Dagboekfragmenten 1940-1945
(1954)–T.M. Sjenitzer-van Leening– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 94]
| |
Adviseur, 48 jaar - Overijsel
| |
[pagina 95]
| |
Kékulé - hoewel Bremen die vergelijking niet aanhaalde, omdat Fritz niet weet wat benzolchemie is, en ook nooit van Kékulé gehoord heeft. Evenmin als ik van een maagkwaal die tot humanitaire speculaties en hallicunaties leidt. Hoe die zaak ook in elkaar moge zitten, het is in elk geval gelukkig voor Duitschland dat Hess niets van de militaire geheimen van dit land afwist: hij was alleen plaatsvervangend Führer voor feestelijke gelegenheden, en hoewel hij een vertrouwd vriend van Adolf Hitler was, behoorde hij toch niet tot den kleinen kring van ingewijden. Ik meen, doch weet het niet zeker met al die verschillende Duitsche titels, dat hij leider van de nationaal-socialistische partij was, zooiets als ir. Mussert bij ons dus. Hess ‘deed’ volgens de krant aan ‘occultisme’ en raadpleegde astrologen en magnetiseurs - dit klopt met wat ik omtrent hem heb gehoord - maar het is me niet bekend of hij op dit terrein onderzoeker of volgeling was. Er is nog wel een groot verschil tusschen parapsychologen en leden van Harmonia. De S.P.R.Ga naar voetnoot* zal het nu ook wel te kwaad krijgen. Zelfs de vierde dimensie is niet veilig meer voor de belligerenten. Hoe dit alles ook zij - en ik onthoud me van een oordeel, want ik ken Hess niet, noch de omstandigheden die tot zijn vlucht naar Engeland aanleiding hebben gegeven - ieder heeft het over Hess. Sommigen gelooven de officieele berichten, maar er zijn ook menschen die het vreemd vinden dat iemand al jaren aan halluzinatorisches Irresein lijdende is, en toch nog een verantwoordelijke functie in het staatsbestel blijft bekleeden. Dit argument is niet zoo steekhoudend als het op het eerste gezicht lijkt: men denke slechts aan de zg. ‘logicadichte schotjes’ van de psychiatrie en als men er meer van weten wil, mag men nalezen: Van der Hoeven, Psychiatrie, blz. 23 van deel 3. Weer ‘een aantal’ menschen vinden het vreemd, dat er in de courant staat dat onze avonturier en idealist uit den aard der zaak niet met belangrijke militaire questies in Groot-Duitschland op de hoogte was, terwijl er in een latere courant de hoop wordt uitgesproken dat de Engelschen geen misbruik zullen maken van de machtelooze positie waarin Hess door zijn geperverteerd idealisme is komen te verkeeren. Het spreekt van zelf dat de heele affaire voor Duitschland niet | |
[pagina 96]
| |
prettig is, onverschillig hoe de vork in de steel zit, maar - ja, zo werkt nu de censor - of het geval nu werkelijk zoo ernstig is als de straatgeruchten wel zouden doen gelooven, betwijfel ik ook wel een beetje. Ik vind het geval voornamelijk interessant, omdat het gelegenheid geeft den voorlichtingsdienst te bestudeeren, die volgens mijn persoonlijke meening twee fouten heeft begaan, die niet gemaakt hadden behoeven te worden: ten eerste de fout om een buitengewoon ingewikkeld ziektebeeld te schilderen (maagkwaal, longaandoening, hallucinatiedrang, geperverteerd idealisme, pathologische humanitaire neigingen) en daarbij het accent in den loop van drie dagen herhaaldelijk op andere symptomen te leggen, naarmate de in omloop zijnde geruchten dat wenschelijk maakten. En in de tweede plaats de uit propagandistisch oogpunt kapitale fout om te berichten dat de psychotische symptomen al van jaren terug dateerden. Niet dat dit niet kàn, en dat Hess ondanks die symptomen niet jaren lang een zeer bruikbaar partijleider kan zijn geweest - maar het publiek zegt in zoo'n geval direct: ‘nou, een loopjongen kun je nog wel in dienst nemen, waar een streep door loopt, maar een partijleider...’ kort gezegd, maken de verschillende communiqués door hun gedétailleerdheid en door het voortdurend wisselen van het accent op een eenvoudig mensch een ongeloofwaardigen indruk, en de meeste menschen hier beschouwen Hess als een gewonen landverrader, die gevlucht is omdat de grond hem te warm onder de voeten dreigde te worden. Maar men vindt het verhaal van den vliegtocht en de landing in Schotland een welkome afleiding van de eentonige berichten over den oorlog: acht vliegtuigen neergeschoten, 20.000 brutoregistertons in den grond geboord, zoo gevangenen bij Derna, 316 dooden bij Tobroek, onderhoud van drie kwartier tussen Saradjoglu en Inönü, onderhoud van vier uren tusschen Hitler en Darlang, bezoek van Cordell Hull aan Mackenzie King - en zoovoorts, ad libitum. Het avontuur spreekt tot de verbeelding van ons, gewone menschen, die tijdens een vol jaar bezetting in menig opzicht weer groote kinderen zijn geworden, met vrij kinderachtige vermaken en geestelijke behoeften: lekker tòch doen wat niet mag, ruiten ingooien, den meester pesten, bijnamen bedenken, schimpliedjes zingen en wat dies meer zij. Het volgen van den oorlog aan al die fronten met al die rare namen is ons als een taaie aardrijkskundeles uit een extra-vervelend leerboekje (onze kranten namelijk) en het bijhouden van al die conferenties, verklaringen en verdragen van nonagressie, | |
[pagina 97]
| |
eeuwige vriendschap en economische lotsverbondenheid is precies vaderlandsche geschiedenis uit den tijd van de successieoorlogen - en dan nog vaderlandsche geschiedenis in het Duitsch.
Hess, Rudolf Hess, verrader, krankzinnige of idealist - hij mag wezen wat je wil. Maar in elk geval is het een man van groot formaat, of laten we zeggen ‘van dynamische allure’. Hij brengt nu eens een persoonlijk element in het eentonige blokkade- en oorlogs-verhaal. Het kan ons niet schelen of hij goed of slecht is, evenmin als ons dat interesseert van Raffles, Arsène Lupin, Bruintje Beer en Popeye the Sailorman. Omtrent den oorlog heb ik nog nooit iets voorspeld, maar van Hess kan ik voorspellen dat hij nog over duizend jaar als hoofdfiguur van vervolgverhalen, films en colportageromans in de volksverbeelding zal voortleven.
Het is verbazend jammer dat men niet te weten kan komen wat de Engelschen over Hess te beweren hebben: men moest zoo'n toekomstigen Don Quichote voor een juist en objectief inzicht in de oorzaken van zijn merkwaardig optreden toch feitelijk van twee kanten mogen bekijken. Maar het is nu eenmaal verboden, om de étalage heen te loopen, om te kijken hoe de poppen er aan den achterkant uitzien. |
|