Dagboekfragmenten 1940-1945
(1954)–T.M. Sjenitzer-van Leening– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 391]
| |
Ambtenaar Nederlandse Spoorwegen, 19 jaar - Kassel
| |
Dinsdag, 12 September- Je zult 't altijd zien, als je nachtdienst hebt, is 't 's nachts rustig en overdag alarm en heb je dagdienst, dan loeien 's nachts de sirenes. Verleden week is 't steevast iedere dag alarm geweest, zo tegen 11-12 uur kon je er op rekenen. Nu is 't elke avond ‘Achtung, Achtung für Kurhessen’ enz. Hoor je 't niet door de radio op de Z. abfGa naar voetnoot†., dan zie je 't wel aan de lichten van 't station. Als er geen luchtgevaar is, branden de grote boog- | |
[pagina 392]
| |
lampen op volle sterkte, zijn ‘ze’ ingevlogen en naderen de vliegtuigen Kassel, dan branden de lampen op 35% (‘Luftgefahr 15’) en als ze nòg dichter bij komen, dan gaan de lichten uit en is 't VbfGa naar voetnoot* in duisternis gehuld, voorzover de maan haar zilveren stralen er niet overheen laat glijden. Want ondanks de sentimentele liedjes over de ‘Mond’, is dit hemellichaam wel één van de vele dingen, die de moffen haten i.v.m. bombardementen, beschietingen e.d., uitgevoerd bij 't licht der maan. Zodra de lichten op ‘half’ gaan branden, zoals wij 't noemen, gaan de Fransen hun koffers halen en smeren 'm naar de bunker, die hier vlak bij is. Wij blijven echter staan kijken. Zij hebben méér meegemaakt dan wij, denk maar eens aan 22 Oct. verleden jaar, toen wij veilig(!) in Mönchehof zaten! Het is een mooie uitvinding: vooralarm - alarm, uit veiligheids-oogpunt bekeken. Alleen is 't meestal zo: Hier in Duitsland kan je met alarm meestal rustig blijven werken, of slapen, doch als er géén alarm is ... blijf dan maar dicht bij de bunker! Vandaag om 5 uur was het bijv.: ‘Es befindet sich kein feindliches Kampfverband über dem Reichsgebiet’ en om 5.07 uur kwam 't bericht door: ‘Achtung, Achtung, für Kurhessen, starke Kampfverbände im Raum Bebra, in Anflug auf die Gauhauptstadt.’ Om 5 uur is er dus géén ‘vijandig’ vliegtuig boven Duitsland en nauwelijks 7 minuten daarna zwermen ze al boven Bebra, dus nog géén eens in grensgebieden, nee, bij Bebra, halverwege tusschen Eisenach en Kassel. Ook gebeurt het vaak, dat de lichten in 't station ‘half’ branden, of zelfs helemaal uit zijn, terwijl de zelfder tijd 't ‘Fräuleintje’ voor Reichssender Frankfurt staat te ratelen van een ‘feindfrei’ Rijksgebied! Meinke zou zeggen: ‘Wer lügt da so schön?’ | |
Woensdag, 13 September- Vanuit Hasselt hebben de Geallieerde legers Eindhoven bereikt. Ook Maastricht wordt telkens in de legerberichten genoemd. Ik herinner me nog een artikeltje uit ‘Vova’ (of was het ‘het nationale dagblad’?), dat handelde over de handelingen van onzen handigen ‘lijder’, pardon, ik bedoel 't goed: ‘leider’. Volgens dat zou Mussert, als de gevechtshandelingen ooit nog eens Utrecht zouden naderen, z'n soldatenpak aantrekken; z'n tante mag nu dus wel eens beginnen, met het uit de kast te halen en 't op te strijken. (Net zoals de vrouwen van Kaiser, Braun, Gemmecke enz., die onlangs hun mannen opgeroepen zagen!) Hier vertellen de | |
[pagina 393]
| |
Hollanders, dat Mussert in Soest is. De Koningin was in Soestdijk, Mussert nu in Soest, omdat hij van de dijk gezet wordt. Gelukkig voor de de Hollanders ligt er óók nog een Soest in Duitsland (Ruhrgebied), Mussert is dus al volgens plan teruggetrokken (van zijn plan!) | |
Donderdag, 14 September- Le Havre is door de Geallieerden bevrijd, nadat het sinds begin September door hen omsingeld was. 't Wehrmacht bericht kon dus weer over ‘heroïke strijd’ en ‘bovenmenselijke prestaties’ spreken! Het gaat nu echter véél langzamer aan de fronten, helaas, want des te meer wordt er nu vernield. Zou Mussert toch nog gelijk krijgen met z'n bewering in het voor hem zijnde lijfblad, voor ons zijnde W-C. papier, toen hij sprak over de naderende invasie? Volgens hem zouden de Duitsers ‘langzaam terugtrekken, zodat heel Nederland één grote puinhoop zou worden.’ | |
Zaterdag, 16 September- Van gisteren was er niet veel te vertellen, zodat ik maar weer eens een dag heb overgeslagen. - Het eten op de Bühne is nog nooit zo ‘hopeloos’ (om eens een modewoord te gebruiken) geweest als nu. Sinds we Lagerverpleging hebben, was 't altijd zo: We betaalden voor de hele week, doch moesten wachten, tot zij, die bonnen gegeven hadden, gegeten hadden. Ook nu moeten we wachten, doch dan bij ieder portie dat je krijgt (meestal is het er maar één) 30 Pfennig betalen. De ‘eetzaal’ is nu gevestigd in een gebouwtje van de Bahnmeisterei, naast de Bühne. 't Tot nu toe gebruikte Lademeisterzimmer verdwijnt en wordt weer gevestigd op de oude, voor 22-octoberse-plaats. Aan de opbouw van dit gebouwtje heeft Bart nog mee ‘gewerkt’ In m'n ‘vrije diensttijd’, d.w.z. tussen het beschrijven door ben ik nu 'n stel gedichtjes aan 't maken over het jaar, dat we in Duitsland waren (op 12 Oct.) Het is nog maar half klaar en telt al ± 20 coupletjes, op de wijs van een door ons vaak gefloten of geneuried liedje (gezongen niet, daar we geen woorden weten) | |
Zondag, 17 September- Vandaag dienst van 7-19 uur. Ik heb uitgerekend, dat je net op kunt staan, als de Bühne-werkers uit de barak weggaan (tien over half zeven). Je loopt dan langs spoor 7 òf 9 West, alwaar de trein naar Gieszen opgesteld staat. Je schrijft de wagennummers en de bestemmingsstations op en komt dan om ± 7.15 uur op de Zugabfertigung aan. Die tien minuten reken je | |
[pagina 394]
| |
natuurlijk voor 't opschrijven. Dit is voor diegene, die de vrachtbrieven moet uitgeven, aan den conducteur, gemakkelijk, want ze kan dan rustig de vrachtbrieven opzoeken en als de conducteur komt, ligt alles klaar, dit vanwege 't feit, dat ‘Gieszen’ zo'n lange trein is! | |