Dagboekfragmenten 1940-1945
(1954)–T.M. Sjenitzer-van Leening– Auteursrechtelijk beschermd
Vrouw van jurist uit het bedrijfsleven, 43 jaar
| |
[pagina 444]
| |
heele brug meegebracht hadden om de Moerdijk te herstellen, dat er groote terugtrekkende troepentransporten verwacht werden. Inderdaad was er veel beweging van mil. auto's, fietsers, motorfietsen en infanterie. Er kwam een stemming onder de menschen als van Dolle Dinsdag, maar met het besef, dat het nu ernst was. Er kwam een run op de bakkerswinkels, in haast werd aan versterkingen in huis gewerkt, kelders werden gestut, baden liet men vol loopen. Toen kwamen plotseling verhalen van buurten (o.a. de Esschenlaan) waar huis aan huis bevelschriften waren uitgereikt waarop stond, dat alle mannen van 17-40 zich vrijwillig moesten melden met medebrenging van warme kleeren, goed schoeisel, regenkleeren, eetgerij, dekens, om te gaan werken voor de weermacht. Belooning ƒ5.- p.d. + rookgerij. Voor vrouwen en kinderen zou gezorgd worden. Intusschen waren in andere stadsdeelen de razzia's al begonnen. In Zuid en H[illegers]berg. Later hoorden we dat deze menschen naar Gouda getransp. waren, de eersten per boot, omdat de bruggen op waren en de laatsten te voet via de Hoofdweg. De afsluiting werd de eersten tijd zoo streng gehandhaafd, dat b.v. het dienstmeisje van de bovenburen niet via de Korte Kade naar de Pr. Julianalaan mocht, maar tenslotte door een huis v.d. K. Kade via tuinen en schuttingen haar dienst bereikte. 's Morgens in de vroegte waren de hoofden van diensten (Haven, electr. Gen[eeskundige] dienst enz.) per overvalauto en gewapend geleide naar het Raadhuis gebracht voor een noodspoedvergadering van Dr. Völckers,Ga naar voetnoot* aldus luidde het gestencilde briefje, dat de militairen bij zich hadden. Zoo weinig dacht men nog aan voorbereiding voor razzia's, dat men hierin alleen een camouflage zag voor gevangenname. Tegen den middag kwamen de heeren echter terug. Men had onderhandeld over het aantal vrijstellingen, welke zeer sporadisch werden verleend. Meer en meer begonnen er schoten te knallen. Op menschen die niet gauw genoeg stilhielden b.v. op 't bruggetje bij de toegang naar de stad, werd onmiddellijk geschoten en nu kwamen ook verhalen over straten, waar men met huiszoekingen begonnen was. Telephonisch contact was niet meer mogelijk, daar de weinige telephonen, die er nog over waren buiten werking waren gesteld. Tegen het eind van de middag kwam de Pr. Jul. laan aan de beurt. Het werd al donker. Van af een hoog balcon van de Korte | |
[pagina 445]
| |
Kade schoot een Duitscher herhaaldelijk naar alles wat hem in de Gemeentetuin of aan de achterkant van de huizen verdacht voorkwam. Vóór renden drie Duitschers al schreeuwend en schietend een vluchtende gedaante achterna. In allerlei huizen hadden zich vluchtelingen verstopt. Vele soldaten waren doodmoe van het trappenklimmen (diese Treppen, diese Treppen!) en zochten niet bepaald intensief. Anderen waren echter uiterst accuraat en deden elke kast open en elk gordijn op zij. Er zijn gevallen bekend van Duitschers die menschen waarschuwden (een mijnheer die longpatient geweest was, maar toch mee moest, kreeg verlof nog een jas te halen. Toen hij het huis binnenging, kreeg hij de raad zich goed te verstoppen waarop de Duitscher doorliep. Sommigen waarschuwden de menschen voor de Hermann Goering divisie: wij zijn wel goed, maar voor diè moet je oppassen. Eén begon zich als 't ware te verontschuldigen: ik doe het tenslotte ook maar omdat het bevel is. Toen degene, aan wie hij gevraagd had of zij soms een Duitsche was, omdat zij Duitsch sprak, zich liet ontvallen ‘Gott sei Dank nicht’, zei hij ‘das verstehe ich’ en hij verdween met een verontschuldiging, dat hij gestoord had) maar er zijn ook gevallen bekend, waar zij de menschen als wilde dieren opjoegen en voor de oogen van anderen neerschoten. (Bij den Heer v.D. die juist thuiskwam, kwam een man op de fiets aangevlogen, smeet de fiets neer en vluchtte langs v.D. het huis binnen. Achter hem aan eenige schietende Duitschers. Mevr. v.D. en haar man gooiden zich op de grond om de schoten te ontwijken. De vluchteling werd voor hun oogen doodgeschoten.) Op Capelle kwamen 's avonds in spertijd twee doornatte vluchtelingen die door de versperring heen hadden weten te komen. Eerst waren ze teruggestuurd, maar de schildwacht had gemompeld, dat de post om 6 uur opgeheven werd. Zij hadden zich toen tot 6 uur schuil gehouden in 't Knekelhuisje van de begraafplaats. Daarna was inderdaad de weg vrij geweest. Zelfs na het donker blijven er nog steeds schoten knallen. Er schijnen in de zijstraten en de Lusthofstr. zeer veel mannen gepakt te zijn. Vele parkhuizen bergden vluchtelingen. | |
