Verzamelde gedichten. Deel 2(1947)–J. Slauerhoff– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 311] [p. 311] Waaier Zie mij in het gezicht en ontvouw je waaier Als je vreest dat ik je zal zien blozen, Terwijl mijn hand je aanraakt op een innige wijze; Of gebruik hem als staf om mij voor mijn vermetelheid te straffen, en ontplooi hem daarna voor de vallei waar hij in voegt. Maar ook deze verdediging kan je overgave niet beletten. Als je ontwaakt ligt de waaier als een groote doodgewaaide vlinder op een kussen. De roode en witte figuren zijn gebroken. Alleen in jouw handen kan een waaier een wonderworden. Vorige Volgende