikkelijke angst en wanhoop die niet zelden leidt tot zelfmoord. De moderne literatuur openbaart wat er eigenlijk in de wereld te koop is: radeloosheid, vertwijfeling, bedreiging, verschrikking. Maar ook, hoe in hun leven daarentegen vertrouwen en rust mogen zijn en overgave aan de leiding van hun Vader. Hoe Christus ook hen van hun angst wil verlossen.
Ze kunnen hun kinderen laten zien, wat het betekent, dat de moderne mens er een liefde op nahoudt die niets anders is dan bevrediging van lusten en begeerten. Hoe iedere geestelijke verhouding daarin afwezig is. Hoe juist in de liefde als één van de mooiste gaven van God aan de mens, zich de dood en de ontbinding openbaart. Hoe elke zuiverheid en kuisheid hier volledig is prijsgegeven. Maar ook, hoe zij met hun sexualiteit hebben te leven in dienst van God en de naaste. Hoe belangrijk het is juist hierin te leven naar Gods geboden. Hoe waarachtige liefde verbonden is met trouw, verantwoordelijkheid, beheersing en zelfverloochening.
Wat ligt er een gespreksstof in de moderne literatuur om de jeugd van Christus inzicht te geven in de zinloosheid van het be- | |
| |
staan zonder God, in de eenzaamheid en vertwijfeling, in de wanhoop en angst, in de triestheid en hopeloosheid, in de vlucht in de sex en perversiteit, kortom in de hel en dood, die achter de façade van de uiterlijke schijn van deze wereld verborgen ligt.
Wat ligt er ook een gespreksstof in deze moderne literatuur om onze kinderen te wijzen op de rijkdom van de dienst van God, op de zin van hun leven, op hun taak in de gemeenschap der heiligen, op hun vertrouwen op hun hemelse Vader, op hun leven in kuisheid en ingetogenheid. De ouders mogen hun kinderen laten zien, wat God met de wereld en met hun leven bedoeld heeft.
Hoe zuiver kan dan het gebed zijn, dat aan het eind van zo'n gesprek tot God wordt opgezonden! Daarin mogen alle moeiten en problemen naar voren worden gebracht. Daarin mag gevraagd worden om bescherming tegen de verleidingen van deze wereld. Daarin mag gedankt worden voor het feit, dat de HEERE onze ogen wil openen voor wat achter die verleidingen ligt aan dood en ontbinding. Daarin mag gevraagd worden om bekering voor dit boos en overspelig geslacht. Daarin mag dank worden uitgesproken voor de onuitsprekelijke rijkdom die we in Christus mogen bezitten. Daarin mag gevraagd worden om de spoedige komst van onze Koning Christus.
Dan staan onze kinderen niet in de kou. Dan mogen ze weten en ervaren, dat hun God een levende God is die Zijn Woord heeft gegeven als een lamp voor hun voet en een licht op hun pad. ‘Ik vermaan u dan, broeders, met een beroep op de barmhartigheden Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levend, heilig en Gode welgevallig offer: dit is uw redelijke eredienst. En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt onderkennen wat de wil van God is, het goede, welgevallige en volkomene’ (Rom. 12: 1, 2).
|
|