| |
| |
| |
Handelsvertegenwoordiger, 49 jaar - Amsterdam
2 Mei 1945
- Met de Duitsche omroep van 22.30 is gisteren avond bekend gemaakt dan Hitler gestorven is. Ik schrijf dit met opzet niet met groote letters Eerst had hij een bloeduitstorting in de hersenen. Nu is hij de heldendood gestorven, maar in den middag vertelde men weer dat hij zelfmoord had gepleegd. Mijn meening is dat die kerel heelemaal niet dood is. Let eens op dat ze hem net als Jezus Christus 3 dagen na zijn dood, of misschien een week, een jaar, of wanneer het de Nazikliek goeddunkt, uit zijn graf laten opstaan. Als er sprake is van een graf. En met hem zijn ook de andere kopstukken verdwenen. Goring, Gobbels, Ley, Ribbentrop, geen van die schobbejakken is er meer te vinden. Admiraal Donitz is zijn opvolger en die zegt volhouden jongens, doorvechten. Of er nog iets te vechten is. Berlijn, Lubeck, Rostock, Bremen, Swindemunde, is gevallen De legers in Oostenrijk en Italie bij elkaar 1 millioen man hebben zich over gegeven. Hier in Holland is geen oorlog meer. Wij zien iedere morgen de machtige bommenwerpers boven ons huis vliegen komende uit de richting Schiphol. Zij zijn al 2 dagen bezig levensmiddelen uit te gooien. Het wordt nu dus ernst dat we eten uit Eng. krijgen. Het zal echter wel eenige dagen duren voordat we het krijgen. Ze zeggen dat er ook sigaretten in de pakketten zitten. En rijst met gedroogde eieren. En echte chocolade. Ons hart klopt vol verwachting.
| |
3 Mei
- Nergens groenten te krijgen. De winkeliers koopen niet in, omdat de Grossiers te duur zijn en deze weer niet, omdat de tuinders re veel vragen. En de Verzetbeweging heeft hen allen gewaarschuwd, dat als ze die verschrikkelijk hooge prijzen blijven berekenen, zij er een paar voor de muur zullen zetten. Maar wij zitten er maar mee. Onze inmaak is bijna op, Maar toch hebben we Wouters van onze armoed maar een maaltje aardappelen en wat snijboonen [gegeven.] We krijgen vandaag ons Zweedsche broodje. Morgen moet ik of onze Wim naar de Horstermeer. De brooden die we voor vleesch hebben geruild, moeten we nu toch brengen. En we moeten ze dus van ons rantsoen van deze week afnemen. Maar als je nu zelf 400 gram per week krijgt en je moet dat weggeven, dan ben je dus verplicht om de heele week zelf brood te bakken. In deze dagen merk je pas, hoe goed het is dat ik in de
| |
| |
maanden hiervoorafgaande heb gezorgd wat in huis te hebben. Mijn tochten naar Burgerbrug zijn niet vergeefsch geweest.
Zieken vleesch voor Riek gehaald. Ze krijgt nog extra toewijzing tot Juli Dat is wel een bewijs hoe zwak ze is, na haar ziekte.
| |
4 Mei
- Wim is naar de Horstermeer geweest. Kwam met 2 flesschen melk terug maar geen groenten. Ik heb een vergeefsche tocht naar de stad gemaakt om te zien of er wat met de schipper is medegekomen. Met het Noodcomité besproken moeite te doen iedere week een schuit groenten te laten komen. Heer Messemaker in dien geest geschreven. Maar er broeit wat. Is het de stilte die de storm vooraf gaat? De illegale verkers zitten niet stil. Mijn radioman Joop Beulemans zit de geheele dag aan zijn kristalletje. Heeft hij nieuws dan komt hij dat direct brengen. 3 × per dag krijg ik de berichten.
Nu durf ik dat wel neer te schrijven. Ik heb al 4 maanden een Eng. geweer in huis. Een stengun. Iedere week komen er mannen bij mij oefenen. In ploegen van 6 man. We monteeren en demon-teeren de stengun. Nemen schiethoudingen aan. Liggend, knielend, staande enz. Alleen schieten gaat niet, maar dat komt misschien nog wel. Als het U uur is gekomen het uur van het groot alarm, dan zullen we allen, die zich ingezet hebben, zoo noodig hun leven geven om het Vaderland te bevrijden van de gehate Moffen.
