Handelsvertegenwoordiger, 47 jaar - Amsterdam
26 Mei 1943
- Lichting burgers 21-22-23 zijn opgeroepen voor de ledige plaatsen in Duitschland te bezetten. Je hebt je maar te melden en je wordt naar alle mogelijke uithoeken gestuurd, Riga, Oelkraine hoor ik noemen. Hoe het zit, zit het, maar de jongens maken het maar mee. Er zijn er bij die zeker heimwee zullen krijgen. De jongelui trouwen aan de loopende band. Maar het gaat niet meer als vroeger keurig netjes in een luxe wagen of rijtuigen, neen die zijn al lang verdwenen. Er is geen benzine meer of de wagens zijn al lang gevorderd. Neen de jongelui gaan met de tram en voor de rest loopende naar stadhuis en de genoodigden volgen. Duidelijk kenbaar aan de roos of andere bloem die zij in hun knoopsgat dragen. Om er toch een feestelijk tintje aan te geven, krijgen ze extra toewijzing voor een paar brooden, wat vleesch en 2 ons bruidsuikers. Maar de jajem is er niet meer bij. Clandestien kost een flesch Bols ƒ50. Cognac ƒ45.-
Heele volkstammen zie je dus naar Stadhuis trekken. De trouwerij wordt voltrokken en dikwijls vertrekt de bruidegom de volgende dag reeds voor een jaar naar het buitenland. Wat een ellende. Deze jongelui worden wreed door den oorlog uit elkaar gerukt. Weg is de mooiste tijd uit hun leven. De jonge vrouw krijgt dan ondersteuning. Te weinig om van te leven en te veel om van te sterven. Zoo zien we alle jonge jongens en mannen wegtrekken. Gevolg: bedrijven komen zonder werkkrachten. maar ook daar weten de nieuwe Heeren raad op. Vrouwelijke conductrices, postbestelsters. Kortom overal is het zoo, de man er uit en de vrouw die toch in haar gezin thuis hoort in de bedrijven. Omgekeerde wereld. Maar het is de totale Krieg. Er wordt niet gevraagd of wij het willen of niet. Je hebt het maar te doen. Alle dagen nieuwe verordeningen. En het einde is altijd: doe je niet dan krijg je 5 jaar tuchthuisstraf. De gevangenissen zijn vol, concentratiekampen zijn er legio. De ongelukkigen worden dikwijls zonder vorm van proces gevangen genomen. Men hoort niet waar ze naar toe gaan, waarom en waar ze zijn. Denk jullie je in wat het zeggen wil, als zij die je dierbaar zijn, een vader of zoon of broer weg is. En die onzekerheid is doodend. Menigeen heeft dan ook maar de gaskraan opengezet.
De handel is overal aan banden gelegd. Ik weet niet meer wat je wel of wat je niet mag. Hout, ijzer, koper, tin rubber, niets mag