gens emmers met doode kippen en sloopen met vleesch. Het prikkelt ons, om er wat van weg te halen, maar ik durf niet goed, wel haalde ik een ui weg. In 't huis en buiten branden 10 kachels, ons hout verdwijnt en zelf hebben we bijna niets meer. Met vrachtwagens halen ze ook nog het hout weg en brengen het naar Duitschland...
Een onderofficier bracht me een groote baal met ongemalen tarwe, of ik er Schnaps voor wilde geven, dat heb ik niet, nu wacht ik af, wat hij er voor hebben wil. Ze hebben onze gramofoon [gevonden], als hij die nu maar niet vraagt. We willen later zelf ook nog wel muziek hebben Wanneer deze bezetting weggaat, zullen we zien een groot gat te graven en daar waardedingen weg te bergen om nog iets te redden, wanneer we hier weg moeten...
Van alle kanten wordt om ons heen geschoten, deuren en ramen rinkelen, het huis dreunt, daar fluit een granaat, een harde knal, zouden we naar de kelder moeten.
Wat haat ik dat tuig, niets is slecht genoeg voor hen, er is zoover we na kunnen gaan, géén enkele fatsoenlijke bij. Een, die ik voor net hield loopt openlijk met een fototasch van me, uit een van de kisten en bij navraag zei hij, dat hij die al een week heeft en ergens heeft gevonden. Pannen, lepels, emmers, alles verdwijnt. Ik ben benieuwd, wat er nog over is als ze verdwijnen.