[pagina 446]
| |
in het donker wenschten te zitten. Kralingen was vrijgegeven. Vele vluchtelingen keerden voorzichtig, via schuttingen enz. naar hun woonhuizen terug. Al spoedig kwamen nu meer berichten uit de stad nu de afsluiting naar Kralingen gedeeltelijk was opgeheven. Gisterenmorgen in de vroegte waren er in Hillegersberg 14000 man militairen gekomen, die ingekwartierd moesten worden en die meteen met de razzia aldaar begonnen, zoodat vluchten of verstoppen practisch onmogelijk was. De straten waren vol Duitschers. Schooljongens, die zich juist klaarmaakten om naar school te gaan werden meegenomen. We hoorden nu ook, dat de menschen naar de Mariniers Kazerne aan het Toepad waren gebracht. Veel vrouwen trokken zelfs vanuit H'berg erheen. Later op den middag hoorden we, dat de mannen uit H'berg linea recta naar Gouda via de Hoofdweg waren getransporteerd. Kralingen was naar de Kazerne gebracht. Deze was eenige dagen tevoren schoongemaakt door mannen uit Kral. Veer, die daartoe gevorderd waren. Deze razzia is dus een tevoren grondig voorbereide actie. Eén van de Wethouders verklaarde, dat deze actie op touw gezet was om het illegale ondergrondsche leger, dat Londen opgeroepen had, den kop in te drukken. Intusschen bleek, dat nu andere stadsdeelen afgezet waren. Crooswijk werd nu uitgekamd + het Centrum rond het Hofplein. Leveranciers kwamen niet of weinig. De enkelen, die kwamen werden bestormd. Daar Vrijdag juist de nieuwe bonnen waren ingegaan en verscheidene menschen hun melkbonnen bv. allemaal al aan hun melkboer gegeven hadden, konden zij niet terecht bij vreemde melkboeren en zaten dus Zaterdag zonder melk, terwijl ze 't wel hadden kunnen krijgen. Tegen eenen gingen er plotseling geruchten dat er mannentransport via de Hoofdweg zou plaatshebben naar Gouda. Er ontstond een run onder de vrouwen in de richting van de Hoofdweg. Later hoorden we dat er van 's morgens vroeg af tallooze vrouwen en kinderen al op de Hoofdweg hadden gestaan met eten en kleeren. Het weer was koud, niet zóó winderig, maar wel met regenbuien en dan weer heldere zon. Tegen half 2 opeens een geroep: ze komen van de Hoflaan en daar kwam het eerste transport. Wanneer men op de Korte Kade ging staan en keek in de richting van de Oude Dijk zag men heel langzaam, stap voor stap naderen een dichte menigte mannen, die de heele rijweg vulden, geëscorteerd door enkele militairen met geweer in de aanslag om de zooveel pas en begeleid door | |
[pagina 447]
| |
tallooze vrouwen en kinderen. Heel langzaam kwam de stoet dichter bij en hoorde je de stemmen. Mannen en vrouwen riepen elkaar een afscheid toe, ‘Moed houden’, ‘Oranje boven’. Vrouwen huilden. Meisjes liepen mee met hun armen om hun jongen geslagen. Vrouwen met kinderwagens, oude mannen en vrouwen. Van alle kanten kwamen vrouwen aan gerend met dekens, kleeren, eetwaren. Andere liepen weer terug om nog dingen te halen of vriendinnen te waarschuwen, snikkende, huilende. Een vrouw had een groote tasch appels en gooide de mannen appels toe tot het de soldaten ging vervelen en zij op de menigte gingen schieten. Vijf transporten zijn dien middag langs gegaan. Als het einde bij het Doorgangshuis was, was het begin al ver voorbij de molens. Soms hield de stoet stil, dan weer sjokten ze weer voort om er plotseling wat vaart in te zetten. Er werd verteld, dat het doel Zwolle was. Er zou geloopen worden tot Gouda. De volgende dag tot Utrecht, vandaar per trein naar Zwolle (als het waar is). Er waren jongens bij zoo van de straat en opgepakt met alleen een boezeroentje over hun bloote lijf en een colbert jasje. Er waren er op klompen. De meesten hadden een soort rugzak, maar er waren er met koffers, die ze op hun schouder droegen. In de Hoflaan zag M. hoe een jonge jongen bij het overreiken van pakjes, probeerde te vluchten. Hij werd in het hart geschoten. Zijn lichaam werd met een trap tegen de trottoirband geduwd. Het transport had geen vertraging hierdoor ondervonden. Het viel op dat tegen de latere transporten veel strenger werd opgetreden. Eén van de transporten liep met een witte lap aan een lange stok gebonden tegen het gevaar uit de lucht. Er zijn echter Vrijdag noch Zaterdag vliegtuigen in de lucht geweest. Men zegt, dat morgen, Zondag het Westen aan de beurt komt. Spangen is al gebeurd en per schuit weggevoerd. Vele gezinnen leven nog in onzekerheid of de man of zoon gepakt is of gevlucht, omdat het alleen maar een tref is, als men een gezicht herkent in de compacte menschenmassa, die - zij het ook langzaam - toch voortdurend in beweging was. |