11 |
Wat baat: Wat zal het dan baten. Arens, 1961, p. 128-129 wijst erop dat Six in deze sarcastische passage Persius' eerste Satire (36-40) navolgt. |
12 |
Iliaaden: ‘hele Iliassen’ |
13 |
Of zal: Zal soms |
|
geestigh: geestrijk, kunstig |
14 |
Den naasaat: Iemand die na mij komt |
|
van myn graf: over mij in mijn graf |
15 |
O!: (waarbij de naasaat zal zeggen:) ‘O!... enz.’ |
15-16 |
hoe ... bloemen: hoe licht zal u de grafzerk, die bezaaid is met bloemen, vallen. Vgl. de Antieke grafwens sit tibi terra levis, ‘dat de aarde je licht valle’, op zerken soms afgekort tot s.t.t.l. (zie voor een dergelijke wens ook Tibullus ii, iv, 49-50). De bloemen zijn niet neergelegd, maar aan het graf ontsproten (vgl. de nagevolgde passage bij Persius). |
17 |
Stel seeker: Neem eens voor waar aan |
|
myn pluim: mijn pen, mijn dichtwerk |
19 |
een swaan: het werk van een ware dichter |
20 |
om ga vaaren: zal gaan vliegen |
22 |
werd: zal worden |
|
met eeretittelen: met eretitels, lovende kwalificaties |
24 |
zal: zal dan |
|
kittelen: kriebelen, aangenaam aandoen |
25 |
Maar ben ik wyser: Maar zal ik (soms) wijzer zijn ...? |
26 |
Alceus lier, van Mitileenen: De lierdichter Alcaeus uit Mytilene (op Lesbos). zijn werk is slechts in fragmenten overgeleverd. |
27 |
Bion: Bion, van wiens Bucolica ook slechts gedeelten bewaard zijn gebleven |
|
Alkman: Alcman van Sardes, wiens lyrische poëzie ook slechts in brokstukken is overgeleverd |
28 |
Alceus van Atheenen: de Athener Alcaeus, uitvinder van de tragedie, of zijn Atheense naamgenoot, een blijspeldichter. Van de vier door Six genoemde auteurs is deze Alcaeus ongetwijfeld de minst bekende. Six' weet van hem gaat (via een intermediair) terug op het tiende- of elfdeeeuwse Griekse lexicon van Suidas (Suidae Lexicon i, 1928, p. 116, r. 16-19). Van de tragicus en de comicus (die wel gelijkgesteld worden) zijn nog slechts enkele losse stukjes tekst bekend. |
30 |
Grieken: Griekenland |
31 |
Noch: En toch |
33 |
sotte sotterny: nl. om te denken wijzer te zijn dan de genoemde Grieken en op onsterfelijke roem te hopen |
34 |
om stichten, of vermaaken: om te stichten of te vermaken (het bekende ideaal van het utile dulci) |
35 |
In ernst, of boertery: In ernstige of grappige poëzie |
36 |
Met naa geen ydler wit te haaken: Zonder naar een ijdeler (zinloos gesteld) doel te streven |
38 |
Wroet: Wroete |
39 |
ten brand vervloekt: tot de wereldbrand (het einde van de wereld) gedoemd |
40 |
des leevens gaarde: de tuin van het Leven |