Verzamelde gedichten. Deel 2(1947)–J. Slauerhoff– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 120] [p. 120] Het Einde Vroeger toen 'k woonde diep in 't land, Vrat mij onstilbaar wee; Zooals een gier de lever, want Ik wist: geen streek geeft mij bestand, En 'k zocht het ver op zee. Maar nu ik ver gevaren heb En lag op den oceaan alleen, Waar zelfs Da Cunha en Sint-Heleen Niet boren door de kimmen heen, Voel ik het trekken als een eb Naar 't verre, vaste, bruine land... Nu weet ik: nergens vind ik vree, Op aarde niet en niet op zee, Pas aan die laatste smalle ree Van hout in zand. Vorige Volgende