Verzamelde gedichten. Deel 2(1947)–J. Slauerhoff– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 368] [p. 368] Bruiloftslied Mijn gade, het is goed, wij zullen toeven In een klein stadshuis, ik zal niet vertrekken, Al bleven mij veel eilanden te ontdekken Die zich om mijn afwezigheid bedroeven. Niet dicht bij zee, om mijnentwil, 't Werd mij ondraaglijk aan den rand Der ruimt' te rusten, bij de golven stil: Bewaar mij diep in 't binnenland. 'n Gewezen vestingstad is goed. De avondwandeling doen wij om de wallen, Zien saam zonsondergangen tegemoet En kudden keeren naar de stallen. Maar soms speur ik in Westenwinden De zeeën waarover zij woeien. Wij gaan naar huis, sluiten de blinden, Bij 't lamplicht tracht je mij te boeien, Te doen vergeten 't varend schip in 't duister Waarop ik iedren nacht kon hooren alle Golven van alle verten samenvallen Om mijn onrustig hart gerust te ruischen. [pagina 369] [p. 369] Nooit sliep ik beter, dieper dan aan boord. 't Schip is de lompe wieg die mijn geslacht, Tot in Groenland, Spitsbergen, Labrador, Ver van het vaderland heeft voortgebracht. Maar het is goed, ik zal met jou, lief. wonen En zwaar gaan van de zorg om jouw bestaan, En niet tot de eilanden, als zooveel schoone Slaapsters, mij wachtend diep in de' oceaan. Dan bloeit je vreegelaat in 't schemerlicht. Ik zit bij 't uitzichtlooze raam te staren En denk voorbij de veege straatlantaren, Hoe 't ijzingwekkend schoone Noorderlicht Gletschers beschijnt, die eeuwenoude kusten Tot diep in 't binnenland doen splijten onder Een ongehoord en nachtenlang gedonder... Jij komt en kust mij en wil met mij rusten, Je late' omhelzen in den veilgen nacht, In 't stille huis dat je zelf hebt gekozen Voor 't samenleven en gestaag liefkoozen. Ach, waarom dit en niet de overmacht [pagina 370] [p. 370] Van 't lot, dat zwervend zijn gebied vergroot, Zeilend op bron- en mondinglooze stroomen, Waar 't leven oplost tot een ruimschootsch droomen, En als vanzelve voortvloeit naar den dood? Maar het is goed, in liefdes naam Heb je gekozen en hebt mij vertrouwd. Boven groot zelfverlies, klein zelfbehoud Blijven wij saam! Vorige Volgende