| |
| |
| |
NSB-ster, naar Duitsland gevlucht
Omgeving Neurenberg
Siegelsdorf, 3 October 1944
- 5 September zijn wij, Henk, Bertha en ik, uit den Haag gevlucht naar hier. Onze trein zou om 5 uur 10 vertrekken, doch we gingen pas om half 8. De trein was stampvol vluchtelingen. We moesten wel vluchten anders zou er moord en doodslag gekomen zijn in Holland. Dat we Daan moesten achter laten, vonden we vreeselijk. Koek en ei was het niet tusschen ons maar om hem daar in die slachtplaats achter te laten deed ons veel leed. Ook dat ik weg moest van mijn oude lieve Moeder vond ik ontzettend. Zal ik haar ooit terugzien? Wie weet hoe lang we hier moeten blijven.
's Nachts ongeveer half één zagen we lichtkogels hangen en na een half uur werd onze trein drie maal beschoten. We moesten allen den trein uit, gelukkig was Henk dit alles niet vreemd, als transport begeleider heeft hij reeds menigmaal zoiets meegemaakt. Hij gaf den raad de dekens die we in de trein over ons hadden, mee te nemen. We vluchtten dus de trein uit en nam Henk ons mee naar een greppel. Hier hebben we een geheelen nacht gelegen. De Tommy's kwamen nog 8 × over ons heen gevlogen en schoten op de menschen die zich onder boomen gelegd hadden. 25 Dooden en 18 zwaar gewonden hadden we. Daar lag een hoofd, daar een arm, daar een romp. Oh, 't was vreeselijk. 2 Blitzmädel waren geheel verkoold. De bagagewagen is heelemaal uitgebrand en is al onze bagage verloren gegaan. 's Morgens om 6 uur was het rustig en zijn we allen in een boerderij gegaan waar we koffie kregen en de kinderen pap. Het was op de hoogte van Amersfoort (Barneveld). Om een uur of 10 zijn we verder gereisd en 's middags om 2 uur werden we weer beschoten, weer allen er uit, weer in greppels gelegen. Goddank hebben ze toen alléén 2 × op de Locomotief geschoten niet op de menschen. Weer was evenals de eerste maal de locomotief kapot. We kwamen weer bij een boer (in Putten was dat) maar die wilde ons nog geen slok water geven. Hij beschouwde ons allen als landverraders. Na eenige uren gingen we verder. 2 uur daarna, bom, stonden we bij Zwolle weer stil, er was vliegeralarm, Goddank waren het echtet Duitsche Jagers en konden we verder reizen. Hoe we precies gereisd hebben is niet na te vertellen want we moesten voortdurend een stuk terug of een paar uur omreizen. In elk geval kwamen
| |
| |
we over Amsterdam (hier bleven we 2 uur staan) Amersfoort (fliegerangriffe) Barneveld (weer fliegerangriffe) Putten dito, Deventer, Zwolle, Mariënberg, Almelo, Oldenzaal, Bentheim In Bentheim werden we gecontroleerd. De meesten hadden geen goede papieren, Henk en ik hadden een bewijs van zijn Oberst Leutnant Schneider, Bertha had niks. Eerst moest Bertha blijven om te werk gesteld te worden doch toen ik alles had uitgelegd en gezegd had dat alles verbrand was mocht ze verder mee. We kwamen 's nachts aan in Bentheim van den 6en op den 7en. Tegen den ochtend vertrokken we weer. We kwamen toen in Osnabrück. Daar bleven we ook weer geruimen tijd. Ik zag daar vele bekenden. We waren ook 2 koffers kwijt geraakt die we bij ons in de coupé hadden, gelukkig kreeg Bertha ergens brood, boter en leverpastei en hadden we wat te bikken.
Den 8ten kwamen we 's morgens om half 9 in Nürnberg aan. Daar hebben we ons op de toilet wat gewasschen en gekamd en zoo goed mogelijk opgeknapt. Veel opknappen konden we niet, onze kleeren waren verscheurd en Henk en ik hadden niets anders meer. Truus had haar koffer met japonnen nog maar al haar ondergoed is verdwenen evenals het onze.
