Verzamelde gedichten. Deel 2(1947)–J. Slauerhoff– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 365] [p. 365] Herfst 't Is stil in de lucht, de trekkende ganzen Richten hun zuidvlucht in wiggevorm. Verbrijzeld, ontblaard door den laatsten storm Hangen de takken in zilverglanzen. 't Is stil... om van verre landen te droomen, Of men vanzelf er zoo heen zal drijven, Aan niemand gehecht, niets dat weerstand biedt, Maar weet wel dat men er nooit zal komen, Om voortaan op deze plek te blijven... Waarom op deze, op een andre niet? Er is iets in dien vijver, die boomen En 't huis aan de heuvels dat samenhoort, En ik ben als gast door hen aangenomen... Nu wordt het tijd voor het laatste woord. Vorige Volgende