stemming met het eerewoord om zich tegen elke bezetting te weer te stellen. Dus ook tegen de Duitsche. Ongetwijfeld zouden de Atlantische Mogendheden liever hebben gezien, dat de Franse vloot op 7 November was uitgevaren, evenals de Duitsche regeering het leuk zou hebben gevonden, dat ze tenminste tegen 8 of 9 November de hakenkruisvlag zou hebben geheschen. Noch het een, noch het ander gebeurde. De Fransche Marine heeft den Blanken Dood verkozen. Hier was de dageraad mistig, en hing de lucht plat in altostratusbanken over een versopt en drassig weiland. De zon ging geel op, en verdween daarna op een vrij slordige manier achter een drabbig grijs wolkendek.
Toulon ken ik niet, den Helder wel. Zoo stel ik mij Toulon altijd voor als een soort van Buitenhaven met een strekdam van rotsen, en een neveligen zonsopgang - vrijwel identiek met het wijde uitzicht dat ik op mijn veertiende jaar over die Buitenhaven genoot over de borstwering van het oude fregat ‘Het Loo’, voordat we met de G 4 de haven uitvoeren en ik me op dringend verzoek van den luitenant ter zee Helffrich in het kabelgat moest verstoppen totdat we de tonnen achter het Wierhoofd klaarden - de admiraal was een loeder. Ja, zoo'n admiraal had destijds ook niet veel anders te doen dan te kijken of er ook burgers op torpedobooten meevoeren. Ook in de admiraalspractijk zijn er zware en slappe tijden...
Daar lagen toen in de wijde bocht van de Buitenhaven al die oude fregatten en wachtschepen. De zee was bladstil, de zon scheen door de ochrendnevel schuins op het wijde water, dat door Van der Velde geschilderd, en in den Ancient Mariner een painted sea genoemd is. Het was een en al zon en vreugde en avontuur. Na de vlaggenparade - ik ruik nog de bruine boonen met spek en zie die eene plek olie in de zon op het water, met die twee kwallen eronder - stak de G 4 van wal. Het rhytme van de machine is me tot vandaag bijgebleven, maar waar straalt de opgaande zon op een morgen in Juni zoo over de havens en de slikken, en waar zie ik in latere jaren een Nederlandsche vlag, die oprecht wappert over een Nederlandsch landschap? Wij mogen wel dynamischer en meer gespannen zijn, maar de rust en het weloverwogen avontuur, de persoonlijke ‘inzet’ (Einsatz) zijn verdrukt en verkrampt en verobsedeerd - even onherroepelijk teloorgegaan als die eene morgen aan de Buitenhaven, waar ik geboren ben, en destijds de teleurstellingen heb ondergaan van het leven, dat tegen het einde in banaliteiten wordt gesmoord. Zoo