Dagboekfragmenten 1940-1945
(1954)–T.M. Sjenitzer-van Leening– Auteursrechtelijk beschermd
Cadet-vaandrig, 23 jaar
| |
[pagina 224]
| |
alzo bestond uit spiegelgladde lappen afgewisseld met stukken waar de stuifsneeuw deels hoog lag opgestapeld. Verder was er nog de besneeuwde zandhoop van de waterput. Op dit terrein zwoegden de Cadetten en Adelbuiken. Meneer Kist deed de aftrap en onder een bijna 1 [uur?] aangehouden gelach werd het 7-2 voor de Cadets. De keuken had besloten een maaltijd van 1 L heet water p.p. te verstrekken om zelf ook een vrije avond te hebben. Ik maakte met Adje samen pap. Eerst door de keuken met Amerikaanse pruimen. Daarna hadden we nog meer honger. Waarom we in de kachel nòg een potje kookten. Voordat we naar Eetzaal A gingen, waar het feest off[icieel] gevierd zou worden, veegden we met vlotte hand de kamer nog es aan, plaatsten de 4 tafels aaneen en gooiden er dekens overheen. 7 uur gingen we naar beneden. Overste de Jong, Adjudanten Kist en de Man. St Nic. was Menno en was zeer artistiek gekleed. Een knalrode deken om z'n schouders, kgfGa naar voetnoot* op z'n bordpapieren mijter en meesterlijk met watten gegrimeerd. Hij was goed. Hij zeide getracht te hebben met zijn oude botten door het prikkeldraad te dringen maar dat dat met grote moeilijkheden gepaard ging. Het was niet zo de mijter op, maar bijna sodemieter op. Maar een oud man als hij liet zich niet afschepen. Hij had weinig tijd want hij moest nog naar onze collegas van zijn leeftijd in de 1o compagnie. Overste de Jong kreeg een microfoon om zijn kostelijke commandostem te kunnen sparen voor betere tijden Meneer Kist een gramofoonplaat met de appèltext. Kapt de Man een bel, te gebruiken op het appèl wanneer hij geruisloos in de sneeuw lopend met afwezige sporen het 5de gelid helpt richten. Muntenaer kreeg voor zijn moed beleid en trouw de orde van Stanislau Kameroudste 29! Menno speelde zijn rol buitengewoon goed. Per kameroudste werden zakken met cadeautjes uitgereikt. Ondertussen was de LagerCdt komen kijken. Het was een aardig uurtje. Op onze kamer werden een voor één de pakjes uitgereikt. De bijbehorende gedichten waren allen zeer goed. Echter niet voor te lezen in gezelschap van Dames. We bleven in de beste stemming, gezellig, nog een ½ [uur] doorzingen. Menno had zich ondertussen weer opgetuigd want om 9.15 zou er voor [de] Jury een defile van alle Sinterklazen met Zwarte Pieten uit het gebouw plaats vinden waarna het mooiste paar met | |
[pagina 225]
| |
een prijs zou worden bekroond. Kamer 29 besloot plotseling Menno en Klay naar de bovenste rotonde (de cabine voor de hoofdofficieren, kunstzinnig versierd met provincie en familiewapens) te volgen om te getuigen. Onderweg, in de gang kwamen ze een paar heren tegen die zeiden: ‘jullie weten niet wat je begint. Alle Sinterklazen worden afgetuigd zodra ze binnen komen.’ Dat was voor hun geen bezwaar om toch nog naar boven te gaan. Integendeel een vriendschappelijk rausch partijtje was net dàt wat ze nog even nodig hadden. Op het portaal vóór de rotonde stonden de mensen boven op elkaar. Vier gingen er voorop en baanden een weg. Reeds vielen er klappen. In de rotonde was het een heksenketel. Jan Hout beweerde later dat hij alsmaar de ‘aanval’ blies maar ze hebben hem niet eens gehoord. Er schenen ±25 Sinterklazen te zijn. De belangstellenden stonden in dikke rijen en met verhitte gezichten langs de muren opgepropt, maar in het midden was nog een kleine arena vrij. Zij plaatsten hun Sinterklaas op de overblijfselen van een tafel en vormden daarom heen een cordon, arm in arm ter bescherming. Er was even een gevechtspauze want de aanvallers werden van hun stuk gebracht door deze taktiek. Ze begrepen het blijkbaar niet erg goed. Zij echter des te beter. Een soort verhit circus directeur schreeuwde met een bezweer gezicht: ‘Vooruit neem hem op de schouders’ maar zij wisten wel beter en bleven pal staan. De situatie werd echter critiek want de aanvallers drongen op. Reeds moesten er een paar worden afgeslagen. De overblijfselen van Sinterklazen vlogen door de lucht. Mijters en kleden werden vertrapt. Een Sinterklaas werd in een draagbare vuilnisbak rond gezeuld, totdat hij met z'n kop naar beneden in de kokende menigte verdween en letterlijk vertrapt werd. 5 [minuten] later werd hij naar het lazaret gedragen. Maar dit hield de menigte niet tegen. Verderop werd er één echt in een zak gestopt en rond geslingerd als een baal vuil wasgoed! Zij stonden nog steeds met hun twaalven rond hun Sinterklaas, die een van de meest artistieke was, maar het grauw drong op, het zou niet lang meer duren. Op het laatste ogenblik doken er nog een paar van de potigste adelborsten op die inderhaast gemobiliseerd werd[en] en toen begon het. Onder een oorverdovend gehuil begon de aanval. Twee, drie aanvallers doken op elk der bewakers. Benen en armen maalden en trapten. De watten baard vloog weg, z'n mijter werd hem afgeslagen, z'n staf brak. Er werd hard en raak geslagen. Enkelen waren door het dolle heen. We vochten als leeuwen met een handvol | |
