1 Juni
- 1e Pinksterdag wie had dat ooit kunnen denken dat ik pinksteren 41 in de gevangenis inplaats van op de Westplas zou doorbrengen. Dat is nu al de ze maal dat mijn pinksteren in de war word gestuurd Verleden jaar door den oorlog, nu door dit Enfin, alles zal recht kom. Vandaag heerscht hier Zondagsdienst, dan worden we niet gelucht, mogen we de geheele dag in de ongelukkige cel blijven zitten. Gisteren was de kapper hier, doch die dorst me niet te scheeren, vanwege mijn zwakke huid en event. besmetting voor anderen. Als dat zoo doorgaat en ik hier misschien eenige maanden moet zitten, zonder dat ik geschoren wordt, dan zal ik er wel als een landlooper uit komen te zien, want mijn costuum wordt er ook niet direct mooier op. Ik zit alleen te hunkeren naar een verhoor waar ik dan tenminste de waarheid kan vertellen en een kans krijg op een spoedige verlossing. Als de heeren tenminste voor recht vatbaar zijn. Zoo om mij heen, hoor ik uit andere cellen wel dat er verschillende zijn die niet weten waarvoor ze zitten Die zijn er heelemaal beroerd aan toe. Ik weet tenminste waarvoor ik gepakt ben naar alle waarschijnlijkheid zitten Frans Daan + Jan hier ook. Op de muren van de luchtkokers staat van alles geschreven. Wanneer komt Vr[ij] Nederland voor? weet ik niet Ook op de celmuren staan hele verhalen Ik heb hier kunnen ontdekken dat vele van mijn voorgangers voor elke dag dat ze hier gezeten hebben streepjes op de muur aanbrachten en als ik nu al die streepjes tel, blijkt het dat geen van hen langer dan 2½ maand hier is geweest. Laat mij hopen dat het mij ook gegeven is. 't Zijn hier anders bewakers en werklui, die al een half jaar en langer hier zijn. Doch ik blijf steeds maar vertrouwen op 't feit dat ik uit eigen beweging met Vr N ben uitgescheden.
Uit de kranten, die wij hier krijgen kan ik opmaken dat Kreta verloren is. Strop, maar enfin. Als de nood het hoogst is, is de redding nabij. Zoo schrijf ik nu op de avond van de 1e pinksterdag 1941, zoo saai als vandaag is nog nooit een pinksterdag voor mij geweest. Vanmiddag hoorde ik twee gevangenen tegen elkaar zeggen, dat één van hun vrienden, die ook hier had gezeten, bij het verhoor de toezegging kreeg, dat indien hij de waarheid vertelde, onmidde-