Dagboekfragmenten 1940-1945
(1954)–T.M. Sjenitzer-van Leening– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 593]
| |
Eigenaar boerenbedrijf, 36 jaar - Wieringermeerpolder
| |
[pagina 594]
| |
iets zou gebeuren, waardoor de groote ramp kon worden voorkomen. 'k Ben toen naar C 20 gegaan, waar de Lanz Bulldog tractor zat begraven. Na een paar uur zwoegen had ik een zoo groot gat gemaakt dat hij er zichzelf uit kon draaien. Na hem rijklaar gemaakt te hebben kroop hij uit de kuil omhoog. Daar er nog een luchtbel in de brandstofleiding zat stopte de motor nog eens een keer, maar verder ging het goed. Ik reed toen naar 't erf waar Anje, m'n vrouw juist kwam om me te halen daar het water achter W[ieringer] Werf snel opkwam. Op de fiets ben ik direct meegegaan en hebben we de eene wagen die we thuis hadden bij de voordeur gezet om die vol te laden. Bram kwam thuis en deze ging toen de tractor ophalen. De luchtbanden werden onder kaf vandaan gehaald en er aangezet. Gasolie werd uit de grond gepomptGa naar voetnoot*, smeerolie werd op de wagen gezet en zoo werd alles bij elkaar gezocht wat direct noodig was. Tegen 8 uur ongeveer kwam Jan toen met het verpletterende bericht, dat alles verloren was en dat het water snel opkwam. Alles had gefaald en de geallieerden lieten de polder in de steek. De zaak was verloren. (Daar ik 's middags de dommekracht had uitgeleend aan Jo en deze hem niet terug wilde geven aan Kees, ben ik hierom ook nog achter naar Burgerskavel geweest waar ik het apparaat na wat gepruttel terug kreeg. Deze was voor ons onmisbaar voor het opkrikken der tractorwielen, bij de trailer en voor lekke wagenbanden. Doch ook dit was weer in orde hoewel ook daarmee weer tijd verloren was. 's Avonds werd in de keuken een gezamelijke maaltijd gehouden. Bram's ouders kwamen ook nog met hun spulletjes; op een kar gingen ze verschillende vrachtjes naar ons toebrengen. Ze wilden ook gaarne met ons meetrekken en dat ging ook goed. Ze gingen 's avonds in 't stroo slapen in de schuur. Etta ging de laatste zaken voor de ‘ondergrondse’ afwikkelen, daar het niet vertrouwd was dat er nog weer jongens op straat kwamen. Daar de ondergrondse strijdkrachten door de geallieerden niet konden worden geholpen en doordat Dinsdagmiddag A.C. de Graaf werd opgepikt en doodgeschoten viel de hele zaak tot redding v.d. polder in duigen. Tegen 12en gingen we naar bed op de slaapkamers boven. De wind kreunde rond het dak en 't was of het water in de kanalen meer klotste dan normaal. Op de Alkm [aarder]weg reden telkens wagens. W[ieringer]M[eer] bewoners en Duitsers. Tegen tweeën kwam Etta thuis met het bericht dat het water reeds in W. werf was. Kees | |
[pagina 595]
| |
werd direct naar Dam gestuurd met het verzoek of hij nog niet helpen kan met een paar wagens en Juf Weerstand naar haar zwager Jemmink met het verzoek ook met een wagen te komen. Bram kwam op 't idee om van Wieren nog naar een trailer te vragen achter de tractor aan. Ook dit verliep gunstig. Achter Middenmeer stond nog een trailer, maar voorbanden waren lek en één achterwiel stond bij een boerderij verder. Bram ging de tractor op gang maken en ging rijden, ik per fiets er achteraan. Wat we hier gezien hebben was het meest verschrikkelijke en angstaanjagende wat we van de heele vlucht gezien hebben. Het water in het kanaal ging angstwekkend snel omhoog. De schepen in de haven rezen tot boven de kade. Onder de Middemeerbrug kolkte het water met groot geweld. Bij de pakhuizen was alles druk bezig. De dorschmachines werden achter elkaar gemaakt en een Bulldog er voor ging trekken. Ik ging verder. De duisternis was reeds lang weg. Het daglicht scheen met droeven glans over de polder die vandaag volkomen onder water zou komen en waar voor millioenen aan etenswaren werd vernietigd. Bij de eerste boerderij stond de trailer. In een boerderij ± 300 M verder stond een wiel met band. Op een KM afstand was alles al water over 't hele poldervlak. De bewoners waren reeds weg. De schuurdeur was echter los. De band werd er uit gehaald en ik rolde er mee op de weg langs. Juist kwam Jan er ook aan. Deze nam m'n fiets en ik rolde de band. Tegelijk met Bram waren wij bij de trailer. 