zegt dat in de 1e Sweelinckstraat een meid is weggehaald die er al jaren woonde, of Bou haar niet kende, zoo'n dikke. 't Was eene Duitsche en ze had een koffer met Ned. soldaten uniformen op haar kamer. Ze hadden er een jongen van 16 jaar en die had munitie. Ze gingen naar de Laan v. Meerdervoort en verder naar 't concentratiekamp in 't Westbroekpark. In de Schuytstraat had een N.S.Ber van dak af op de soldaten gevuurd. Ze hadden zich ingegraven op 't Sweelinkplein, de soldaten, om vandaar uit die lui te bestoken. De man was echter ontkomen. Naast ons is de Russische kerk en daarnaast is een leeg huis, ook daarop was geschoten. De N.S.Bers hebben veel gebruik gemaakt van lege huizen. Hun adressen zijn nu bekend door de parachutisten die adressen van Ned. geestverwanten bij zich dragen. Op neergeschoten parachutisten zijn adreslijsten gevonden die worden nu afgewerkt. 't Is vreeselijk, 't lijkt wel of we in een centrum v.d. N.S.B. zitten. Gistermorgen op bureau was een v.d. ambtenaren naar 't vliegveld bij Ockenburg geweest en vertelde hoe de zoon v.d. boer van het weiland waar Mussert destijds zijn bijeenkomst had gehouden, uit een Duitsch vliegtuig was meegekomen om de heeren de weg te wijzen. Zouden al die verhalen van verraad waar zijn? 't Was vreeselijk. Bou moest nog langs een gewapend militair om de bus te bereiken. Als ze gauw doorliep mocht ze even langs, dadelijk terugkomen, hij bleef haar nakijken. Op 't Sweelinkplein zag Bou de nieuwe zig-zag loopgraven. Zoo ging een briefkaart naar Joh. naar de bus. Zou hij haar bereiken?
Uit de radio begrijpen we dat gister in Den Haag een overval was voorbereid. De parachutisten landden midden in de stad. Vanuit de buitenwijken zouden de N.S.Bers optrekken. De zaak was verijdeld. Zou Joh. dit in de radio hooren, zou ze in angst over ons zitten? Wanneer zou de post weer doorgaan? Aldoor werd nog buiten geschoten, 's avonds ook, achter, voor. 's Nachts ook onrustig. Zoo brak de 2e Pinksterdag aan, de 13e Mei.
's Ochtends om 8 uur al aan de bel gerukt. 't Is de vrouw van de Russische schoenmaker: ‘geen spionnen in huis’, hoor ik. Nu dat lijkt me logisch, maar hier zijn geen spionnen. Bou verstaat beter ‘spionnen aan huis’. We moeten de spionnetjes afnemen. We gaan aan 't werk. Overal zie je menschen verschijnen met schroevedraaier om de spionnen af te nemen. 't Lukt ons slecht en de schoenmakersvrouw zendt haar zoontje. Tsjerche helpt. Hij vertelt dat de sol-