Om 7 uur in den avond komt er een man bij me, en vertelt dat Duitschland zich heeft overgegeven. We moeten nog altijd om 7 uut binnen zijn. Ik waag het er op, naar Piet Krul te gaan. Bij Piet tref ik nog eenige leden van ons commando aan. Zij hebben niets gehoord. Wij luisteren om 8 uur naar de Duitsche Uitzending uit Londen en om 8.15 naar Radio Oranje. We worden er niet wijzer op en ik ga onverrichter zake weer naar huis. Om 8.45 zie ik Dokter Wagenaar de weg op stormen. Menschen komen bij elkaar. Daar nadert hij ons huis. Duitschland heeft gecapituleerd Terwijl ik dit schrijf word ik er nog koud van. Het is dus toch waar. Wat een vreugde direct. Menschen zijn uitgelaten. Overal vormen zich groepen. Hier en daar zien we een vlag verschijnen. Om 9.15 wordt er gebeld. Onze sectie commandant Versteeg kondigt constellatie aan. Nu moet ik er op uit. De onder mijn commando staande manschappen moeten gewaarschuwd worden. Ik pak de fiets en trek er op uit. Op de Middenweg meerdere fietsers zeer tot verwondering van de Duitse
| |
| |
schildwacht die nog altijd aan de Zaaiersweg op post staat. In de buurt van de Nieuwe weg is het erg druk. Honderden menschen lachen en praten. Het groote leed is achter de rug. Ik fiets al mijn adressen af. De mannen hebben alles klaar staan. Hun deken, knapzak mes en vork. Dat hoort nu eenmaal bij de uitrusting van een soldaat. We keeren naar huis terug en worden uitgenoodigd een kopje koffie te drinken ten huize van Hr. Molenaar. Ook de sigaar die hij voor dat doel heeft bewaard komt te voorschijn. Het is een knots van een sigaar. Hein Korteweg, de man met de honderd en één baantjes ontbreekt ook niet op dat appel. Nu kan ik ook vertellen wie Hein precies was. Hij was onze topper of Topman. Hij stond in direct contact met de staf der illegale werkers. Maar meer op het terrein van verzorging zowel wat financieen als wel wat bonkaarten betreft. In het begin der oorlog kregen we de bonkaarten doordat door ons speciaal getrainde K.P. (knokploeg) gevormde troepen overvallen deden op distributiekantoren en daar alles wat ze noodig hadden gapten.
Maar ik dwaal af. Ik zal later wel iets meer vertellen op welke wijze wij werkten. De oorlog is uit, dat is de hoofdzaak. Nu alleen nog de liquidatie van de Moffen in onze omgeving. Ons hart is te vol van alles. In het verschiet zien wij een wereld, die uitsluitend beoogd het welzijn der menschheid. Om 11 uur stappen we op Van slapen zal niet veel komen. Mijn a.s. schoonzoon Siem Bakels evenals ik ook commandant komt om half een bellen. Het is zoo laat. Ons Vaderland roept ons op. Het groot alarm is gegeven. Ons tenu is een blauwe overall met riem. En verder heb ik bij me de vertrouwde stengun. In een wip ben ik gekleed. Het is wel een toer om in het donker je schoenveters behoorlijk dicht te maken. Moe snijdt brood, de kinderen zijn ook op. Om circa 1 uur neem ik afscheid. En nu terwijl ik dit schrijf lijkt het allemaal zoo eenvoudig, maar vergeet niet kinderen dat op dit historisch moment, ik en zoo velen anderen bereid waren om zoo noodig te sterven voor ons land en volk. Siem is ook klaar. Zwaar bewapend. Hij heeft nog een revolver bij zich. Zelf veroverd voor eenige dagen terug van een z.g. natte politieagent.
We gaan naar Piet Krul. Daar zullen alle mannen van het dorp bij een komen. Ma Krul staat in pyama er bij. Pa Krul is ook al klaar. Druppelgewijs komen de werkers binnen. Om half 2 zijn we gereed. We hebben 30 man. Versteeg de sectie commandant
| |
| |
gaat voorop met Piet Krul. Dan komen de mannen en de achterhoede wordt door mij en Siem ingenomen.
