2 |
't aavond: het avondt, de nacht komt (wnt ii, i, 769 kent alleen negentiende-eeuwse bewijsplaatsen van dit avonden en veronderstelt een late vorming, naar analogie van ‘het daagt’). Of is 't aavond een drukfout voor t'aavond (‘'s avonds’)? |
|
vaakrigh: slaperig (wnt xviii, 228) |
3 |
dat dreigen: uw dreigement dat steekdicht te zullen schrijven |
4 |
Daar: Nu |
5 |
beluidt men: zal men met ‘rouwklokken’ beluiden |
6 |
Met klokken, van de goore kruidben: Met het ‘klokgelui’ dat het gevolg is van het eten uit een mand met rotte groenten (vgl. de spreekwijze: ‘Die van dreigen sterft, zal men met veesten beluiden’, wnt iii, ii, 3275) |
|
|