Dagboekfragmenten 1940-1945
(1954)–T.M. Sjenitzer-van Leening– Auteursrechtelijk beschermd
Student, 22 jaar - Utrecht-Warmond
| |
[pagina 190]
| |
tekent, zal hij ze wel niet krijgen. (‘De al dan niet ondertekening’ - goden, wat een taal bij een Kultuurbeschermer! - ‘zal mede van betekenis zijn bij de beslissing op Uw aanvraag’) Och, ik weet het heus nog niet. Het zit me een beetje dwars in mijn maag, als ik me voorstel dat ik zoet zou tekenen. 't Is niet elegant. Aan de andere kant is dit stelletje verdwaasde en verdwaalde Überaffen me niet waard, dat ik er me zorgen en last om op mijn hals haal. Het is niet zoals de vorige keer iets dat me tot in het diepst van mijn ziel aangrijpt. Ze zijn gek, zeg maar ja, anders worden ze wild. Nu eerlijk zijn: ben ik hier aan 't proberen, mezelf om de tuin te leiden? Gaat het hier om de waarde van een zedelijke overtuiging of niet! Ach nee, ik weet het toch eerlijk niet zeker, of het juist is, te weigeren. Er bestaat toch ook zoiets als principienreiterei Een overweging: door een rijksbeurs ben ik meer dan een ander die dit niet heeft aan de heidenen overgeleverd. Is dit geen mooie gelegenheid om er een punt achter te zetten? Maar och: de zaken gaan gesmeerd, langer dan een jaar hoef ik het niet meer uit te zingen. Jongens, ik moet een vodje tekenen. Kom eens kijken of ik het doen zal! | |
8 September, Dinsdag- Och ja, ik zal het maar tekenen. Deze heren maken zelf iedere zedelijke basis van samenwerking onmogelijk, laten ze dan ook de consequenties ervan maar zelf dragen. Ik wens hier niet de dupe van te worden, dit stelletje is het me niet waard dat ik er mijn studie voor opgeef. Ik weet het wel, het is misschien niet nobel, maar och, het zou een beetje de-martelaar-spelen worden. Ik heb het me eerlijk afgevraagd: is dit geen zelfbedrog, maar wat ik hier neergeschreven heb, is mijn eerlijke opinie. |
|