We gingen om 11 uur uit Nürnberg naar Fürth. Vandaar is Henk naar den Burgemeester in Siegelsdorf gegaan. Deze had n.l. gezegd ‘als het Holland ernst gaat worden, kom je met je ouders naar ons toe.’ Dit bleek slechts een holle phrase geweest te zijn want hij had geen plaats voor ons. De Orts gruppe Leiter heeft een kamer voor ons gehuurd, bij Fritz Meyrink. De eerste 3 nachten hebben we in een Wirtschaft geslapen. Voor Bertha zijn we weer naar Fürth naar het Arbeits amt gegaan en kreeg ze werk in Kirchfembach bij Frau Liebig in de Wirtschaft zur zonne. Henk en ik zijn toen naar onze kamer gegaan. Licht is er niet, water moet je pompen, het is vreeselijk behelpen. We slapen samen in één bed. Een kachel en kolen kregen we eveneens Lebensmittel Karte. Henk werkt bij Schuft maar niet elken dag want ik ben zóó overspannen dat ik bijna niet alleen durf zijn. Meestentijds gaan we in Fürth of Kirchfembach eten. Het eten is goed maar heel weinig en hebben we doorloopend honger. Ik bak dan pannekoeken of aardappelen. Henk heeft een schoenenbon gekregen en hebben we in Fürth schoenen gekocht voor hem. Ik kreeg vergunning voor een mantel en kocht die ook in Fürth. Henk heeft nog een vergunning voor een Anzug maar dat is niet te krijgen. Nu hebben we ondergoed en pannen aangevraagd maar ik
| |
| |
vrees dat we ze niet krijgen. Als we vergunningen komen vragen, zeggen ze ‘ja, Sie sind Ausländer, das soll schwer sein etwas zu kriegen’.
Hebben we daarvoor al die ellende meegemaakt?
Ik had me de Duitsche Nazional-socialisten anders voorgesteld. Enfin, we moeten er doorheen. De andere vluchtelingen, die later gegaan zijn en in een Lager of school in Bremervörde liggen, hebben het nog beroerder. Ze slapen daar allen op stroo, kleeden zich niet uit want mannen en vrouwen liggen door elkaar en maken ruzie met elkaar. We kregen een brief van Bertha Stroop, die daar is en van Mevrouw Timmers. Deze laatste komt morgen hierheen. Ze kan het daar niet uithouden. Eigenlijk mogen Nederlandsche Vluchtelingen hier niet in de Gau Franken zijn, we moeten alleen naar Bremer-Vorde. Henk en ik hebben toestemming hier te blijven omdat we gezegd hebben dat Daan ook hierheen komt zoodra hij weg kan uit Holland en we hem niet per post kunnen bereiken daar brieven niet overkomen. We hebben hem een telegram gestuurd maar geen antwoord gehad, 2 × per maand mogen we schrijven. We schreven aan Ma en aan Daan en verlangen naar eenig bericht terug. Henk is vandaag op het land bij Schuft aan 't werk en zit ik dit in elkaar te flansen. Straks ga ik aardappelen bakken en komkommersla klaar maken. We zijn erg blij dat Mevrouw Timmers morgen komt, dan hebben we aanspraak.
Siegelsdorf is een echt gat waar geen gat meer achter is. Het zijn allemaal boeren en zijn alle huizen doortrokken van de koeienpoep. Van den oorlog bemerk je hier haast niets. Alleen vliegen zoo nu en dan groote hoeveelheden Engelsche vliegers over naar Nürnberg en Stuttgart. Dat is een vreeselijk gehoor en ben ik dan altijd bang. Henk was Zaterdag in Grailsheim, daar kon hij het schieten uit Holland hooren. Er zijn daar verscheidene Hollanders. Ik ga er dezer dagen ook eens heen. Henk zegt 't is een groote stad. Fürth is ook een stad maar klein, er zijn vele winkels maar ze hebben bijna niets meer te verkoopen. Heel veel magazijnen zijn er al gesloten, eensdeels omdat de man aan een der fronten staat, anderdeels omdat ze niets hebben. Kirchfembach is ook maar klein en wonen daar ook slechts boeren. Het postkantoor is daar en moeten we daar al onze post brengen. Zeer gemoedelijk gaat het daar toe. Er was een telegram voor ons van Timmers daar en werden we hier bij den bakker aan de telefoon geroepen, daar werd ons het telegram voorgelezen, dat spaart een wandeling van ½ uur voor den postbode. In Kirchfembach
| |
| |
werkt Bertha, ze komt bijna elken avond hierheen gewandeld. Het bevalt haar daar niet, de werktijd is ongeveer 12 à 14 uur en dat is ze niet gewend.
