40 |
Hoe 't flux op uw schaaduw week: Hoe rap hun vloot, op het moment dat uw schaduw naderde, uitweek |
44 |
Dat: Zodat |
46 |
syn lichten: zijn lichtende ogen |
48 |
doodsche: dodelijke |
50 |
elks admiraal: de admiraal van Engeland en Frankrijk. Het Franse eskader met de witte vlag (onder d'Estrées) trok zich al na twee uur uit de strijd terug. Later trok ook de rode vlag (onder Rupert) zich terug na een confrontatie met De Ruyters eskader (Knuttel 10806 (1673), plano). |
53 |
Koopen 't bloedich weer met schand: Kopen hun (verloren) lijfsbehoud op bloedige wijze terug, ten koste van hun eer, nl. door de schande van hun vlucht |
|
Sprag: Edward Spragge, de Engelse bevelhebber van het eskader met de blauwe vlag, die bij deze slag omkwam. |
55-56 |
Met ... gebonden: Waarbij zijn zeilen zeven glazen (3 1/2 uur) lang op de ra gebonden bleven, evenals die van Tromp (met wie hij streed). De zeilen bleven dus gereefd: de schepen lagen stil. |
57 |
opgeblaasen: trots |
58 |
wonderlyk: buitengewoon, zeer ernstig |
60 |
Al syn troep: Zijn gehele bemanning |
61 |
Dus: Aldus, Zo |
65 |
Met syn leên, hy een te kruipen: dwz. Zijn brokstukken tot een geheel te verzamelen (een doorgekapte aal zou proberen de stukken van zijn lijf weer samen te voegen door wild te kronkelen, vgl. bijvoorbeeld het eerste embleem van Cats' Sinne- en Minnebeelden) |
68 |
syn eigen grond te knaagen: een slang moet immers stof vreten (Genesis 3:14). De Engels-Franse vloot benutte de invallende duisternis om zich terug te trekken naar de Engelse kust (Knuttel 10806 (1673), plano). |
69 |
opstuuwinge: dwz. opkroppende gevoelens |
71 |
snorkers: pochers |
72 |
Trouwverbond, en eedverbreekers: Verbrekers namelijk van de Triple Alliantie tussen Engeland, Zweden en de Republiek (1668) |
73 |
Bloode reekels: Laffe honden |
74 |
Karthaagers: zoals de Engelse kanselier de Nederlanders had genoemd, Cato's vermaarde uitspraak over het verwoesten van Carthago aanhalend (vgl. de annotatie bij gedicht no. [620], r. 8) |
|
die beswykt?: De verliezende partij? |
75 |
die: de Republiek, die |
80 |
haakt: verlangt en streeft |
85 |
slinden: vernietigen (wnt xiv, 1781) |
86 |
die Richters eige handen: de handen van die Opperrechter zelf |
89 |
verweert: verdedigt |
96 |
omvangen: in hun greep genomen |
97 |
Op syn tyd: Wanneer Zijn tijd gekomen is |
98 |
zeegesangen: ‘zegeliederen van de zee’ |
100 |
maar: uitsluitend |