Verzamelde gedichten. Deel 2(1947)–J. Slauerhoff– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 65] [p. 65] Lo Yang, de Gezegende Hao, Hao, Lo Yang is een voorname stad; Men hoeft slechts 's gouverneurs paleis te aanschouwen En weten dat hij leeft met duizend vrouwen, Opdat men haar op rechte waarde schat. Hao, Hao, Lo Yang is een rechtvaardige stad; 't Ya Men doet iedren roover snel onthoofden, En laat grootmoediglijk den snoodberoofde Behouden wat hij na den roof bezat. Hao, Hao, Lo Yang is ook een veilige stad; Twaalf meter hoog zijn de eerbiedwaardige wallen, Wel zijn ze voor driekwart tot puin vervallen, Er komt geen oorlog meer, wat hindert dat? Hao, Hao, Lo Yang is een gezonde stad; Men kan er vrij en frisch op straat verkeeren, De pest verhoedt, streng als politie, dat De krotbewoners zich te snel vermeeren. Hao, Lo Yang is een wonderschoone stad; De paarlstroom glanst en doet de jonken wieglen, 't Water wordt wel gebruikt als vuilnisvat, Maar blijft toch theetuin en paleismuur spieglen. [pagina 66] [p. 66] Lo Yang is een verrukkelijke stad; Wie zou niet voor 't geluk om er te leven - Binnen haar muren - alles willen geven Aan boetes en belasting wat hij had? Vorige Volgende