Ik wil me opgeven voor het Roode Kruis, als Mevrouw Timmers hier is gaan we naar Fürth en meld ik me daar want om hier een heelen dag niets te doen, houd ik niet uit.
Morgen wordt electrisch licht bij ons aangebracht. Nu hebben we een kaars gehad maar die is vandaag op en er is geen andere te krijgen. Leuk is dat! Bij den Burgemeester kom ik heel weinig. Hij is me erg tegen gevallen en neemt het me kwalijk dat ik dit gezegd heb.
Cigaretten krijg je hier 2 per dag, ik heb ook de kaart van Bertha en bewaar alle peukjes. Nu ga ik voor ons eten zorgen en morgen verder schrijven. We moeten nog even aan het Bahnhof gaan informeeren hoe laat de trein van Mevrouw Timmers in Fürth aankomt.
| |
10 October
- Mevrouw Timmers en Jopie zijn hier [4] Oct aangekomen. Wij stonden aan den trein maar ze waren al eerder aangekomen en zaten bij den Burgemeester toen wij terugkwamen uit Fürth. Zij hebben in Haus Friedenthal gebivakeerd en hadden het daar slecht Harm moest of bij de flak of bij de Landdienst, hij heeft de flak gekozen maar we zijn nu bezig hem terug te krijgen aangezien Mevrouw Timmers hem terug wil hebben. Hij kan hier bij Joachim op de boerderij werken.
Jopie is hier op school, ze spreekt geen woord Duitsch maar als ze op school niets anders hoort, zal ze wel Duitsch leeren. We zijn eenige malen met zijn vieren naar Fürth geweest Gisteren 9 October waren we er ook en moesten we ruim een uur in een Luftschutzraum zitten want er was alarm. Nürnberg had weer Angriffe. Het was echt angstig, er vlogen ontzettend veel vliegtuigen over onze schuilkelder en waren we bang dat ze een bom zouden laten vallen. Gelukkig is dit niet gebeurd. Nürnberg moet er vreeselijk uitzien; Elk oogenblik komen daar de Tommy's evenals in Schweinfurth. Ik zit altijd met angst in den trein als we naar Fürth gaan. Woensdag 11 dezer moeten we er weer heen, ik moet gewatergolfd worden (14 dagen geleden heb ik me laten permanenten) en Mevrouw Timmers laat zich morgen permanenten. Dit kost hier maar 6 Mark.
We zitten nu allen op mijn kamer, Henk slaapt bij den Burgemeester, en Mevr Timmers, Jopie en ik slapen samen in één bed.
| |
| |
Leuk is dat niet maar zij hebben nog geen kamer dus moeten we wel. Er is hier nog een kamer over en zijn ze juist van het evacuatie Bureau geweest en hebben die gezegd dat wij die kamer die over is, erbij krijgen. We hebben drie weken zonder licht gezeten maar nu is electrisch licht aangelegd en hebben we licht. De kachel brandt lekker. Vandaag gaan we in Kirchfembach eten in de Wirtschaft waar Bertha werkt. We moeten er toch heen omdat ik mijn schoenen bij den schoenmaker moet gaan halen. Ik heb al een paar dagen erg diahree, alléén van de zenuwen want ik zit steeds te piekeren hoe het met Ma en Daan zijn zal. We hebben geschreven maar we hebben nog niets terug gehoord zelfs niet op onze telegram. Nu ga ik weer eindigen voor vandaag. Het is ons hier heel erg tegengevallen, alles en allen. We hadden het ons heel anders gedacht. Overal waar we komen moeten we hooren dat we slechts Ausländers zijn. We hebben vergunningen nu weer aangevraagd voor ondergoed maar we krijgen die niet omdat we Auslanders zijn. Ik heb niets meer, ieder keer moet ik mijn ondergoed wasschen; omdat ik geen verschooning heb, droog ik het gauw bij de kachel en doe het dan weer aan. Hoe lang zou die toestand nog duren? We lezen steeds in de couranten dat het er in Holland beroerd uitziet maar toch worden de Tommy's terug geslagen. Er wordt gezegd dat we met Kerstmis weer in Holland zitten. Was dat maar waar. Hoe zou mijn lieve Moeder het maken? Wat zal ze in angst zitten, als er maar niet veel bommen vallen. Zou ze nog bij Zuster Klompmaker zijn of zou dat ook alles weer geëvacueerd zijn? Van Daan hooren we ook heelemaal niets het maakt zoo zenuwachtig als je heelemaal niet weet hoe het met de achtergeblevenen is. Bertha maakt het goed; natuurlijk bevalt het haar niet, ze is niet gewend bij mij 12 uur per dag hard te weken en dat moet ze hier wel, ook is Frau Liebig niet heel erg vriendelijk. Ze snauwt altijd. Enfin, ik kan er ook niets aan doen. We zullen maar door den zuren appel bijten en kalm blijven.
