Een boos en overspelig geslacht. Moderne literatuur als teken des tijds
(1975)–Gert Slings– Auteursrechtelijk beschermd4. De moderne literatuur als teken des tijdsDe functie van het teken.Wij hebben in het dagelijks leven te maken met allerlei tekenen. Wie rook waarneemt aan de horizon, weet dat er vuur moet zijn. Het moderne verkeer wordt geregeld door verkeerstekens, omdat een teken zich sneller laat lezen dan een tekst. Wanneer men die tekens niet heeft leren herkennen, zijn ze zinloos. Hoe vaak komt het niet voor, dat tekens geen be-teken-is voor de mens hebben. Voor een analfabeet in de binnenlanden van West-Irian zijn de lettertekens zonder zin. De moderne stedelingen zijn langzamerhand afgestompt voor de vele natuurverschijnselen, waaruit een boer of schipper zijn weersverwachting feilloos afleest. Een historicus die zich na intensieve studie een beeld gevormd heeft van een bepaalde periode, kan allerlei schijn | |
[pagina 30]
| |
baar onsamenhangende feiten in zijn legpuzzel een zinvolle plaats geven. Die feiten zijn voor hem tot teken geworden, hij kent hun betekenis.Ga naar eindnoot8 Belangrijk zijn ook de tekenen in de omgang tussen mensen. Een knipoog, een schouderophaal, het fronsen van de wenkbrauwen, het zijn allemaal tekenen binnen de menselijke verhoudingen. Mensen die elkaar lief hebben, bewijzen elkaar hun liefde in velerlei, vaak subtiele tekenen. Zo zegt Laodamia in ‘Een idylle’ van de dichter Martinus Nijhoff (1894-1953): Voor mij is de liefde een geur door 't huis,
een stem, een stap, iemand komt thuis,
men hoort hem op 't binnenplein
neuriënd met iets bezig zijn.
Een teken verbindt twee werelden met elkaar, zoals een brug twee oevers. Het teken is enerzijds zichtbaar, waarneembaar voor iedereen, maar tegelijk verwijst het naar een andere wereld die men moet kennen, waaraan men deel moet hebben, waarvan men ingewijde moet zijn om het teken te kunnen begrijpen. Zo kan het teken openbaring zijn voor hem die ‘ziet’ en een verhulling voor hem die ‘blind’ is. | |
De tekenen der tijden.Niet alleen in het inter-menselijk verkeer heeft het teken een wezenlijke functie, ook in de verhouding van God en mens is het teken van groot belang, wat blijkt uit het feit dat de Schrift er vol van is. Zo zegt de Heiland tegen de Farizeeën en Sadduceeën: ‘Als de avond valt, zeggen jullie: “mooi weer, want de hemel is rood” - en 's morgens: “vandaag stormt het, want de hemel is rood en betrokken”. Hoe de lucht er uitziet kunnen jullie dus onderscheiden - maar niet de tekens van de tijden!’ Matth. 16:2, 3. (Vert. Mr. E. Straat.) Dr. H.N. Ridderbos geeft hierbij in de Korte Verklaring het volgende commentaar: ‘Maar van welk een grenzeloze oppervlakkigheid getuigt het, wel te letten op de voortekenen der komende weersgesteldheid en geen oog te hebben voor de zo belangrijker | |
[pagina 31]
| |
tekenen der tijden, d.w.z. de aankondigingen van de grote keerpunten in de geschiedenis, speciaal van het einde der geschiedenis, de Messiaanse tijd’. (289) De gemeente des Heren moet dus met de uiterste waakzaamheid op wacht staan en letten op de tekenen der tijden, die aan de wederkomst voorafgaan en haar aankondigen. Onze Heiland heeft in verschillende situaties de beoordeling van het weer vergeleken met de beoordeling van de tijd. Ook wij moeten ons oriënteren aan onze tijd, opdat we weten wat er aan de hand is. Vanuit de Schrift moeten we ons een oordeel vormen over de tekenen der tijden. Pas wanneer die schriftuurlijke geloofsspanning aanwezig is, zullen die tekenen als tekenen worden herkend en begrepen. Is dat uitzien en dat verlangen naar de komst van onze Heiland er niet, en zijn onze lampen gedoofd, dan wordt de gemeente met blindheid geslagen, zoals een vrouw die haar man verwaarloost, zijn liefdetekenen niet meer opmerkt. Zo is de gemeente des Heren, de gekochte bruid, geroepen te letten op de tekenen der tijden, want het zijn tekenen van de naderende komst van haar Geliefde, haar Bruidegom.Ga naar eindnoot9 | |
Vermenigvuldiging van de ongerechtigheid.Iemand die zich niet onderworpen weet aan de normen van Gods Woord kan op zekere hoogte de moderne literatuur beschouwen als spiegel van de tijd of als seismogram van de tijd, maar voor hem zal het dwaasheid zijn, wanneer men de literatuur van vandaag wil bezien als teken des tijds in de zin die we eraan gegeven hebben. Voordat de Here Jezus wederkomt op de wolken moet de mens der wetteloosheid zich ten volle geopenbaard hebben, de zoon des verderfs, de tegenstander, die zich verheft tegen al wat God of voorwerp van verering heet, aldus Paulus in 2 Thess. 2:3 en 4. ‘Vooraf gaat een algemene afval van God, hierin uitkomende, dat men niet meer rekent met Hem en al meer openlijk Zijn ordinantiën loslaat. En die afval zal uitlopen op de komst van een mens, welke de Satan, die als geestelijke drijfkracht achter die los-van-God-beweging werkt, aan het licht zal brengen en waarin hij die afval bekroont en tot haar verschrikkelijke voltooiing brengt. Een mens, | |
