Verzamelde gedichten. Deel 2(1947)–J. Slauerhoff– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 241] [p. 241] Al Dwalend I Maannachten [pagina 242] [p. 242] Maneschijn te Tsingtao De maan weent over de waatren Om 's werelds leed te verzachten, Zij heeft maar enkele nachten En weet dat het niet zal baten. Het bare zwarte gebergte Ligt hard in het milde vlieten. De golven zijn moegetergd en Willen geen glans meer genieten. De wereld wankelde lang Tusschen geluk en ellende, Maar duldt nu rampen en dwang, Alsof zij nooit anders kende. Maan, straal liever niet meer, Of word een groot rond brood En daal zoo in Sjansi neer En red het van hongersnood! Vorige Volgende