| |
19 October
- Vandaag zou de verjaardag zijn van mijn lieven Vader, ik ging anders altijd dien dag naar het kerkhof bloemen brengen, nu heb ik den geheelen dag aan hem en Ma gedacht.
| |
21 October
- Gisteravond laat, nog bij tienen, kwam Harm. We zijn allen erg blij dat hij er is. Hij is erg dik geworden en ziet er best uit. Vandaag eten we echte Hollandsche erwtensoep die ik zelf ge- | |
| |
kookt heb. Gisteren zijn we naar Fürth geweest, ik had Besuchscheinen gekregen voor pannen èn zijn we die wezen koopen. natuurlijk was er flieger alarm en moesten we de schuilkelder weer in 19 Oct hebben we 's avonds in angst gezeten, zoo ongeveer tegen negen uur begonnen de Engelschen over te vliegen, dat duurde méér dan een uur, er gingen honderden over ons heen. Het licht ging uit en hebben we stil gezeten. Ze hebben wéér Nürnberg aangevallen en frankfort à M. en Klagefurth. Het zit hier overal vol vluchtelingen uit die steden. Gisteren hebben [we] weer een Hollander ontmoet Snellen uit Utrecht, hij is hier in Fürth op doorreis naar Weenen met vrouw en 6 kinderen. De vent bevalt me niet erg, hij schept op en meldt zich niet om te gaan werken. 't Is een rare snoeshaan en beweert niet te hoeven werken want hij heeft geld genoeg om 10 jaar zoo rustig te leven. 't Is een onsmakelijk type met een kerkhof in zijn mond.
Eergisteren waren we ook in Fürth en hebben daar een Belgische vluchteling ontmoet, hij wil naar Zwitserland zien te komen. Van hem heb ik adressen gekregen van hooge functionarissen der NSB en NSD.AP, die me misschien aan het adres van Daan kunnen helpen. Gek is het, maar ik verlang heel erg naar hem en maak me over hem en mijn oude Moeder heel veel zorgen. We lezen en hooren steeds slechte berichten over Holland en dat maakt me zenuwziek van piekeren.
Ik hoop dat Ma een goed onderkomen heeft gevonden en Frans veel bij haar is. Ouwe goeie Moes wat zal zij zich veel zorgen maken over ons. Hoe zou Piet het maken? Wat doet Daan, is hij nog in Holland of is hij in Duitschland. We vinden het zoo beroerd dat we zelfs op ons telegram niets hebben gehoord. Iedereen zegt dat post naar Holland niet meer doorgaat. Op de film in Fürth zagen we hoe vreeselijk Nijmegen en Arnhem geteisterd zijn. Oh, kwam er toch einde aan den Krieg. Wij verlangen zoo naar onze Heimat. Er gaat niets boven ons mooie landje. De Duitschers hier in Bayeren zijn ons onvriendelijk gezind, ze houden niet van de Hollanders en toonen ons dit elken dag. We hebben hier heel veel verdriet. Ook de Burgemeester is niet meer zoals hij vroeger was, zegt Henk en toen Henk dezer dag zei ‘ik wil het wel weten, ik heb het slecht’, toen kon ik niet meer en ben van m'n stokje gevallen. Bertha maakt het vrij goed, zij heeft werk, verdient 30 R.M. per maand en kan geen cent uitgeven. Allen en alles is ons hier in Duitschland heel erg
| |
| |
tegen gevallen. Enfin, het zal toch niet voor altijd zijn, we willen terug ---
| |
26 October
- We hebben hier Hollanders ontmoet, dwz. in Fürth. De Heer en Mevrouw Snellen met 6 kinderen. Zij zijn op doorreis naar Weenen. Mevr heeft een ernstige beenwond en mag niet verder reizen. Het zijn geen bijzonder symphatieke menschen. Hij is een eerste klas opschepper maar je bent hier al blij als je Hollanders ziet en spreekt.
