|
voerd, maar toch zeker wel tot de wijsheid van een dichter (vgl. r. 5-8). Hoe Leiden Greniers wijze dichterschap heeft gevormd wordt in het vervolg verduidelijkt. |
|
't Atheensch Liceum: Het Lyceum van Athene, waar de Zeven Wijzen hun lessen gaven. ‘De Zeven Wijzen van Griekenland’ is de traditionele benaming voor een zevental wijze mannen (Thales, Periander, Solon enz.) uit de zevende en zesde eeuw voor Chr. Zij zijn vooral bekend wegens hun als korte spreuken geformuleerde levensregels. |
4 |
voor [...] bereidt: voor ... bestemd, aan ... toegedacht |
5 |
zulken: een zo |
|
voor de rype jaaren: nl. voordat de eigenlijke rijpe jaren zijn aangebroken |
6 |
Aldaar: Daar, nl. in Leiden |
|
beroem: kan ... beroemen |
7 |
Langs Febus bergh: Op Apollo's berg, de Parnassus (naast god van de dichtkunst is Apollo ook god van de wijsheid) |
|
die: nl. Febus, die |
8 |
Het ombingh: Eromheen legde, nl. Om zulken wys vernuft legde |
|
den dronk van Kastals wysen stroom: de dronk (van zulken wys vernuft) uit de wijze stroom van de bron Kastalia op de Parnassus (blijkens het vervolg: de Leidse Parnassus) |
9 |
De Leidsche Roomerburght: De Romeinse ‘Burcht’ te Leiden |
10 |
Haar grondeloose born: nl. Leidens onuitputtelijke bron (de universiteit) |
|
de klaare hengstebron: de heldere Hippokrene (ontstaan door de hoefslag van Pegasus) |
11 |
wyse wooners, van: inwoners (nl. professoren), die geleerd zijn in |
|
de Muisen: de Muzen (wnt ix, 1224) |
12 |
Elk zynde meester, als des wysheits goude Son: Die meester zijn over elk (iedere Muze), als een gulden Apollo van de wijsheid |
13 |
staande voets: ‘stante pede’, voor de vuist weg |
|
wel: ooit |
|
te rollen: te doen vloeien, te doen rollen (wnt xiii, 956) |
14 |
wyl: toen |
|
dat quylkruid: dat kwijlkruid, ook een letterlijke vertaling van het Portugese ‘herba baboza’ (wnt viii, i, 781, deze plaats) |
15 |
dien Parnas: nl. de Leidse |
|
Apollen: vgl. r. 11-12 |
16 |
hun daagelyks gelees: hun dagelijks voorgelezen referaat, hun dictaat |
17 |
in school: in de collegebank |
18 |
in der rechten stoel: vanaf het spreekgestoelte, bij uw juridische oratie |
|
heiligh: hoogverheven |
19 |
Wyl: Toen |
|
noch boomwol had geweigert: dwz. nog geen vlasbaard had gegund (boomwol: katoen, wnt iii, i, 437) |
20 |
Daar [...] mee: Waarmee |
|
sy: nl. de jonglinghschap |
|
bespreidt: overdekt (wnt ii, ii, 2082) |
21 |
kont: kunt |
|
't gelieft: het te pas komt |
|
en binden, en ontbinden: zowel samenstellen, als ontleden |