Dagboekfragmenten 1940-1945
(1954)–T.M. Sjenitzer-van Leening– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 404]
| |
Ondergedoken boekhouder, 22 jaar
| |
Zondag, 1 October- Vanmorgen om 9.30 u kerk bij de Bleeke. Aamw. 20 jongens (de boer megerekend). Ikzelf ga hier voor. De preek is getiteld ‘In den visch’ (Jona 1:17. gelezen Matth. 12:38-42.....) Wanneer we weer goed en wel thuis zijn komt men ons onder 't eten (1 u) waarschuwen dat de zwarten vlakbij zijn bij Baanders). Even later horen we schieten Na 't eten in 't hol gekropen met z'n vijven, waar we de grootste lol hebben. Toch hebben we nog even geslapen. En als we om 3 u. wakker worden moeten we allemaal naar onderen omdat de nood zo hoog is. De jongens uit de buurt lopen bij bosjes door de weiden. Om goed 3 u. komt Annie. 'k Had reeds een brief voor haar geschreven. Zij wilde naar de kerk, doch deze ging niet door omdat er geen ouderlingen waren gekomen. Heel Aalten loopt vol zwarten en groenen en alle mannen von 16-60 jaar worden opgepikt. Om 5 u komt er opeens één van de landwacht achter het hoenderhok aanzetten. Eerst schrikken we even en Wim en ik zijn de eerste die weg zijn naar het hol, doch als we horen dat het er maar één is gaan we maar weer terug. De landw. gaat voorbij zonder iets te zeggen. Annie weggebracht tot bij Pietersen. Hier komt ook nog een landw. langs. Nu moet ik terug van Annie en 't afscheid wordt genomen. 's Avonds, als we rustig zitten te lezen komt er weer een seintje. Jaap gaat nog even horen of er berichten zijn, maar men durft op 't moment niet te luisteren. Ome Barend komt thuis en heeft 6 wagens vol ‘gevangenen’ zien vertrekken. Zij moeten allen werken in Zevenaar voor de Mof. Dat is het resultaat van vandaag. Om 9.30 u naar bed en een onrustige dag is weer voorbij. Piet en Barend gaan | |
[pagina 405]
| |
bij 't Overhof slapen. Wij hebben niet zoveel plaats. (n.l. 6 onderduikers) 10.30 bom in L[ichten]voorde gevallen. enkele huizen ernstige schade - 3 à 4 gewonden | |
Maandag, 2, October- Vanmorgen een seintje dat ze vandaag de boer opgaan om te vangen. En jawel hoor! Bode Prins zegt tegen 10 u. dat ze al op weg zijn de boer op. ‘Nou, we zullen wel een beetje uitkijken hoor.’ Op een gegeven moment komen er 4 Amerikanen (vliegtuigen) laag over en draaien ongeveer bij de spoorlijn naar Varsseveld. En ja, daar gaat ie, een prachtige scheervlucht naar beneden, een geweldig gedreun en de vliegtuigen trekken weer op. Daarna de andere twee, weer tweemaal een hevige knal, dat de broekspijpen er van schudden en het is voorbij. Tante loopt handenwringend te roepen dar we binnen moeten komen, maar we vinden het veel te interressant. 's Middags 12 u. gooien ze in Winterswijk weer een 8 bommen neer. Dit dreunt wel niet zo hard, maar we zien de 8 Amerikanen toch mooi opereren. De zwarten gesignaleerd bij Ansink-Hendrik, Slikketap en verder Villekesdorp. Dit is nog geen 5 min. van de Zwaluw. Onder 't eten waarschuwing dat ze bij Pietersen zijn. Pietersen is de buurman en dus besluiten we om nu toch maar even weg te kruipen. Met z'n vieren naar het hol. 't Bord onder de arm. Klaas die er al in is zal de borden aanpakken. Ik geef hem zijn bord aan, doch hij zit er al met zijn voet in. 't Is ook zo donker. Als we allemaal binnen zijn (Klaas, Wim, Jaap en ik) beginnen we weer te eten. Met de vingers moeten we voelen of het bord leeg is. Wim krijgt een stuk stroo binnen en Jaap stikt zowat in een stuk spek. 't Jonge, jonge. We hebben ons pijn in de buik gelachen Als alles op is kruipen we naast elkaar en proberen wat te slapen. Dit gelukt ook nog, en we maffen nog een klein uurtje. Nu hebben we de schade van vanmorgen ingehaald De tijd is n.l. verzet, hetgeen we vanmorgen om 10.30 uur hoorden. 't Was toen dus nog maar 9.30 u. We zijn vanmorgen dus een uur te vroeg opgestaan ‘verdreid miej hale nog an toe’. Na allemaal de W.C. opgezocht te hebben, gaan we naar het andere hol waar we tenminste wat kunnen zien en gaan daar lezen. Het dagboek bijgewerkt tot en met gisteren. Gerrit v.d. ÖmeGa naar voetnoot* die | |
[pagina 406]
| |
naar te Slichte gaat voor de zeug worde ook nog nagezeten. Des namiddags om een uur of 4 komt hij weer boven water. Wim die ‘noodig’ moet gooit het luik van het hol open en gaat op de knieën liggen en ‘straalt’ naar beneden. De poggetjes staan met open mond naar boven te kijken, 'k Weet niet meer wat we allemaal gezegd hebben in dit hol, maar k weet wel dat we vreselijk gelachen hebben. De berichten zijn dat ze nog steeds aan het vangen zijn. Op 'tmoment bij Hogenkamp. Ze zijn nu zo'n beetje de gehele buurt om de Zwaluw rond geweest. Alleen hier zelf nog niet. Om 6 u. uit 't hol gekropen - gegeten en verder de avond in 't keukentje achter 't fornuis doorgebracht. Mijn dagboek ingevuld tot aan deze avond. Thea maakt de opmerking: ‘'t Lijkt me toch reuzen interessant zo'n dagboek ook voor je kinderen en kindskinderen.’ Echt weer iets van Thea! Zo is deze dag dan ook weer voorbij. 'k Heb de koffie op en ga zo naar ‘bed’. Zo'n rumoerige dag als vandaag is er nog niet geweest in onze onderduikers tijd. Bij Wiggers Salomo 3 meisjes meegenomen omdat de jongens niet thuis zijn. Als ze zich om 7 uur met gemeld hebben steken ze de boel in brand. De jongens hebben zich niet gemeld, doch er is ook niets in de brand gestoken. De meisjes zijn weer los. |