[pagina 226]
| |
lui (de meesten waren nog op de kamer de pakjes aan het uitpakken) tegen een overmacht. Het was een heerlijk gevecht. Er vloeide ook bloed, een knaap vocht door met een lange snee over z'n wang. Het gelukte hen een ogenblik het cordon te herstellen, Menno, met een aan flarden gescheurd laken en pyamajasje dat als vodden om z'n lijf hing, vond plotseling z'n mijter terug en een hartverscheurend gehuil steeg op, maar twee minuten later was alles weer handgemeen en van onze mooie St Nicolaas was niets meer over. Maar daar werd[en] tussen het grauw tegen de muur nog een paar hele St Klazen ontdekt en als een golf sloeg een nijdige aanval naar dien kant uit. Het werd een raak gevecht. Tafels en stoelen kraakten, voorzover nog heel. Het werd tijd dat er een einde aan kwam, want het gevecht was meer dan heet. Plotseling schoot Overste Sar naar voren, vocht zich een open kringetje en deze eerbiedwaardige ijzervreter schreeuwde: ‘Heren! Een oud krijgsman vraagt het woord’. Onder zijn hoge schelle stem verstomde het rumoer tot een gewillig luisteren. ‘We hebben StNicolaas gevierd. Het einde is niet geweest zoals de Jury en Commissie van Voorbereiding zich dat hadden voorgesteld, maar dat neemt niet weg dat het een prachtige dag is geweest. De jongeren en ook wel de ouderen hebben getoond dat er nog pit in zit en dat is ook wat waard. We zingen nu gezamenlijk: Het is mooi geweest. Daarna gaat iedereen rustig naar de kamers.’ Deze krasse figuur heeft op tijd en tactisch ingegrepen in iets dat misschien was verworden tot dat wat niet meer sportief genoemd kan worden. Na een hoeratje voor de Overste formeerde vriend en vijand met de overblijfselen van de Sinterklazen een polonaise met muziek door het gehele gebouw. Hier en daar kwam het nog wel even tot individuele partijtjes. Een Klaas werd nog spiernaakt uitgekleed die, met z'n mijter alleen nog op, een Kapteins kamer binnen vluchtte waar hij woonde ook. Het was een mooi feest geweest. Er werd nog urenlang over nagepraat. Het doel van de Commissie was volkomen geslaagd: Een schitterend feest, terwijl niemand op dezen dag de tijd werd gelaten in een hoekje te gaan zitten denken aan Holland... Kwart voor 10 kwamen overste Sar en Maj Jhr Gevaerts 29 binnen en spraken Menno en Klay toe. Hadden onze Klaas en Piet n.b. de schoonheidswedstrijd nog gewonnen ook! Deze uitspraak werd Zondag bevestigd door de uitreiking van de volgende: ‘Beoordeling van Sinterklazen.’ | |
[pagina 227]
| |
GeheimDe Commissie, Aangewezen te beoordelen het peil der onderscheidene Nederlandsche Sinterklazen te Stanislau op 5 Dec. 42, heeft zich hedenavond voltallig bijeengeroepen, is gekomen, en heeft tot het volgende besloten:
Gezien de aanvankelijk waardige wijze waarop enige St. Nic. de rotonde der hoofdofficieren betreden hebben, mocht verwacht worden dat de Commissie een zware taak zou hebben zich een oordeel te vellen over de mate van echtheid, ouderdom, ernst, uiterlijk voorkomen en plichtsbetrachting der verschillende Concurrenten. Gehoord echter het gerucht dat enige falsificaties deze avond niet waren uitgesloten heeft de Commissie zich allereerst tot taak gesteld, de geloofsbrieven der gegadigden aan een onderzoek te onderwerpen. Bemerkt hebbende dat de stemming in de daarop volgende minuten van souvereine ernst in uitbundige vrolijkheid overging, heeft de Commissie zich tot taak gesteld zich slechts tot zuivere wgGa naar voetnoot* te beperken. Geconstateerd hebbende dat vele Sinterklazen, de hoogheid van hun beroep vergetende, zich aan handtastelijkheden te buiten gingen, bewijzende daarmede slechts verklede Nederlandse officieren te zijn en anderszijds meerdere Sinterklazen zich slechts tot een latente onactieve houding wisten te bepalen, een gedrag hetwelk voor hun stand eveneens als afkeurenswaardig moet worden bestempeld, heeft de Commissie besloten zich in het grauw op te lossen, teneinde alsnog een beslissing te kunnen nemen. Vermoedende dat geen gewelddadige sterfgevallen de Commissie nopen van een vrolijke beslissing af te zien. In aanmerking nemende de voormelde feiten, omstandigheden en conclusies, zich bewust zijnde van het ongekend vreemde verloop van dit Concours, Uit te roepen, Aan te stellen en te handhaven: de Adsp. off. vlieger K.N.M. M.J. Manting | |
[pagina 228]
| |
tot de enige echte en onvervalste St. Nicolaas en cadet-sergeant W. Klay. tot zijn eeuwige Zwarte Piet.
Alzo de Commissie voltallig bijeen te Stanislau: op 5/12/42. De Luit. Kol. J.W. Sar. |