aanotatie |
|
|
titel |
gesonde: heilzame (en: opgestuurde?) |
2 |
geneegen hart: dwz. mij toegenegen vriend |
3 |
U [...] liet aangeleegen zyn: U ... hebt bekommerd |
4 |
slissingh: stilling (wnt xiv, 1830, deze plaats) |
|
onlydelyke: ondraaglijke (wnt x, 1718) |
7 |
tot welleevens onderhoud: dwz. zich te houden aan juiste leefregels, zich aan een gezonde discipline te onderwerpen |
8 |
beeternisse: beterschap (wnt ii, ii, 2221, deze plaats) |
9 |
was: is ... geweest |
10 |
geisren: geneesheren (wnt iv, 918, deze plaats) |
|
waanden: meenden te kunnen uitrichten, voorspiegelden te kunnen doen |
11 |
Wat [...] al dreks: Wat voor een drek ... niet allemaal |
|
en in, en uitgejaaght: met geweld zowel in als uit het lijf gedreven |
12 |
in reisgevaar, gewaaght: blootgesteld aan het gevaar af te moeten reizen, het lichaam te moeten verlaten. Of: blootgesteld aan gevaar, zelfs niet op reis? |
13 |
kappers: kappertjes, als middel tegen het braken en als medicijn voor miltzuchtigen (wnt vii, i, 1542) |
14 |
Cikrei: Cichoreibladeren of -wortels (wnt iii, ii, 2031) |
|
korent: krenten (wnt viii, i, 162) |
|
en meest gebraan: en bovenal wildbraad, of: en dat dan vooral gebraden (bepaling bij fyn vleisch)? |
15 |
Geheeten Moeselaar, en Weesp: dwz. Die moezelwijn en bier uit Weesp tappen (vgl. voor een soortgelijke verschuiving van naam en produkt: gedicht no. [96], r. 660) |
16 |
oeffningh: lichaamsbeweging (vgl. bijvoorbeeld Six' latere advies aan kuurgasten in Spa in zijn gedicht no. [101], r. 335 e.v.) |
|
viel: geschiedde, vond plaats |
|
naa het quam te pas: zoals het behoort, volgens het voorschrift (maar tòch hielp het niet) |
17 |
Wat voordeel kan hy vinden?: dwz. Hoe zal hij nog baat kunnen vinden? |
18 |
verslinden: verteren (vgl. wnt xiv, 1781) |
20 |
Zulks: Zodat |
21 |
voor ses jaar: meer dan zes jaar geleden |
|
aanminnigh: lieflijk, bekoorlijk |
22-23 |
werd, in hem, nu [...] bespeurt: wordt in zijn binnenste nu als ... aangemerkt, dwz. ziet hij in zijn hart nu als ... |
23 |
't verveelt hem dat hy spreek: het staat hem tegen te moeten spreken |
24 |
al dronk hy sterker eek: zelfs als hij scherpe azijn zou drinken (wnt iii, ii, 3787) |
25 |
grouwelt: heeft een afschuw (wnt v, 1198, deze plaats) |
26 |
wandelt hy: dwz. als hij dan toch gaat wandelen |
|
strax werd [...] ingelaaten: wordt meteen ... binnengelaten, dwz. speelt ogenblikkelijk ... op |
27 |
smelt: loopt ... leeg (wnt xiv, 2122 kent smelten in de betekenis ‘zich ontlasten, afgaan’ alleen in verband met vogels) |
|
noopt: pijnigt, kwelt (wnt ix, 2159) |
30 |
Gekrompen: Ineengekrompen, Gekromd |
|
reegel: streep, lijn, of: lat (wnt xii, iii, 1258 en 1267) |