Een boos en overspelig geslacht. Moderne literatuur als teken des tijds
(1975)–Gert Slings– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 85]
| |
IV. De zinloosheid van het bestaan in de moderne literatuur1. Het mensbeeld in de moderne literatuurDe traditionele kijk op de mens.In de komende hoofdstukken willen we iets laten zien van de verschillende aspecten van het mensbeeld in de moderne literatuur, zoals de zinloosheid, de eenzaamheid, de angst en wanhoop en de sexualiteit. In deze paragraaf zullen enkele algemene opmerkingen worden gemaakt. Wanneer we een traditionele roman ter hand nemen, ontmoeten we daarin enkele figuren, die duidelijk herkenbaar zijn. Vaak zelfs zo, dat we ze beter kennen dan de levende personen uit onze directe omgeving, vaak ook beter dan onszelf. In een hecht doortimmerd verhaal vertelt de ‘alwetende’ auteur precies wat er gebeurt en hij gunt ons een blik in het zieleleven van de beschreven romanfiguren. Naarmate het gebeuren vordert, knipt hij voor de belangstellende lezers stukje bij beetje de ziel van de figuren verder open, zodat ze voor hen een open boek worden. Hij is het die hun wereld opbouwt volgens de heldere wetten van oorzaak en gevolg. De mens in de traditionele literatuur lijkt op een soort geestelijk standbeeld dat de schrijver voor ons onthult. Deze mens is als een vaste rots temidden van de woelige baren van het bestaan. Eigenlijk is dit de mens van het rationalistische denken voor wie het leven volkomen doorzichtig is en voor wie geheimen en raadselen niet bestaan. | |
De onkenbaarheid van de mens.Freud en na hem vele anderen hebben duidelijk gemaakt, dat de mens niet zo hecht en overzichtelijk in elkaar zit als men wel zou denken. Hij heeft aandacht gevraagd voor de gecompliceerdheid van de mens, eigen- | |
[pagina 86]
| |
lijk voor zijn onkenbaarheid. In de literatuur zien we dan ook langzaam maar zeker, dat de personen in de romans van hun vaste kern worden beroofd.Ga naar eindnoot1 Sartre en Camus hebben er onder andere op gewezen, dat de mens geen wezen is met vaste eigenschappen.Ga naar eindnoot2 De mens is een open mogelijkheid, van wie van te voren nooit met zekerheid te zeggen valt, hoe hij in een concrete situatie van het leven zal handelen. In een consequente afwijzing van het verleden tracht hij in vrijheid en verantwoordelijkheid zich als autonome mens een eigen toekomst te ontwerpen, weliswaar in het besef van de zinloosheid van zijn handelen. De mens moet zich bevrijden van zijn verleden, want dat is het verleden van het christendom met zijn verderfelijke moraal, die slavernij betekent. In het voetspoor van Nietzsche en anderen moet de mens van vandaag zich bevrijden van alle zogenaamde christelijke normen en waarden. Sinds men leeft in het besef, dat God dood is, hebben die immers afgedaan. Men kan stellen, dat met de onkenbaarheid van God er ook sprake is van de onkenbaarheid van de mens. Uit de autobiografie van Sartre ‘De woorden’ hebben we gezien, waarom hij na lange twijfels het bestaan van God ontkent. Met zijn scherpe verstand doorzag hij al vroeg de schijn van christendom die zijn grootouders ophielden. Hij ervoer dat het hem voorgehouden godsbeeld bedrog was. God was voor hem de wrede en onrechtvaardige tiran, die de mens alle vrijheid en verantwoordelijkheid ontnam in ruil voor schuldgevoelens. | |
De romanfiguren zijn dragers van het moderne levensgevoel.Het mensbeeld van Sartre is evenals dat van Camus, maar op andere wijze, heroïsch te noemen. Het is het beeld van de verlaten, eenzame mens, die er naar streeft deze verlatenheid en eenzaamheid te overwinnen in het ontwerpen van een eigen wereld. In zijn mensbeeld ontmoeten we de mens, die het tot-vrijheid-gedoemd-zijn als een nieuwe taak op de schouders neemt en met zijn eigen, vrije wil zonder enige steun van buiten af, een wereld herschept in vrijheid en verantwoordelijkheid, maar tevens in volstrekte eenzaamheid. | |
[pagina 87]
| |
Bijna alle romanfiguren, die we in de moderne literatuur van de laatste jaren zien optreden, vertonen trekken, die op een of andere wijze te herleiden zijn tot Nietzsche, Freud, Kafka, Sartre en Camus en de vele anderen die met hen het moderne levensgevoel inhoud gaven.Ga naar eindnoot3 Een levensgevoel dat getypeerd kan worden door opstand tegen de God van het traditionele christendom, verachting van alle traditionele normen en waarden, benadrukking van de lichamelijkheid en de sexualiteit, het gedoemd zijn eeuwig in de cirkel van zijn vereenzaamd bestaan opgesloten te zitten, het zich bedreigd voelen met als gevolg wanhoop en angst, de zinloosheid van het bestaan, de vervreemding van zichzelf en van de ander, geobsedeerd zijn door de onontkoombare dood. Is er dan niets positiefs te zeggen van de mens, zoals die uit de moderne literatuur voor ons oprijst? Nee, of het moest zijn de inzet waarmee deze zoekt naar de zin van zijn bestaan. Het is een hopeloos pessimistisch beeld dat we voor ogen krijgen. Het is een typisch kenmerk van bijna alle moderne werken, dat alle wezenlijke blijdschap en iedere vorm van duurzaam geluk totaal afwezig zijn. Het vermogen om werkelijk lief te hebben komt in praktisch geen enkele roman van deze tijd meer voor. De moderne literatuur is een sprekend getuigenis van het verderf, dat over onze cultuur is gekomen nu men God de rug heeft toegekeerd. De moderne literatuur is een teken des tijds, waarin de mens der wetteloosheid openbaar wordt. |