Vrouwelijk lid van de Nationale Jeugdstorm - Gelderland
Maandag, 2 Juni 1941 (Tweede Pinksterdag)
- Vanmorgen een uurtje naar Wil Thomas geweest.
Jopie belde op en vroeg hoe of het er mee stond.
Nu zie ik in, dat Gustav toch eigenlijk gelijk had, als hij zei, dat ik me nog veel te veel voor andere jongens interresseerde.
Ik was dat nu eenmaal gewend om vriendelijk tegen allen te zijn, maar nu hij weg is kunnen al die anderen me helemaal niets meer schelen.
's middags om 4 uur komt Heini met een vriend hier. Papi en moeder zijn naar de Hagespraak in Lunteren Jos komt ook.
Daarna Herbert nog. Toen zijn we met z'n zessen even naar Heck geweest. Daarna naar Krom. Om 9 uur waren we thuis Dan brengen we ze allemaal naar de tram.
Nee, Gustav is nog maar één dag weg of het geduvel is al weer aan de gang. Opeens zegt Heini tegen me: Willy, Du musst doch sicher schon was gemerkt haben nicht? Entweder gehen wir zusammen oder nicht, aber so halte ich es nicht länger aus. Ik stond paf en wist werkelijk niet wat ik antwoorden moest, want had het werkelijk niet verwacht Ik mag het joch graag, maar verder ook helemaal niets.
Enfin ik heb hem natuurlijk gezegd waar het op stond. Morgen om 12 uur zou hij opbellen
Nu was ik blij dat Herbert wat was gekalmeerd en nu begint Heini.