't Leek een hachelijke situatie maar het gelukte de trailer weg te krijgen. Daar de dommekracht thuis was gooiden we de band op de wagen en Bram ging rijden. Jan bleef er bij en ik naar huis de dommekracht ophalen. Het eene trailerwiel reed op zijn lagerpot. Het water kwam steeds sneller op. Alles en ieder had haast. Op de haven kwam ik ze weer tegen. Samen gingen we naar Moe's huis tafels, orgel en bedden enz. werden opgeladen en 't wiel aan de trailer gezet. Nadat 't meeste was geladen wat beneden was, gingen we naar ‘Zonnehof’. 't Water in 't kanaal steeg onrustbarend. Juist kwamen toen ook de wagens aanrijden die Dam ons stuurde. Een van ons zelf met 2 anderen. Zoo kregen we al heel wat laadruimte. Ook Jemmink kwam met een wagen. Alles werd nu een plaats aangewezen en er werd veel geladen. Van Bram zoo goed als alles en van Van Duinen wat die bij ons gebracht had. Weerstands spullen waren reeds op onze oude Klaverwagen geplaats dus dat was klaar. | |
[pagina 596]
| |
Aardappels werden uit kistjes in zakken gedaan en zoo werden de wagens zoo goed mogelijk geladen; kippen werden in een krat geduwd, biggen ieder in een zak en een kloek met kuikens die juist uitwaren werden er in een korf zoo op de wagen gezet en kwamen goed over. Voor de volgeladen wagen werd een paard gezet en een andere wagen met stoelen en kinderwagen enz. erop er achter. Bram's baby van 14 dagen en Egberts vrouw met 3 kinderen, Moe Roel en Jan. Allen die niet meer mee konden werken bleven op de wagen voor onmiddellijk vertrek gereed. De koe werd achter de wagen vastgebonden. Ook Egbert was juist met z'n bakfiets gearriveerd. Deze was 's morgens bij ons gekomen om te zien of wij ook weg gingen. Ik zei hem: Kom maar bij ons dan kun je met ons in onze optocht meegetrokken worden met je bakfiets. De Fiat 500 carroserie werd onder stroo met behulp van een paard weggetrokken. We liepen nog eens rond of er noodzakelijk nog iets mee moest en vervolgens werd de stoet opgesteld. Bram met de Bulldog met trailer. Fiat waarin Egbert en Martje en bakfiets met zusterGa naar voetnoot* er op. Ali bestuurd door Kees met 1 volle wagen en de personen wagen met 11 personen en van Duinen Sr. als begeleider met de koe. Dan Dams 2 paarden bestuurd door Jan Kruizinga met 2 volle vrachten met Jan en Gré en Etta er bij en tenslotte Jemmink met 2 wagens waarvan de eene met Weerstands inboedel en voedsel getrokken door het door Jemmink geleend paard en onze 2 jarige Puck. Hierop zat ook de Fam. Weerstand. 't Was ongeveer half elf en de stoet ging in beweging. Nog ongeveer 10 cM. dus binnen een ½ uur en het water zou over de wegen komen stromen. Ik liep nog een keer het huis binnen, ging door schuur en bergplaats, nam grootvaders klok en legde hem nog boven en sloot dan de deur in 't slot. Alles was gesloten en wij gingen heen! Tot wanneer? Achter meer dan zeven gelukkige jaren werd een punt gezet. We werden verdreven door Duits geweld en NSB verraad. Het oordeel, over de duivelse daad aan de W.M. bewoners toegebracht, kan nimmer te zwaar zijn. Een gans vruchtbaar bedrijf (om persoonlijk te blijven) waar de gewassen welig tierden ging in een dag te gronde. Op 't erf bloeiden de pruimeboomen dat het een lust was. Voor 't laatst. De voortuin naar eigen idee aangelegd toonde zich zoo mooi. 24 prachtige fruitboomen 7 jaar oud, thans voor 't eerst eens wat goed beginnend te geven, bessen en kruis- | |
[pagina 597]
| |
bessenboompjes uit stekjes zelf gekweekt, de eigen geplante frambosenhaag en een mooi veldje met aardbeien, groenten, sla en alle soorten koolplanten, het zag vandaag voor 't laatst de lieflijk schijnende zon die nog haar warme stralen over de booze wereld uitstorte. Het afscheid van de onvruchtbare zandbult van 1937 tot een vruchtbaar bedrijf gemaakte ‘Zonnehof’ van 1945 duurde maar een zucht. De slooten rond het erf waren boordevol. De buis van de gasbron had ik 's morgens reeds doorgesneden zoodat deze behouden bleef voor de toekomst!? Ik nam nu de fiets en reed van 't erf de wagens na. |