Morgen gaan we naar Grailsheim, daar moeten heel veel Hollanders zijn. We gaan kijken of daar bekenden bij zijn. Ik wil zoo graag wat over Holland hooren. Gisteravond was hier film voor 50 pf: kon je er heen. We zijn gegaan. Vreeselijk vond ik het om te zien hoe ontzettend Arnhem er uit ziet. Er zal niet veel van ons mooie landje overblijven. Ik heb nooit gedacht dat ik zooveel van Holland zou houden. Als ik vroeger op reis was in België, Zweden, Spanje, Italië, Frankrijk enz. heb ik nooit verlangen naar Holland gehad maar nu is het heel erg. Ik verlang ook zoo heel erg naar Ma en Daan. Nu voel ik hoe we toch altijd met alles op Daan konden rekenen en hoe ontzettend goed hij voor ons is geweest. Ik bid elken dag dat er met Ma en hem niets gebeuren zal. God geve dat we allen elkander weer gezond aan te treffen na niet al te langen tijd.
Mevrouw Timmers, Jopie en Harm zijn nog steeds hier. Jopie is een duivelin. Zij is vreeselijk ongehoorzaam en onopgevoed en heb ik zoo het idee dat ze niet heelemaal normaal is, ze lijkt me geestelijk onvolwaardig. Harm is een lieve jongen. Mevrouw Timmers wordt hier steeds uitgelachen en gehaat. Zij schminckt zich heel erg en spreekt zeer slecht Duitsch. Ik heb echter nog een beetje aanspraak aan haar. Zij hebben nu ook een kamer hier bij Meyrink d.w.z. alléén slaapkamer. Als we klaar zijn, zitten we bij elkaar in mijn kamer daar brandt de kachel. Hier in huis kunnen ze haar en Jopie ook al niet uitstaan, de menschen kunnen niet begrijpen dat we uit dezelfde stad komen. Van Henk houdt iedereen veel. Harm heeft 2 nachten bij den bakker geslapen maar dat mag hij niet meer omdat hij in bed geplast heeft. De familie Timmers staat er dus hier niet best op. Jopie vinden ze een loeder, Frau Timmers een geverfde pop en Harm een bedpisser.
Straks gaan we naar Kirchfembach, daar kun je heerlijke koeken eten en lekkere koffie drinken. Het is een half uur loopen en dat
| |
| |
kan ik tegenwoordig best. Harm moet ook naar den Docter, hij zit vol met puisten en etterende zweren Jopie heeft luizen. Lekker frisch. Nu eindig ik weer tot volgenden keer. Ik schrijf dit alles voor Ma en Daan.
Van Fraülein Springer kreeg ik een lieven brief. Ik heb haar direct geantwoord. 10 uur nm Haar huis in Berlin is ook uitgebrand door bommen. Vandaag kreeg Henk een brief van Bertje Stroop en ik van haar Moeder. Het is zoo fijn om post te ontvangen. Was het maar post uit Holland. Oh, ik heb toch zoo'n verlangen naar huis naar Ma en Daan en mijn werk daar. Ik heb 't echt te kwaad de laatste dagen en nu vooral nu Kam[eraad]ske Stroop schreef dat er daar in Zeven wel post is gekomen van een Landwachter voor zijne vrouw. Ik wil zoo graag weten hoe Daan het maakt en of hij gezond is. en dan mijn ouwe Moeder, waar zou zij zitten, nog in het rusthuis? 't Is hard hoor! en dan zeggen ze nog dat wij Hollanders gar nicht wissen was Krieg ist en noch gar nichts mit gemacht haben. Frissche morgen.
|
|