Verzamelde gedichten. Deel 2(1947)–J. Slauerhoff– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 200] [p. 200] Vida triste Gedoemd om droevig te leven Wordt ieder die te veel liefheeft; Nog nooit hield mijn hart het tegen, De liefde die groot verdriet geeft. Weer zocht tevergeefs aan jouw borst Mijn gemartelde hart zijn rust, Dat wil troost voor brandenden dorst En wordt niet gelescht door lust. En altijd lijden en boeten Moet men voor iedere daad, Tot de wellust der laatste zoete Liefkoozing in dood vergaat. Hoe lang men soms kan omhelzen, Eens is weer de tijd vervloden; Kan men dan nooit die helsche Vervloekte passie dooden? Ik weet het, liefde is zonde En dus kreeg ik ook mijn straf: Ik ben voor eeuwig gebonden Aan iemand die nooit om mij gaf. [pagina 201] [p. 201] Wel heeft hij mij veel streelingen En liefkoozingen gedaan, Nooit kon hij mijn liefde bevredigen, Dat kan zeker niet bestaan. Ik weet wel, lijden en boeten Moet men voor iedere daad, Tot de wellust der laatste zoete Liefkoozing in dood vergaat. Hoe lang men soms kan omhelzen, Eens is weer de tijd vervloden; Kan men dan nooit die helsche Vervloekte passie dooden? (Vertaald, anoniem) Vorige Volgende