gaan. Op hun terugweg zijn ze tallooze kapot geschoten wagens voorbijgegaan.
De huishoudster waar de Burgemeester woont, duikt onder. Ze kan niet langer bij zoo'n bende zijn. Den volgenden dag wordt ze gearresteerd, en aan de Landwacht uitgeleverd, omdat ze haar kamer met oranje versierd heeft. Een broer van de Burgemeester wordt doodgeschoten. Zoo iets is al heel gewoon.
Ik slaap heel weinig. De soldaten naast me, worden op de onmogelijkste uren gewekt, en de schildwacht roept de geheele nacht door Halt, Werda Parool.
Vanmorgen kwamen er ruim 300 gravers langs ons huis. Menschen van alle standen Heeren en arbeiders. Een bundeltje op de rug. Ze moesten bij de boeren in het stroo slapen. Velen loopen kreupel. Vermoedelijk van de blaren. Ze moeten 3 aan 3 in de rij marcheeren. Het staat hun niet, en ze kunnen het niet. De Duitschers die bij hun zijn, vloeken ze uit, en bewaken ze met het geweer. Alles bij elkaar een zielig gezicht. De Koningin heeft in Engeland gesproken, en gezegd, dat de hongersnood voor de deur stond. Inderdaad is het zoo ver. We krijgen geen suiker meer. Stroop niet te krijgen op de bon. In de stad zal het erg worden. We gaan de winter tegemoet, zonder kolen, zonder licht, en waarschijnlijk zonder eten. Zout is gedistribueerd. In Putten zijn ± 100 huizen verbrand. 800 mannen zijn naar Duitschland gestuurd. De oorlog schijnt niet op te schieten. 15 Duitsche pantserdivisie's moeten in de Betuwe liggen. In Zeeland wordt gevochten. Aken schijnt in brand te staan. Meer weten we niet. Zoo wachten we iederen dag af. Een ieder bespreekt een pension, als hij weg moet Koffers staan gepakt Sieraden en waardevolle voorwerpen, worden in de grond begraven. En verder is het wachten.