Dagboekfragmenten 1940-1945
(1954)–T.M. Sjenitzer-van Leening– Auteursrechtelijk beschermd
Vrijwilliger Nederlands Legioen, 33 jaar
| |
[pagina 126]
| |
leden. Van Geelkerken sprak hen het eerst toe. Zijn toespraak was kort en krachtig. Hij heeft hen alleen gevraagd de naam van het Legioen niet door het slijk te halen. Daarna kwamen wij aan den beurt. We moesten direct in een kring gezellig om hem heen gaan staan. Het eerste wat hij vroeg was, wie of er een cigaret voor hem had. De stemming was er direct in! Hij heeft in het geheel geen toespraak tot ons gehouden. We hebben heel gezellig onze grieven naar voren kunnen brengen. De manier waarop hij alles behandelde was buitengewoon prettig. De dreigementen, die verschillende Duitschers hadden gebruikt om de menschen het naar huis gaan te beletten, vond hij zeer afkeurenswaardig. Hij heeft de menschen een grootere vrijheid gegeven, dan de meesten zichzelf hadden toegekend. Hij zeide dat wij op het oogenblik niet meer mochten kiezen. Eerst zouden wij nu naar huis gaan. De menschen, die er dan nog wat voor gevoelden konden naar de W.A. gaan. De menschen, die besloten hadden naar de W.A. te gaan, waren ook nog vrij om in Holland van meening te veranderen. Alleen drukte hij ons op het hart, in groepen of kringen niets ten nadeele over het Legioen te zeggen. Hoewel het Legioen niet door de N.S.B. was opricht, denkt ‘men’ dat dit wel zo is. Daarom is reeds de uiterste voorzichtigheid geboden. Generaal Seyffardt treft in deze absoluut geen blaam. Alleen de voorlichting heeft zeer veel te wenschen overgelaten. In het kort: zooals van Geelkerken alles behandelde was enorm. Psychologisch voor 100% voor elkaar. En absoluut natuurlijk! Untersturmführer Auer was er ook bij. Alleen minder praats dan gewoonlijk. De stemming was na afloop 90% beter dan voorheen. Van alle voorgevoelens dat van Geelkerken zou trachten ons te bewegen om tot het W.A. regiment over te gaan, is dus niets van uit gekomen. De menschen, die naar het W.A. regiment zouden overgaan, zouden eerst nog streng worden gekeurd. Maar goed ook! De opleiding zou eerst door Duitschers geschieden. De taal zou Duitsch worden. Toen ik van Geelkerken zei, dat, toen de Duitschers in Spanje aan het vechten waren, zij ook niet Spaansch hoefden te spreken, zei hij dat de Duitschers in Spanje den doorslag hadden gegeven, maar dat wij niet in diezelfde positie waren. Natuurlijk een waarheid als een koe, die veel gelach ten gevolge had. |
|