Verzamelde gedichten. Deel 2(1947)–J. Slauerhoff– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 286] [p. 286] De Grenadiers Terwijl hij langzaam stierf op de eilandrots, Moesten zijn grenadiers in Frankrijk leven Van schoenlappen, sigarenmaken, weven, Zij, van de grande armée de wapentrots. Hun handen stonden voor dat werk verkeerd. Nog droegen ze op gedenkdagen medailles, Dan hoonde hen het burgerpak: Canailles, Nog pronken, ons regime geaffronteerd! - Toch dachten ze enkel aan zijn knagend leed, Dat hij, aan 't slagveldleven zoo gewend, Daar nu moest wandlen zonder regiment Dat wapens presenteerde - dat was wreed. Alleen met dien Gourgaud en dien Bertrand, Beiden meer hoveling dan generaal; Zijn leven was daar wel zoo duf en kaal Als van een schip, onwrikbaar wrak, op 't strand. Ze stierven wreed gescheiden: hij op 't eiland En zij in 't grauw van 't oorlogsloos bestaan, Nimmermeer saam in 't aangezicht des vijands, Aan kanker hij, aan honger zij vergaan. Vorige Volgende