Dan gaan we op weg. Bij het Ajaxterrein moeten we oppassen. Daar staat nog altijd een schildwacht. Nu zullen jullie wel opmerken. maar de oorlog was toch afgeloopen. Ja maar hier en daar zullen nog van die haarden van verzet zijn en deze kunnen voor ons nog zeer gevaarlijk zijn. We passeeren Ajaxterrein en krijgen Zaaiersweg. De instructies van Versteeg zijn direct schieten als we wat ontmoeten. Patrouillerende Moffen kunnen we ook nog tegenkomen. Maar alles gaat goed. Als een slang en zoo stil mogelijk komen we aan de Zacharies Jansen straat. Nu buigt de groep naar links en we begeven ons naar de broeikassen van Wielinga en Van Vliet. Ook dit zijn mannen die in de toekomst niet vergeten mogen worden. Zij hebben het op zich durven nemen hun kassen beschikbaar te stellen voor de bijeenkomst van alle ondergrondsche werkers. Niet alleen deze dag, neen al jaren. Wij oefenden daar met de stengun, tiralljeerden daar en leerden de mitrailleurs in en uit elkaar nemen. Ons geheim wapen depot was daar vlak in de buurt. In een zeer bescheiden keetje van Martin v.d. Schaaf was de bodem losgemaakt en hieronder lagen ± 200 stenguns met patronen en bommen. Dynamit, trolijt, handgranaten en meer van dat goed. Ook Tinus verdient een pluim voor dit werk.
En daar zijn we dan in de kassen. Er zijn er al velen aanwezig. Kennissen worden ontmoet, handen worden gedrukt. Eindelijk komen we allen samen. We worden met onze groep in een kas geduwd. Alles is nog in duister. Je kan niet veel onderscheiden. De mannen staan bij elkaar in afwachting wat er gebeuren zal. Waar gaan we naar toe en wat moeten we doen? Niemand weet wat we gaan doen en wat ons te wachten staat. Maar een ding staat vast. Wij zijn bereid Om 4.30 zijn allen opgekomen. Zeker 400 a 500 man Alle verzetgroepen uit Oost zijn aanwezig. Maar zoo zal het zijn in alle deelen van de stad. En ook op het platte land. De dag komt op. Het licht begint door te breken. We kunnen om ons heen zien. Maar het wachten is vervelend. Niemand weet wat. De staf is op Frankendaal en wij moeten wachten op commando. Sigaretten en bisquit worden verdeeld. We krijgen honger en de dorst kan alleen met water worden gelescht. Hoe zal het in de stad zijn vragen we ons af. Wij zitten in de kassen en wachten af. Om half 10 komt er beweging in de troep. Er zijn instructies gekomen. Gaan
| |
| |
we er op los vraagt menigeen. Maar zoo ver is het nog niet. Want wat hooren wij? Het volk is weer te voorbarig geweest. Het is nog niet de tijd om te vlaggen of feestvreugde te betoonen. De overgave is nog niet geteekend. Ons wordt verzocht om in kleine groepen weer naar huis te gaan en te wachten op nieuwe instructies. Slechts een kleine groep blijft achter voor bewaking van het complex. Siem is één van gelukkigen die blijven mag. Ik kan met mijn groep verdwijnen. Wij zijn allen erg teleurgesteld.
Als ik buiten kom zie ik pas welk een vreugde er op straat heerscht. Een portret van Mussert hangt aan een paal bij de Hoogeweg. Landverrader staat er op. Een paar handboeien hebben ze er bij geteekend Overal wordt gevlagd. Enkele Moffen bewegen zich over de Middenweg, maar weten niet welke houding ze moeten aannemen. Ik loop met de overjas aan over mijn blauwe Overal. Mijn stengun heb ik ingeleverd. Wanneer zal ik hem terugkrijgen. Niemand wil me gelooven als ik vertel dat de zaak nog niet geheel in orde is. Om 10 uur ben ik thuis. De geheele dag is het een geloop geweest van vrienden en bekenden. Onze Wim is er op uit getrokken met de guitaar. Een groepje vrienden zijn met hem. Kinderen staan om hen heen en zingen mede. Honderden burgers trekken naar de Diemer-brug om de binnentocht mede te maken van de Canadeezen. Maar even als ik zullen zij teleurgesteld naar huis terugkeeren want ze komen vandaag niet. Van 7 uur binnen zijn trekt niemand zich meer iets aan. Het rijk van de Moffen heeft afgedaan.
| |
Zondag 5 Mei
- Het beloofd een stralende dag te worden. Een elkeen maakt zich op om naar de kerken te gaan. Alle menschen zijn met de rood-wit-blauwe kleuren of Oranje getooid. De druk is van ons afgenomen. we kunnen weer lachen. Maar de berichten zijn nog steeds verwarrend. Heel Duitsland heeft gecapituleerd komt er nu af.
Eindelijk zien ze dus in dat een verder vechten een onmogelijkheid is. Ze zijn murw gemaakt. Ze krijgen hun portie thuis. Hun steden in puin. Het volk dood of krijgsgevangen. En de Nazileiders op de vlucht.