[pagina 32]
| |
die, geheel beheerst door de grote tegenstander Gods, welbewust het verzet tegen God zal organiseren, en revolutie prediken tegen zijn geboden; waarom hij ook de mens der wetteloosheid kan heten, want zijn optreden zal gekarakteriseerd worden door een algehele losbarsting van alle door God gestelde normen’, aldus wordt dit gedeelte uitgelegd in de ‘Paraphrase’ over deze verzen. Het geheimenis der wetteloosheid, het grote afvalproces was in Paulus' dagen al in werking en het werkt dóór in heel de geschiedenis van de Nieuwe Bedeling. ‘Zo was er de werking der nog-verhulde wetteloosheid in de wereld van de apostel Paulus, zoals ze er trouwens in het heidendom altijd geweest is, maar ook in de godsdienstige en morele ontaarding der middeleeuwen, in het humanisme en de daarin wortelende revolutie, en ze is er in schrikkelijke mate in de wereld van vandaag. Sartre heeft God dood verklaard en in zijn individualistisch existentialisme een wetteloos vrijheidsbeginsel verkondigd, dat, op velerlei manier in toepassing gebracht, bij de huidige generatie heeft aangeslagen, getuige o.a. het enthousiasme, waarmee de jeugdromans van de Parijse Françoise Sagan ontvangen zijn’.Ga naar eindnoot10 We zien vandaag een uitbarsting van goddeloosheid op velerlei gebied, een afval, waarin alles wat aan Christus herinnert wordt afgebroken, een radicale afval van de levende God. De wet van God heeft afgedaan en de mens is zichzelf tot wet geworden. De ordeningen Gods, de christelijke tradities, ja, alle christelijke waarden moeten worden weggevaagd. Worden vandaag in de moderne literatuur niet de tekenen openbaar van afval van God met een consequentie en een omvang die tot nu toe ongekend is? Kan men bij vroegere literatuur nog allerlei nuanceringen aantreffen van christelijk en niet-christelijk, zodat het anti-christelijk karakter niet altijd even duidelijk te constateren valt, vandaag laat de moderne literatuur over haar plaats geen twijfel bestaan. Het vrouwenzaad en slangenzaad komen meer en meer in strijdpositie tegenover elkaar te staan. We constateren een ontzaglijke uitbreiding van de goddeloosheid en een doorzetten van de valse profetie in een energie van dwaling. ‘Vele tekenen gaan aan de wederkomst van Christus vooraf. Wij | |
[pagina 33]
| |
zullen horen van oorlogen en geruchten van oorlogen, van hongersnoden, pestilentiën en aardbevingen. De ongerechtigheid zal vermenigvuldigd worden’.Ga naar eindnoot11 Die doorbraak van zonde en goddeloosheid zien we nog niet zo ongeremd in de werken van vooral oudere auteurs als Vestdijk en Gijsen, maar ook niet in die van jongeren zoals Lampo en Ruyslinck. Echter wel in de romans, waarin het existentialistische levensgevoel gestalte werd gegeven. En is dat levensgevoel met zijn angst en wanhoop, met zijn eenzaamheid en verveling, met zijn godslastering en sexuele verwording niet in hoge mate typerend voor onze moderne tijd? Binnen het kader van dit boek worden de genoemde auteurs daarom niet tot de moderne literatuur gerekend en blijven ze dus onbesproken. De moderne literatuur als teken des tijds - vanuit deze visie willen we aan het werk gaan, opdat we goed weten hoe wij en onze kinderen worden bedreigd, maar ook hoe we worden beschermd, wanneer we in gehoorzaamheid aan en vertrouwen op Christus, onze Koning, ons leven inrichten. De satan en zijn demonen gebruiken alle hun ten dienste staande middelen om het volk van God te vernietigen. Ze opereren incognito en vinden ook in de moderne literatuur een ideaal actieterrein, maar uit de Schrift kennen we hun werkplan (2 Cor. 2:11). Vanuit dat Woord moet de gemeente Gods vandaag zijn gedachten wereld kennen en zijn strategie in kaart brengen. Dan kunnen we meestrijden in het grote gevecht tussen Koning Christus en de leugenaar van den beginne. We moeten ons steeds goed voor ogen stellen, dat het gaat tegen een geweldige macht: een grote rossige draak met zeven koppen en tien horens met op die koppen zeven kronen (Opb. 12:3). Maar één in getrouwheid gesproken woord reeds doet hem vallen. De gemeente van Jezus Christus is geroepen de tekenen der tijden te kennen. De grote afval is aan de gang en de mens der wetteloosheid komt steeds duidelijker voor ons te staan. De moderne literatuur is er vol van. In zoverre kan de moderne literatuur beschouwd worden als een teken des tijds. |
|