Wij zijn vrij. Wij zijn verlost Mij stokt de pen van blijdschap en dankbaarheid om de gevoelens weer te geven die mij deze stonden bestormden Verlost van een booze vijand, verlost van den geesel van den honger, verlost van den angst voor de allernaaste toekomst. Wij danken nu allen God, Die ons in de bange jaren niet verliet, Die ons bijstond als ons arm menschenhart dreigde te breken van kommer en ellende, Die ons een stut en een geleide was toen wij hulpeloos doolden als in een dal des doods. Gelouterd door veel smart zijn wij evenwichtiger uit den strijd getreden en heeft zelfs deze barre tijd een tegoed op zijn creditzijde voor ons gehad.
Mijn indrukken over de afgeloopen dagen wil ik hier zoo goed mogelijk weergeven. Vrijdagavond 8 uur. Lies zit aan een verstelwerkje en ik houd me onledig met een overjarige ‘Scetsch’
Plotseling horen we iemand op de Amstelkade schreeuwen ‘We zijn vrij! We zijn vrij’ Ofschoon het verboden is op straat te komen, stormt ieder de straat op en horen we het groote nieuws ‘Denemarken, Noord Duitschland en Nederland heeft gecapituleerd! Eerst zijn we wat critisch, want we hebben in den loop van 5 jaren geleerd ‘Safety first’ te zijn, doch allengs verschijnen aanplakbiljetten der illegalen die zekerheid brengen. Het oranje komt te voorschijn. Een ondergedoken Jodeman heeft in de afgeloopen jaren niet stilgezeten en komt met een volledige collectie oranje schildjes voor den dag en heeft weldra vele afnemers. Aarzelend verschijnt hier en daar een vlag en weinige minuten later is onze heele kade feestelijk met het rood wit blauw en oranje versierd. Takkenbossen, papier hout en alles wat brandbaar is, wordt aangesleept en weldra kleurt een helle gloed van ons vreugdevuur de gevels. Wij dansen rond de vlammen. Twee jongelui hebben de gitaar gehaald en ferm klinken de aloude vaderlandsche liederen door honderde kelen gezongen door de straten.
Helaas, de ‘Grünen’ beantwoorden onze jubel op de hen bekende wijze Zij openen vanaf de brug van de van Woustraat mitrailleur-vuur op ons In de meening, dat het vuurwerk is, blijf ik met een van de muzikanten staan en wederom ketsen geweerschoten langs de steenen. Ieder vlucht nu het huis in. Goddank geen treffers, alleen bij de familie Brongersma is dwars door de kamer geschoten zoodat we door het oog van de naald zijn gekropen. Thuisgekomen hebben we koffie gezet en een tarwekoekje gebakken om eenigszins feestelijk