Dagboekfragmenten 1940-1945
(1954)–T.M. Sjenitzer-van Leening– Auteursrechtelijk beschermd
Nederlander bij SS-eenheid, ca 30 jaar - Woudenberg
| |
[pagina 615]
| |
vliegend eveneens levensmiddelen brachten voor de hongerende burgerbevolking. Kort daarop kwam de mededeeling, dat aan het heele Westelijk front de wapens rustten. Overal verscheen de burgerbevolking op de straten, op vele plaatsen kwam het tot groote feestvieringen en, helaas, ook tot schietpartijen. Onze regimentsgefechtsstand in Leersum werd door een groep bewapenden aangevallen, waarop direct [een] razzia georganiseerd werd tegen deze partisanen, met het gevolg, dat alleen in Leersum negen personen werden neergeschoten. Ook in Amersfoort kwam het tot kleine schieterijen. De burgerbevolking wist ons te vertellen, dat de Vesting Holland onvoorwaardelijk gecapituleerd had, en in de Engelsche linies werd dit gevierd met een lichtkogel-illuminatie. Overigens schijnt dit een vergissing te zijn. Zeker weten doen we helaas niets, de golf van geruchten is nog niet verminderd. Van het Btl.Ga naar voetnoot* vernamen we gister het volgende: Er zou worden onderhandeld over het vrijgeven van de heele bezetting der Vesting Holland voor den strijd in het Oosten. Wij zouden gesloten daarheen gevoerd worden. Men zou daaruit kunnen opmaken dat de Geallieerden ons in den strijd tegen het bolschewisme willen vrij laten. Veelbeteekenend is hierbij ook dat de Amerikanen aan de Elbe geen moeite doen om de Russen te helpen, terwijl op de conferentie van San Francisco eveneens moeilijkheden schijnen opgetreden te zijn. Maar we hooren ook andere berichten. De Adjudant moet gezegd hebben, dat alle SS-officieren de kogel krijgen, terwijl de rest als misdadigers behandeld zal worden, en hij schijnt reeds een aantal jongens verlof te hebben gegeven om te trachten naar huis te komen, op eigen risico natuurlijk, daar er groot gevaar bestaat dat op iedere Duitsche uniform geschoten wordt. Op het oogenblik hebben de burgers al verlof gekregen, de panzersperren op te ruimen en de versperringen in de beken weg te nemen en zoodoende den waterstand weer op normaal peil te brengen. Onze jongens, die tegenover het door de Engelschen bezette Kasteel van Renswoude liggen, houden zich onder het oog van de Tommies bezig met het organiseeren van levensmiddelen in Niemands- | |
[pagina 616]
| |
land, en ik hoor, dat bij andere kompanieën reeds bosjes deserteurs 'm gesmeerd zijn. Wat zal uit dit alles nog voortvloeien? Ik zit hier met mijn tros als op een verlaten eiland op de boerderij Jacobahoeve in Woudenberg, en hooren geen nieuws, alleen maar geruchten. De burgers, die steeds merkwaardig goed ingelicht blijken, beweren nu dat we morgen ontwapend zullen worden. We weten zelf niet meer hoe of wat, en er is niets ellendigers denkbaar als dit lijdelijk afwachten wat er met ons gebeuren gaat. De Kompanieën zijn vandaag op Grootadmiraal Dönitz beëedigd, ofschoon er vele bij waren, die daartoe geen lust vertoonden. De Landstorm werd trouwens opgericht voor inzet in Nederland, niet voor inzet aan het Oostfront, en de meesten schijnen geen lust te hebben daar hun huid nog eens te gaan wagen. In elk geval zijn de vooruitzichten weinig rooskleurig, en het aantal mogelijkheden is beperkt. Worden we niet tegen Rusland ingezet dan worden we òf uitgeleverd aan de Britsche regeering voor dwangarbeid in Canada, òf we gaan gedwongen vrijwillig tegen de Japanners in Indië vechten, òf we worden door onze eigen landgenooten afgemaakt. Het getij is gekeerd, en ons lot ligt in de handen onzer vijanden. |
|