In de kerk vreugde allom. Dominé spreekt over de zegen en dat we ons waardig moeten gedragen. Maar hoe zullen zij er over denken die in concentratiekampen hebben gezeten, die hun naaste familieleden hebben zien vermoorden! Zij willen hun beulen in handen hebben om af te rekenen.
| |
| |
S avonds komen mijn mannen uit West en Noord naar mij toe. In West is alles onder de wapenen gebleven. Hoe zit dat? Versteeg komt vertellen dat wij weer geconsigneerd zijn. Mijn mannen 3 in getale blijven bij mij slapen. Een 4de gaat bij fam. aan Onderlangs. We spreiden een bed in de kamer. Als het 11 uur is en nog geen alarmsein is gekomen, besluiten we naar bed te gaan. We slapen tot 6 uur. Geen alarm. Wat moet ik met de menschen doen. Geen voedsel heb ik in huis voor hen. Maar morgen zal ik wel zien hoe ik daar aan kom. Hoofdzaak is: De oorlog is afgelopen en God zij geloofd ik leef nog.
Ik schrijf dit om redenen dat ik 7 maanden een stengun in huis had. Bij een eventueel onderzoek waren wij allen thuis tegen de muur gezet. Zonder pardon. Maar dat was niet het eenige wat ik heb gedaan. Spionage dienst voor den Heer v. Droffelaer die helaas de zege niet medemaakt. Bonkaarten verzorgen voor onderduikers. Persoonsbewijzen veranderen. Broodkaarten overbrengen. Illegale bladen verspreiden Elke avond brachten Wim en ik 50 bladen weg. Het Parool, Paraat, Trouw, Vrij Nederland behoorden hierbij. Een elkeen was blij dat hij het nieuws kreeg. Wij vouwden de bladen thuis en gaven ze zoo af. Minstens 4½ jaar deed ik illegaal werk. Velen in de buurt wisten het. Maar toch liep ik met boter op mijn hoofd Eén verrader er onder en je was voor de bijl. Mijn vriend Hein die tevens buiten boven genoemd werk, ook nog schakel was voor het N.S.F. Nederlandsch steunfonds zou boeken kunnen vullen over deze tijd. Hein die chef was op een groote drukkerij verzorgden alle mogelijke drukwerken. Hij drukte bonkaarten, valsche Ausweiszen, Persoonsbewijzen ja wat al niet meer. En van hem kreeg ik de dubbeltjes voor mijn onderduikers. Honderden zijn er door ons geholpen om uit de klauwen te blijven van de Moffen.
En dat overdenk ik in de avond van 5 Mei als ik in mijn bedje lig. Mijn vrouw was wel eens bang, maar dat moet ik haar toegeven. Ze heeft doorgezet en het risico genomen Hoeveel zouden het evenals zij hebben aangedurft?
| |
6 Mei
- Om 6 uur op. Schmidt en v.d. Brug zijn al op. Hoe komen we aan eten? Ik ben commandant. Op mijn blauwe overal is één blauw balkje. We gaan vorderen. Brutaal beleefd er op af. Bij Slauerhof krijg ik een pakje sigaretten. Bij Herman Ottersteeg één
| |
| |
pond boter. Bij Teun Lenk een 6 tal brooden. De zaak is voor elkaar. We eten er goed van en Riek heeft nog een lik boter over. Als er om 11 uur nog steeds geen nader bericht is, besluit ik naar de staf te gaan. Zoo kom ik ten 2de male naar de kassen. Het hoofd staf kwartier zit op Frankendaal. Ik spreek Kapitein Joop Koopmans. Hij kan er niets aan doen. Wij moeten wachten totdat het hoofdkwartier het bevel geeft. Ik vertel van de teleurstelling. Dat een elkeen deze historische dagen wil medemaken. Het was ons beloofd en wij hadden er voor geoefend. Allemaal niets aan te doen. Ik loop met mijn kop tegen de muur. En op de staf allemaal officieren die ik van tevoren nooit in het illegale werk heb ontmoet. De één doet nog gewichtiger dan de ander. Onverrichter zake kom ik thuis. Mijn manschappen wachten met ongeduld. Er zijn er nog meer gekomen. De huiskamer zit vol. Hebben we ons daar nu voor opgegeven. De stemming is onder nul. Het zal mij moeite kosten ze weer bij elkaar te krijgen.
Ondertusschen loopen honderden menschen naar Diemen om de Canadeezen die in aantocht zijn te begroeten. Allen zijn met de nationale kleuren getooid. Jongens en meisjes loopen met Oranje papieren mutsen, het is wat je noemen kan een Koninginnedagstemming. Alleen het is een droge lol. Want er is niets te koop. De cafés zijn gesloten. Bier of drank is er niet. Hier en daar een beetje surrogaat limonade. Maar ondanks dat is de stemming goed. We hebben wel niet te eten, maar we hebben een streep gezet en vanaf heden gaan we een betere tijd tegemoet. Maar onze bevrijders komen maar niet.
