Toekomst voor de Middeleeuwen
(2000)–Hubert Slings– Auteursrechtelijk beschermdMiddelnederlandse literatuur in het voortgezet onderwijs
[pagina 143]
| |
V
| |
[pagina 144]
| |
jaren zeventig nog lijnrecht tegenover elkaar stonden (zie § III-2) in de praktijk met elkaar verenigbaar blijken; de laatsten hebben herhaalde malen een lans gebroken voor het behoud dan wel de terugkeer van de canon in het literatuuronderwijs.Ga naar voetnoot3 Hoewel er dus niet beweerd kan worden dat het in de Nederlandstalige literatuurdidactiek ontbreekt aan theoretische reflectie over historische literatuur in de klas, is er van een uitgewerkte didactiek voor het historische literatuuronderwijs nog geen sprake: de bijdragen tot nu toe zijn in hoofdzaak verkennend van karakter en behandelen de onderwijssituatie bovendien vrijwel nooit systematisch.Ga naar voetnoot4 | |
Doelstelling en inperkingenHet laatste hoofddeel van deze studie is gewijd aan de toekomst van het onderwijs in de Middelnederlandse literatuur. Zowel de vorm als de vakinhoud van dit historische literatuuronderwijs verdienen bezinning. Wat de vorm van het onderwijs betreft vanwege de ingrijpende verandering die het literatuuronderwijs bezig is te ondergaan als gevolg van de invoering van de zogeheten ‘Tweede Fase’. Op de recente onderwijspolitieke ontwikkelingen zal in de eerstvolgende paragraaf nader worden ingegaan. Op vakinhoudelijk gebied is bezinning nodig vanwege de in de inleiding aangetroffen kloof tussen onderwijs in wetenschap, die in de daaropvolgende hoofdstukken in kaart gebracht is. Nu het historische literatuuronderwijs door de onderwijsvernieuwing in een crisis zal komen, kan deze kloof noch door de vakwetenschap noch door de onderwijspraktijk langer genegeerd worden. Deze problematiek zal in de overige paragrafen aan de orde komen, wederom aan de hand van het model Didactische Analyse. Er zal een bespreking gegeven worden van de mogelijkheden en aanbevelingen voor de behandeling van de Middelnederlandse literatuur in de lespraktijk, waarbij geput zal worden uit vernieuwingsvoorstellen van anderen, uit gegevens die met behulp van empirisch onderzoek zijn vergaard en ook uit nieuw gedachtengoed vanuit een medioneerlandistisch gezichtspunt. Daarbij moet opgemerkt worden dat het in veel gevallen slechts zal gaan om stellingnames (die uiteraard zo goed mogelijk onderbouwd zullen worden); empirische evidentie is op dit gebied niet altijd haalbaar. Ik heb er bewust voor gekozen om mijn bezinning te enten op de praktijk van het historische literatuuronderwijs zoals die in verleden en heden ontstaan en vormgegeven is; niet eens zozeer vanwege de pragmatische overweging dat onderwijsvernieuwingen die niet vanuit de praktijk gevoed worden weinig kans slagen hebben, maar vooral vanuit de meer principiële overtuiging dat de traditie, met als onderdeel daarvan een gemeenschappelijk geheugen met meer dan honderdvijftig jaar | |
[pagina 145]
| |
praktijkervaring met betrekking tot het historische-literatuuronderwijs, dat zonder meer waard is. |
|