Dagboekfragmenten 1940-1945
(1954)–T.M. Sjenitzer-van Leening– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 7]
| |
Het eerste jaar
| |
[pagina 9]
| |
Reserve-luitenant bij de artillerie, 31 jaar
| |
[pagina 10]
| |
zoekend achter kippenhokken en stroobossen. We bespreken samen de situatie - maar wat te doen. Geen mitrailleurs, niets! Weer draait daar een jager door de lucht, ziet hij onze groep? Ja, verdomme hij ziet ons - Weg, dekken! We dekken ons zooveel mogelijk - tèk.tèk.tèk.tèk.tèk. - half tegen een stroowand gedrukt, zie ik hem duidelijk draaien en vuren. Op 2 pas afstand van me hurkt een van onze jongens - tèk.tèk.-tèk.tèk.tèk.tèk.tèk. giert de streep mitrailleurkogels tusschen ons door! Alweer geluk. Iemand grijpt zijn karabijn - ‘Niet schieten! Schieten markeert een pluk menschen extra, dan komt hij terug, en raken doe je hem toch niet.’ (Dat is een algemeene strenge order - Mitrailleurs moesten we hebben, heeren in Den Haag!) ‘Ach luitenant, had me toch laten schieten - ik had hem zoo gehad!’ ‘Nee jong, dat lijkt maar zoo - niet schieten.’ Ver achter ons, richting dorp Zeeland, woedt een geweldige brand - het pionierpark gaat in vlammen op. Het lijkt me even rustiger - Ik loop rondom onze boerderij en spreek met de diverse posten. Daar is wat aan de hand in de commandopost! Ik ren naar binnen: Bericht! Ik grijp de telefoon - de Lt. Jansen, Commandant rechter Batterij: ‘Vijandelijke infanterie komt van rechts opzetten - een paar honderd man - ik neem ze onder vuur - op 700 meter - heb onmiddellijk hulp noodig.’ De Kapitein, weet hij het? hij is uit de commandopost weggesneld, onbekend waarheen -- (Zelf heeft hij aan Jansen, op diens eerste melding, het bevel tot vuren gegeven: ‘Kun je het af met één stuk? we moeten onze opstelling vóór het stormvuur niet verraden -- groote groepen, steeds talrijker? Vooruit, met de heele Batterij, doe wat je kan!’ - daarna is hij weggerend, naar de centrale, en vervolgens naar voren naar de stelling -) Ik roep op: ‘midden Batterij!’ ‘hier midden Batterij!’ ‘linker Batterij!’ ‘hier linker Batterij.’ | |
[pagina 11]
| |
‘Commandanten aan de telefoon -- Beerman, Van Roden - luister: Jansen krijgt vijandelijke infanterie van rechts. Vraagt onmiddellijk steun - stukken naar rechts omgooien - maar wat opzij, om te kunnen vuren.’ Meteen komt Jansen weer: ‘Verbruggen, ik moet onmiddellijk hulp hebben, ze naderen - ik kan ze alleen niet baas.’ Daar tusschendoor Beerman en van Rhoden beide: ‘We kunnen niet schieren, we kunnen niets waarnemen; welke richting?’ Nu moet ik coördineerend optreden en wel vlug: ‘Jansen - midden en linker Batterij zien niets, duid aan in welke richting ze moeten vuren.’ ‘Recht over mij heen!’ ‘Hallo centrale, de drie Batterijen en mij doorverbinden, onder géén voorwaarde verbreken - midden en linker Batterij luisteren: Vuren recht over de rechter Batterij heen’ (ik kijk in haast op de kaart om de afstanden te herleiden - rechter Batterij meldde 700 meter) - ‘midden Batterij 900 - linker Batterij 1100 - Jansen neemt jullie vuur waar, en geeft de correcties op - Vlug!’ De rechter Batterij vuurt reeds heftig. In haast gooien nu ook midden en linker Batterij hun stukken rechtsom, en vallen in: - bàngg -- bàngg-bàngg bàngg - De telefonisten van midden en linker Batterij nemen hun functie zelf weer op, en melden: ‘Midden Batterij - schot.’ Jansen: ‘50 meter terug - een handbreedte naar links.’ ‘Linker Batterij - schot.’ Jansen: ‘50 meter terug - 2 handbreedtes naar links.’ In strijd met de meest strenge artilleristische regelen wordt er uit de vuist gevuurd: door de zwenking rechtsom staan de stukken zoowat op één lijn achter elkaar - voor verplaatsen is geen tijd - er staan boomenrijen in deze schootsrichting! - - bàngg - bàngg bàngg - bàngg! - ‘50 meter terug - 1 handbreedte naar links.’ De Batterij Commandanten geven de commando's - de Batterij-officieren rekenen om: afstand zooveel terug: commandeeren een lagere opzethoogte (elevatie) naar de stukken. De Stuks Commandanten en richters houden als richting aan: ‘zooveel links van die | |
[pagina 12]
| |
boom daar!’ -- oppassen voor de bediening van dat andere stuk: bij ieder schot: ‘Bukken!’ tegen de kameraden verderop! Wild wordt er gezwoegd. Op zij! bangg! - achteruit steigert het kanon - ‘pak an, naar voren!’ - de kanonniers zwoegen hem weer op z'n plaats - tegelijk worden nieuwe brisantgranaten aangesleept - ‘Open dat sluitstuk!’ - heete walm slaat hun in 't gezicht, kan niet verdommen - ‘laden!’ - erin die granaat - dèngg, dicht! - tegelijk geeft de richter al de richting - ‘gooi om die staart - naar rechts - nog iets - zoo schiet ik net langs die boom’ - klaar - eraf - opzij! - ‘bukken jullie daar!’ - ruk - bàngg! - bàngg bàngg - ‘50 meter terug.’ - bàngg bàngg - bàngg! - Het begint goed te gaan -- als we het maar halen: ‘Telefonisten luisteren - als Commandant rechter Batterij geluid geeft, houdt ieder ander zich onmiddellijk stil, of we draaien z'n nek om, begrepen!’ Het is begrepen. Ik kan nu verder zwijgen. De telefonisten doen voortreffelijk werk, melden schot na schot van linker en midden Batterij. Jansen leidt het vuur prachtig, antwoordt regelmatig: ‘50 meter terug.’ - bàngg bàngg - - bàngg - ‘100 meter terug.’ - bàngg - bàngg bàngg - Korter wordt de afstand, lager de elevatie, wilder de actie. Zwoegen, zwoegen, zwoegen - zoo onpractisch als ze zijn die kanonnen - een snelvuur moet het zijn, een snelvuur! Ze naderen, hou vol! Opper Ketel, Batterij Officier in de rechter Batterij, vecht voor zijn leven. Dit is nu zijn vak, zijn beroep. Oud is hij geworden in zijn levenslange garnizoensdienst - ontelbare generaties dienstplichtigen heeft hij afgericht - heeft 8 StaalGa naar voetnoot* als hopeloos verouderd en met een medelijdende geringschatting zien opdoeken - daar staat hij nu met zijn oude 8 Staal's, hij, de eenige die ze goed kent - Aanpakken jongens, vooruit - duwen - opzij ermee - met veel inspanning worden enkele stukken versleept, komen weer meer naast elkaar voor dit front - Vuren! Vooruit jongens, vlugger! - vasthouden, hou vol! Hij rent heen en weer in de Batterij, vergeet dat hij niet | |
[pagina 13]
| |
meer jong is, vergeet dat de Duitschers zich wel moeten rotlachen om 8 Staal -- Dat vergeten we allen! Vuren! Dichter en dichterbij komen de Duitschers, granaat op granaat slaat in hun rijen - nog wijken ze niet. - Wachtmeester van Duren, van de Staf-rechter Batterij, klimt levensgevaarlijk zichtbaar op het dak om beter waar te nemen. - bàngg bàngg - bàngg bàngg - ‘50 meter terug - 1 handbreedte naar links.’ - bàngg - bàngg bàngg - ‘50 meter terug.’ Verdomme, ze zitten er bijna op. Als ze de stelling binnendringen ... Geef ons mitrailleurs, mitrailleurs! wat zei die officier in Den Haag ook weer; ‘heeft U dan geen mitrailleurs?’ Verrek nog aan toe! ‘50 meter terug.’ III-20 R.A.Ga naar voetnoot* vecht als een razende. Woest wordt er gewerkt. Kort is nog maar de afstand - vlak staan de vuurmonden. Krankzinnig is dit vuur, levensgevaarlijk tusschen die boomen door - doet er niet toe - pas op - bukken! koppen weg! - bàngg bàngg! gieren de granaten vlak over de hoofden van de kameraden - kan niet schelen - laden - richten - vuren - bàngg! - op z'n plaats - laden - richten - vuren - bàngg! ‘50 meter terug.’ Zoo meteen is het voorbij - met die paar karabijnen doen ze niets tegen die kerels - en wij op de commandopost kunnen elkaar daarna ook wel goeiendag zeggen -- Dit artillerievuur moet het doen, het spant op het uiterste! De telefoon meldt: Commandant-Vak Schayck is persoonlijk in de stelling verschenen! (onjuist - dat moet de Commandant-I-3 R.I. zijn!) - bàngg bàngg - bàngg - volhouden - het moet lukken - achter ons is niets meer - als ze ons onder den voet loopen, vallen ze de dunne infanterielijn vóór ons in de rug, rollen ze dit front op... - bàngg bàngg - bàngg - bàngg bàngg - Jansen neemt scherp waar - regelmatig, hard en duidelijk klinken zijn commando's: ‘50 meter terug - een handbreedte naar links.’ | |
[pagina 14]
| |
Nòg wilder gaat het toe. Zijn dit dezelfde menschen, samengeraapt uit de Depot's, die zoo totaal ongeoefend waren, waar we zoo'n bliksemsche moeite mee hadden?! Als bezetenen werken de bedieningen, zweetend, hijgend, in dikke kruitwalm - dekken voor de schoten der anderen - op z'n plaats duwen - laden - richten - vuren - bàngg! - duwen - laden - richten - vuren - bàngg! - duwen - laden - richten - vuren - bàngg! Op de afdelings commandopost zit ik zelf, nog steeds aan de telefoon - in de hoogste spanning - zoo intensief beleef ik dit - ik zie letterlijk hoe ze daar werken - - bàngg bàngg - bàngg - De Kapitein is weer verschenen, hij is zelf vóór geweest - zou het lukken?! géén ‘50 meter terug’? - Jansen zwijgt... - bàngg bàngg - - bàngg bàngg bàngg - Daar klinkt Jansen's stem weer: ‘Goed!’ Vooruit jongens, doorgaan, zelfde afstand, volhouden! ‘Goed!’ Geen verslapping treedt op - volhouden, misschien halen we het! Jansen kijkt - de Duitsche aanval is al verlangzaamd - ziet hij goed? stoppen ze? - ja waarachtig, ze aarzelen -- bàngg bàngg bàngg! slaan de 8 cm's vanaf korten afstand tusschen hen in -- ja ja ze beginnen te wijken - Volhouden, doorgaan! ‘50 meter vooruit.’ - bàngg - bàngg - bàngg - bàngg - bàngg - ze wijken, hou vol, doorzetten - ik kan het wel hardop schreeuwen, zoo beleef ik dit alles mee aan mijn telefoon -- De Duitschers vloeien terug - dit is hun te machtig - dit hadden ze niet verwacht - ‘50 meter vooruit.’ - bàngg bàngg - - bàngg -- bàngg bàngg --- Eindelijk klinkt het verlossende -- ‘houd op vuur!’ en de Batterij Commandanten midden en linker Batterij geven door: ‘houd op vuur!’ en de Batterij officieren schreeuwen: ‘houd op vuur!’ | |
[pagina 15]
| |
Ja, we zijn er - ‘Goed jongens, bravo Jansen, dat was een fijn stukje samenwerking!’ - in mijn gedachten zie ik de melding al bij de Peel Divisie binnenloopen: ‘--- doorbraak bij Mill gestopt ---’ Met den rug van mijn hand veeg ik mij het zweet van het voorhoofd. Het was hachelijk. |