Zouden ze ons evenals gisteren teleurstellen. Plotseling komt er een deining onder de menigte, Daar komen ze. En ja wel hoor, in de verte komt een kleine groep gevechtwagens aan. Een voorhoede komt aan. Bloemen hebben ze reeds overal gekregen. Op de wagens hangen en staan jongens en meisjes. Het gejuich is niet van de lucht Dit is het historisch moment. Het is ongeveer 1 uur. Van alle kanten worden ze toegejuicht. Wat een vreugde. Langzaam bewegen de zware wagens die op rupsbanden loopen, zich langs de weg. Vijf lange jaren hebben we hier op gewacht. Ons hart zwelt van vreugde Eindelijk een einde aan onze ellende God zij dank. Dat is het begin. Vrouwen huilen mannen zwaaien als gekken hun handen. Welcome boys. Welcome is niet van de lucht. En dan gaan ze door En ik sta daar met mijn mannen en zie toe. Het is
| |
| |
beroerd. Wij hadden dit zoo gaarne mede gemaakt in het uniform van de N.B.S. Wat is dit toch een ongelukkig gekozen naam. Je vergist je aldoor met N.S.B. Ik beloof de manschappen morgen er weer op uit te gaan en hoop dan betere resultaten te krijgen. Ze gaan naar huis maar in hun hart zijn ze zoo teleurgesteld, het is hen op het gezicht te lezen. De mannen die onder mijn commando staan zijn geen jonge menschen meer. De jongste is 32. De oudste 58. Ik heb 12 menschen. 7 ervan zijn employes van de gasfabriek Zuid. Fijne kerels, waar je op kan rekenen. Oorspronkelijk waren we ingezet voor de bescherming van dit vitale bedrijf. Gelukkig is het niet tot gevechtshandelingen gekomen. Maar zoo als ik reeds eerder schreef. We zouden ons leven hebben gegeven. Maar nu het er om aan kwam, werden we niet opgeroepen. Maar wat nog niet is, kan nog komen. De dag verder brengt ons niets anders dan op een hoop loopende menschen die elkaar gelukwenschen. Ik zie zoo waar een paar Joden, kennissen van vroeger die onder gedoken waren. Jaren zaten ze verborgen en nu is het zoo ver, dat ze zich weer in het openbaar kunnen vertoonen. En overal verschijnen bullitins. Wat voor eenige dagen terug nog illegaal moest worden verzorgd, wordt nu openlijk aangeplakt. We zien nummers van de Waarheid, het Parool, Paraat, Trouw enz. Ik weet niet of ik het al eerder schreef, maar een elkeen schijnt te weten dat ik een bijzondere plaats inneem in het illegale werk. De meeste verwachten dat ik meer weet en vragen mij. Maar op dat moment weet ik net zoo veel als anderen. Het was een fijne dag. Natuurlijk was het eten niet op tijd. Maar wat kan ons vandaag het eten schelen? En de bullitins gaan door. Van uur tot uur. Regeeringsverklaringen gedrukt door mijn vriend Hein worden aangeplakt. Onze Wim loopt met stijfselpot rond en plakt wat hij kan op palen, muren overal zien [ze] het nieuws verschijnen. Maar de avond brengt weer ander nieuws. De jaren opgekropte woede uit zich door dat de jongens enkele meiden die met Moffen hebben omgegaan en zich hebben gegeven de kop kaal te knippen. Ik zag 4 × dit volksgericht voltrekken. En niemand deed er iets tegen. Zij kregen hun gerechte straf. Ze grepen zoon meid beet en met zakschaartjes ja met messen zag je ze de kop kaal maken. Als een geplukte kip zag je ze door de duizendkoppige menigte wegvluchten. Et was een meid bij die ze van haar bed hebben gehaald. Ze stond in pyama broek en enkel hempje tusschen de menigte. Op haar blote voeten vluchtte ze weg
| |
| |
in de richting van Amsterdam Het was geen verheffend gezicht, maar ze waren jaren gewaarschuwd, dus moeten ze het maar voelen ook. Vele meiden hadden zich verstopt. De deuren werden opengeramd en als het nier aan de voorkant ging, dan zag je de jongens aan de achterzijde het huis betreden. En ze gingen van de een naar de ander. Lijsten waren er van opgemaakt wie in aanmerking er voor kwam. Zoo eindigde deze veel bewogen dag.
|
|