Vrijwilliger Nederlands Legioen, 33 jaar
Arys (Oost-Pruisen)
11 Januari 1942
- Vanmorgen sprak ik Nanninga, die zeide van Worp gehoord te hebben, dat wij voor de keus gesteld zouden worden: of naar GrazGa naar voetnoot* of mee naar het front. Graz te kiezen zou zoo ongeveer gelijk staan met naar huis te gaan. - Nu moet ik met mijzelf in het reine zien te komen over de keuze, die ik zal doen. Mag ik mijn gevoel laten spreken of moet ik met mijn verstand te werk gaan. Maar mijn gevoel? Wat zegt mij dat? Ook niets positiefs. De eene kant zegt: ‘Het is laf om nu je kameraden in de steek te laten.’ De andere kant geeft een gevoel van opluchting te kennen. Wanneer we aan het front komen, moet ik ermede rekening houden, dat ik menschen zal moeten dooden. Dat wist ik echter vóórdat ik voor het Legioen teekende ook! Toen heb ik mij daar over heen gezet, omdat ik dàt toen niet zoo belangrijk vond. De strijd tegen het Bolsjewisme vond ik belangrijker. Mijn gevoelens kan ik echter niet onderdrukken. Wanneer ik zou moeten dooden, zou ik mij dat ontzettend aantrekken. Ik ben nu eenmaal geen krijgsman.