Dagboekfragmenten 1940-1945
(1954)–T.M. Sjenitzer-van Leening– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 387]
| |
De hongerwinter
| |
[pagina 389]
| |
14 September- Begin Glimmern-industrie.Ga naar voetnoot* Om 6 uur Maagdenburger. Tamelijk vlug gesorteerd. Stilte gevraagd. ‘Es ist in eurem Interesse, um schneller an die Arbeit zu gehen’. Gelach! Motto overgenomen: Immer schön langsam. Vraagstuk: rationeel saboteeren. Tweede dag allemaal middagpauze pas om 1 uur terug! Arbeid voor mijn gevoel toch nog intelligent, geen loopende band, niet 1 handgreep, elk stukje eigen initiatief. Beter wel te werken dan niets doen. Maar na 3 uur unfáhig. 2 × 4½ uur! Hanna totaal 4 uur. Ghetto-leven: Altijd met veel te veel mensen in een heel kleine omgeving. Op zolder matras naast matras. zoo! Kamers: tot 30 in kleine ruimte. In de ‘Hof’ altijd alle zitplaatsjes vol. Mooie natuur, ja maar altijd met menschen - menschen. Bastei, Stadtpark. Marktplatz. Werk in de zaal, buiten bij 't eten. W[esterbork] was eentoning, maar voor wie zag, nog zóó veel moois in al wat er tòch nog bloeide, in de luchten, het haverveldje, het speelveld! En dan het groote gemis aan contact, de ontzettend verre afstand, de afsluiting van alles wat eens dierbaar was! | |
[pagina 390]
| |
niet verpleegster. Plicht? Eigen gezondheid? Chel misschien pleuritis? 1 maand vrede? ½ jaar hier nog? Als er maar contact komt! En nu tòch nog het laatste moment hèt gevaar? Bert Polak? | |
22 Sept[ember]- Na 5 dagen durchfall weer naar de Glimmern. Werk van 6-2, geen eten, 20 minuten pauze, om 10 uur geen luchten. Duits bezoek. Geen vrije dagen. Niemand weg. Om 10 uur niet goed. Mag niet weg voor arts. Zimmeralteste durft me niet liegend krank zu melden. Angst. Reiheuntersuchung. Gynaecologisch. Bah!..... Nu andere schicht van 2-10. Meer eten? Mannen in Hundertschaft slechts 4 à 5 uur, zeer lanterfantend werk. Communisme? Hier alles gemeenschappelijk: eten, taakverdeeling van bovenaf, kinderverzorging. Maar elke werklust ontbreekt. Schiksalgemeinschaft, net als in Arnhem. Ideaal ontbreekt! Dus alle kracht. Is dat ideaal in de massa ooit zoo krachtgevend als de uiting van het natuurlijk egoisme èn de natuurlijke liefde die uitgaat van het gezin, met zijn zorg en strijd voor elkaar. Zijn gevaarlijk individualisme, maar dat zich in deze maatschappij hier toch net zoo goed manifesteert in de strijd om goede baantjes, het ruilen van overschotjes-welstand uit Holland voor brood, en waarvoor brood al dienen kan als: etensdragers, bankjes, stoelen, luchter, etc. etc. In Vught was gezin uit elkaar. Daar wèl grooter kameraadschap en gemeenschapsgevoel net als in de S[traf] Barak. Maar met een groot gemis aan positieve krachten van opbouw die van het gezin uitgaan! | |
23 [September]- Het: ‘savoir fleurir’, (motto: ‘Il faut savoir fleurir où Dieu nous a semés’Ga naar voetnoot* is hier wel erg moeilijk. Alles is zoo grauw, zoo stoffig, zoo vuil en zoo vol van het leelijke zielige gedoe van al die menschen. In W[esterbork] was soberheid, eenvoud, maar toch mogelijkheid van rust. Hier nooit en nergens. En wat er aan schoonheid in de verte te zien is, het maakt me onverschillig, omdat het ‘Duitsch’ is. Het algemeene contact via dit Ghetto, via dit ‘vreemde’ land, ik kan het nog niet vinden. |