Verzamelde gedichten. Deel 2(1947)–J. Slauerhoff– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 36] [p. 36] In Hsien Yang Zoolang ik als vreemdling in Hsien Yang woonde, Beleefde ik geen dag zonder regenstroomen; De zon brak zelden dien grijzen vloek. In zwaren slaap bracht ik mijn tijd te zoek. Het meer reikt tot de kim en wil niet slinken, De wolken zakken, dreigen te verdrinken. Ik hoor den wind de oeverwilgen wringen, Achter den mist onzichtbare visschers zingen. 'k Zie witte spoken in de grauwe wijlen. Wat zijn 't? Verdoolde vogels? Natte zeilen? (Po Tsju I) Vorige Volgende