5-6 |
op 't paschafeest, Van 't aavondmaal: op het paasfeest dat het Avondmaal is |
6 |
ter goeder daagen: op de zondagen dat het Avondmaal wordt gevierd (enkele malen 's jaars) |
7 |
werd: zal ... worden |
|
Ahasueers banket: een overvloedige maaltijd als die van koning Ahasverus (Esther 1) |
9 |
God in deegh der pausgenooten: God in deegvorm (de ouwel als het lichaam van Christus) van de Rooms-katholieken |
11 |
teikens van Gods lichaam: nl. ‘sichtbare teeckenen ende panden’, vgl. de Heidelbergse catechismus, zondag 29, antwoord op vraag 79 (Bakhuizen van den Brink, 1976, p. 193) |
15 |
Door 's Vaaders keuse, en wil: Door de uitverkiezing en wil van God de Vader |
16 |
Schaft: Verschafte (ooit) |
17 |
Aan vrucht: In de vorm van vruchten |
18 |
ouderen: dwz. onze ouders, Adam en Eva |
20-21 |
Men ... hem: dwz. Men eet het vlees en drinkt het bloed van Christus, de Hogepriester, bij die maaltijd (vgl. Johannes 6:53 en Hebreeën 4:14) |
23 |
als sneeuwwit: als witte sneeuw |
24 |
langs de swarte hooven: over de zwarte tuinen (van de zonde) |
27 |
milde: zachtaardige (of: vrijgevige?) |
28-29 |
dief ... moordenaar: het gereformeerde formulier voor de viering van het Avondmaal vermaant hen die met deze (en ook andere) ondeugden besmet zijn, zich van de tafel des Heren te onthouden. |
32 |
De rotse: De rots waaruit Mozes water sloeg (Exodus 17:6) |
|
't Man: het manna (Exodus 16:14-15) |
|
wildernis: woestijn |
33 |
dorst, en honger: dwz. aan een dorstige en hongerige |
34 |
vloogh: ben ... opgevaren |